Spring naar inhoud


Stiefzoon te vaak over de vloer

Beste Beatrijs,

Mijn man en ik (zes jaar getrouwd) hebben twee kinderen van vier en twee. Daarnaast heeft mijn man een zoon van twaalf uit zijn eerste huwelijk, ‘Tim’, die elk weekend en een woensdag per twee weken bij ons woont. Deze omgangsregeling loopt al zeven jaar zo. De laatste maanden is Tim nogal lastig en tegendraads. Daarbij valt het me op dat zijn moeder steeds minder tijd en aandacht aan hem besteedt. Ze liggen regelmatig overhoop en het lijkt haar prima uit te  komen als haar zoon bij ons vertoeft. Ik merk dat zij haar zorgtaken steeds meer aan zijn vader en aan mij delegeert.

Mijn man wil dat Tim altijd welkom is. Maar in het weekend gaat overdag de tijd heen met de kleintjes en nu Tim groter wordt en later naar bed gaat, hebben mijn man steeds minder gelegenheid om samen een rustig gesprek te voeren. Ik ervaar dat als een aantasting van mijn privacy. Ik zou willen dat mijn man duidelijke grenzen stelt aan zijn ex. Zij heeft nu al geregeld dat Tim in de zomervakantie vier weken bij ons is en twee bij haar. Zij kan in haar vrije tijd doen wat ze wil. Zij gebruikt ons als een handig oppasadres. Mijn man is bang voor zijn ex en houdt z’n mond, maar ik vind eigenlijk niet dat ik me niet hoef te onderwerpen aan haar egoïsme. Hoe los ik dit op?

Opgescheept met stiefzoon

Beste Opgescheept met stiefzoon,

U vindt het een grote inbreuk op uw eigen gezinsleven om uw stiefzoon zo vaak over de vloer te hebben en u vindt dat de moeder haar taken op u afwentelt. Ik begrijp dat dit moeilijk voor u is, maar dit lijkt me geen situatie om op uw strepen te gaan staan. Er is weinig zo zielig als een kind dat door zijn eigen moeder wordt veronachtzaamd, omdat zij liever haar eigen pleziertjes najaagt. Als u nu ook gaat roepen dat hij u te veel op úw nek zit, dan heeft hij helemaal geen thuis meer. Dat is een vreselijke situatie voor een kind. Zijn moeder wil hem niet en zijn vader (onder druk van u) ook niet. Probeer er het beste van te maken. Overleg met uw man en vraag of hij misschien wat meer een-op-een tijd aan Tim kan besteden, eventueel buitenshuis, om u te ontlasten. Misschien kunt u zelf ook wat actiever als mede-opvoeder optreden, nu de moeder het zo laat afweten. De privétijd met uw man zult u op andere tijden moeten regelen. Doordeweeks ’s avonds bijvoorbeeld. Of bestel eens een oppas en ga met uw man uit eten. Over niet al te lange tijd kan Tim zelf trouwens wel eens een paar uur als oppas voor de kleintjes fungeren. Die verantwoordelijkheid zal hem goed doen.

Het is heel belangrijk dat uw stiefzoon een prettig en warm gezinsleven heeft om in op te groeien en op terug te vallen. Als z’n eigen moeder het laat afweten, moet zijn vader die taak extra toegewijd vervullen en u zit noodgedwongen in hetzelfde schuitje. Dat is nu eenmaal het gevolg van het feit dat u met een gescheiden man bent getrouwd. De puberteit brengt allerlei reuring en gedoe met zich mee, maar heeft ook leuke kanten. Stel in samenspraak met uw man duidelijke regels en aanvaard uw stiefzoons aanwezigheid. Word boos op hem, lach met hem, steggel met hem, maar duw hem niet weg.

Artikelen in Huwelijk en scheiding, Stieffamilie.

Gelabeld met .


Wat voor begrafeniskleding?

Beste Beatrijs,

Wie gaan er in het zwart naar een begrafenis? Alleen directe familie? Waar loopt de grens? Ga je ook in het zwart naar een begrafenis van iemand die je alleen zag op verjaardagen?

De grens van zwart

Beste De grens van zwart,

Hier zijn geen vaste regels voor. Het hangt ervan af hoe de gewoontes zijn in de familie van de overledene. Er is in ieder geval geen strikte scheiding tussen directe familie en vrienden/kennissen van de overledene. Als het om een overledene van streng gereformeerde huize gaat, zal men er prijs op stellen dat iedereen die naar de begrafenis komt (van directe familie tot vage kennissen) in het zwart is gekleed. Als het gezelschap rouwenden geen enkele religieuze affiniteit heeft, zullen de aanwezigen wat diverser zijn gekleed, maar nog steeds sober en stemmig: in zwart, anthraciet of donkerblauw. In sommige kringen van artiesten of jetsetters kan het uitbundig toegaan op begrafenissen, inclusief kleding van de bezoekers, geheel in de geest van de overledene. Bij de keuze van begrafeniskleding gaat het er dus niet zozeer om hoe intiem bekend u was met de overledene, maar wat de algemene sfeer van de uitvaart is. Meestal weten mensen van tevoren wel zo ongeveer wat er van hen wordt verwacht. Maar met stemmige, donkere kleding zit u altijd goed.

Artikelen in Dood en begrafenis.

Gelabeld met .


Ongewenste afwashulp

Beste Beatrijs,

Regelmatig ontvangen wij vrienden thuis, met wie we een gezellige avond doorbrengen. Er is een echtpaar bij dat er elke keer op staat om ofwel in de loop van de avond ofwel wanneer andere gasten naar huis vertrekken, te gaan opruimen en afwassen. Ik vind dit niet nodig en doe dat liever zelf de volgende dag. Toch krijg ik ze de keuken niet uit, hoezeer ik ook probeer duidelijk te maken dat ik het liever zelf doe. Hoe los ik dit beleefd en vriendelijk op?

Ongewenste hulp

Beste Ongewenste hulp,

Als uw gasten niet luisteren naar uw zwakke protesten, moet u uw wens steviger aanzetten. Zodra ze aanstalten maken om borden leeg te schrapen, een schort voor te doen en een sopje te maken, tikt u hen op de schouder en u vraagt of ze even willen gaan zitten omdat u iets met hen wil bespreken. Wanneer ze gezeten zijn en u afwachtend aankijken, zegt u: ‘Ik weet dat jullie het aardig bedoelen, maar ik wil niet dat jullie hier gaan afwassen.’ Als ze dingen roepen als ‘Vele handen maken licht werk’ en ‘Het is toch zo gebeurd’, herhaalt u de boodschap langzaam en duidelijk: ‘In mijn huis wordt er niet door gasten afgewassen. Jullie mogen nog even gaan zitten en dan praten we nog wat of jullie mogen naar huis gaan, maar ik ga nu niet opruimen en ik wil ook niet dat jullie het doen.’

Artikelen in Vrienden en kennissen.

Gelabeld met , .


Portemonneekwesties

Theater Carré is altijd een tempel van amusement geweest. Voor uitvoerende artiesten zo ongeveer het hoogst bereikbare podium, chic, met allure en niet zo massaal als een voetbalstadion of veehal. Ik vond het verrassend om te zien hoe weinig de politici die meededen aan het RTL-debat daar detoneerden. De acht lijsttrekkers waren gepositioneerd in een quizachtig decor met ieder hun eigen lessenaartje. Er lag een rode loper, waaroverheen ze om de beurt een entree konden maken voor een individuele ondervraging. Het debat was zorgvuldig georchestreerd met afgepaste, ultrakorte spreektijden, geheel toegespitst op het ontlokken van, al dan niet ingestudeerde, one-liners.

Als je het niet gezien hebt, doet zo’n gelikte enscenering een knieval voor het entertainment vermoeden, het zoveelste bewijs van versimpeling van ingewikkelde kwesties en strakke hoepels waar politici tegenwoordig doorheen moeten springen om aandacht van de kiezers te genereren. Maar zo lag het niet. De acht politici hadden geen last van plankenkoorts, kregen de kans niet om college te geven en slaagden er wonderwel in zichzelf voor het voetlicht te brengen – als volleerde entertainers inderdaad.

Viel er intussen ook nog iets inhoudelijks op te steken van de debatterende heren en een dame? Iets waarvan je zegt: já, dat is de kern van de zaak, zo had ik het nog niet eerder gehoord of bekeken, nu weet ik aan wie ik mijn stem zal geven op 9 juni. Die vraag is lastiger te beantwoorden. Dat komt niet doordat de lijsttrekkers onduidelijk waren of vaagheden debiteerden. Doorgaans was iedereen glashelder en werd er op het scherp van de snede geformuleerd. Het probleem ligt bij de inzet van de verkiezingen: de economie. Eigenlijk gaat het alleen om bezuinigen en herverdelen. Iedereen is het erover eens dat het begrotingstekort moet worden aangepakt omdat het anders misloopt in Nederland, men verschilt alleen van mening over welke bevolkingsgroepen er aangepakt of juist gespaard moeten worden en op welke termijn.

Diverse maatregelen kunnen op tal van manieren sluitend worden beargumenteerd en dat gebeurde dan ook. Het CPB had alle begrotingen doorgerekend en gefiatteerd; de enige hapering deed zich voor bij de PvdA die achteraf gesmokkeld bleek te hebben met het jaar van de Aow-aanpassing, een foutje waar Cohen ruiterlijk zijn excuses voor had aangeboden. Een cijfermatige onderbouwing neemt niet weg dat discussiëren over geld niet de meest tot de verbeelding sprekende vorm van politiek is. Geld en cijfers vormen de ruggengraat van de maatschappij (iets is pas reëel als je het kunt uitrekenen en opmeten), maar economie is spijtig genoeg geen wetenschap. Net als het weer is de economie een open systeem. Voorspellingen op de korte termijn zijn goed te doen, voor de middellange termijn wordt het al moeilijker en voor nog verder in de toekomst klopt er zelden wat van. Onvoorziene gebeurtenissen en ontwikkelingen kunnen een gepland scenario totaal omgooien.

Zelfs in het hier en nu is het moeilijk om vat te krijgen op de economie. Zijn internationale economische problemen als de daling van de euro of het dreigende bankroet van Zuid-Europese landen uiteindelijk niet veel belangrijker voor het Nederlandse welvaartspeil dan specifieke maatregelen als afschaffing van de hypotheekrenteaftrek of het instellen van een fors eigen risico bij de ziektekostenverzekering? Lijsttrekkers profileren zich vurig met betrekkelijk marginale kwesties als vasthouden aan 65 jaar voor de Aow of een verhoging van het belastingtarief voor de hoogste inkomens naar zestig procent, behoud van de studiefinanciering of inkorting van de termijn van de ww-uitkering. Ineens is dit soort gesteggel over portemonneezaken van het allerhoogste belang, terwijl nog niet zo lang geleden alle aandacht uitging naar de door Wilders geagendeerde problemen van integratie en massa-immigratie.

Ideologie heeft plaatsgemaakt voor geld en het politieke bedrijf is terug naar business as usual: verdelingsvraagstukken. De tegenstellingen lijken onverzoenlijk, maar van alle plannen zullen de scherpe randjes weggemasseerd worden in de coalitieonderhandelingen. Niemand heeft echt iets te duchten, want we komen toch weer in het midden uit. Bij zo’n voorspelbare uitslag is het geen wonder dat de entertainmentsfactor in de campagne steeds geprononceerder wordt. Mensen stemmen op een persoon, want die is aansprekender dan geld.

Artikelen in Column.


Extra smaakmakers

Beste Beatrijs,

In ons gezin (vader, moeder, drie kinderen in de tienerleeftijd) is verschil van mening ontstaan over toevoegingen aan het eten dat de kok bereid heeft. Stel bijvoorbeeld dat de kok-van-dienst een Chinese maaltijd heeft bereid en iemand wil er vervolgens tomatenketchup bij, terwijl de kok dit niet bij het gerecht vindt passen. Of de kok heeft een bloemkoolgerecht gemaakt met bepaalde kruiden en iemand haalt zomaar kaas uit de koelkast en gooit dat over de bloemkool. Kortom: mag de kok respect eisen voor zijn of haar gerecht of is dat betutteling van de eters? Dit gaat dus niet over peper of zout op tafel.

Extra smaakmakers?

Beste Extra smaakmakers,

In het algemeen geldt dat eters het moeten doen met wat er op tafel staat en niet moeten verzoeken om allerlei toevoegingen om de maaltijd meer naar hun smaak te krijgen. Als er geraspte kaas bij hoort, had de kok dat wel op tafel gezet immers. Deze regel geldt in ieder geval voor formele diners en voor etentjes bij andere mensen in de huiselijke kring. Wie bij mensen eet die de moeite hebben genomen een speciaal gerecht te bereiden, moet niet gaan vragen om de ketchup. Dat maakt een onbescheiden en bekrompen indruk. In restaurants kan iemand makkelijker vragen om toevoegingen, omdat het de uitbater meestal weinig kan schelen wanneer klanten hun maaltijd verpesten met niet erbij passende smaakmakers. Als de klant maar gelukkig is en als hij maar betaalt, luidt daar het motto.

In de huiselijke kring is het vaak een beetje schipperen. Als de kinderen nog klein zijn en bijvoorbeeld moeite hebben met sommige groentes, zijn er heel wat ouders die er ketchup of appelmoes overheen kwakken om de kinderen het toch te laten opeten. Het is een gevaarlijke techniek die spaarzaam moet worden toegepast, omdat kinderen er anders aan gewend raken dat alle smaken waar ze voor terugdeinzen met ketchup/ mosterd/ appelmoes/ mayonaise of maggi gemaskeerd kunnen worden.

Het gebruik van extra (niet op tafel staande) smaakmakers moet dus worden ontmoedigd, omdat het een kinderachtige indruk maakt. Helemaal de kop in drukken zal niet lukken (tenslotte is er ook weer niet zo heel veel op tegen als iemand ergens kaas overheen gooit – zie de vrijheid-blijheid-houding die in restaurants gebruikelijk is), zolang voor de opgroeiende kinderen maar duidelijk is dat ze dit buitenshuis beter kunnen laten, omdat het inderdaad beledigend is voor de kok die een gebalanceerde smaaksensatie heeft nagestreefd.

Artikelen in Eten en drinken.

Gelabeld met .


Jeugdige kleding

Beste Beatrijs,

Ik ben een vrouw van 38. Ik zag vandaag in een winkel een hardroze jurk, tot net boven de knie. Kan ik als bijna 40-jarige nog hardroze aan of komt dat over alsof je krampachtig op een tiener wilt lijken? Of is het te barbieachtig? En hoe zit het met korte rokjes (tot halverwege het bovenbeen)? Ook hierbij twijfel ik of het nog kan – niet naar het werk maar in de vrije tijd. En felle kleuren bij elkaar, een beetje gedurfd, gestreepte leggings of een tijgerpanty? Kan dat nog op mijn leeftijd?

Jeugdige kleding

Beste Jeugdige kleding,

Als u het kan hebben (belangrijkste kriterium is dat u niet te dik bent), dan kunt u best korte rokken en roze dragen. De gemiddelde overlijdensleeftijd ligt tegenwoordig zo hoog (82 jaar) dat de leeftijd waarop men nog jong is ook steeds verder omhoog schuift. Veertig is al geruime tijd het nieuwe dertig! Trek vooral aan wat u mooi vindt en waar u zich prettig in voelt. Felle kleuren mogen hoe dan ook. De tijd dat oudere vrouwen zich in schutkleuren hulden om maar zo min mogelijk op te vallen ligt al heel lang achter ons.

Artikelen in Traditionele etiquette.

Gelabeld met .


Buurtbarbecue

Beste Beatrijs,

Jaarlijks is er bij ons op het grasveld een buurtbarbecue. Elk jaar zien mijn vrouw en ik er tegenop. Gesprekken ter plekke hebben een oppervlakkigheid dat het een lieve lust is. Mijn zoon van 18 gaat omdat hij wat wil eten en gaat dan om 20.00 uur weg naar vrienden, mijn dochter van 15 heeft het na de laatste keer wel gezien. Deze barbecue wordt door een paar figuren in de straat erg gepromoot, maar ik zie na zo’n jaar of acht geen grotere respectvolle cohesie in de buurt. Zelf wil ik er niet meer heen. Is dit verstandig? Hoe beoordeelt u de functie van zo’n buurtbarbecue? Kun je na bijvoorbeeld een uur weg?

Geen zin in de buurt

Beste Geen zin in de buurt,

U geeft niets om de buurtbarbecue. Blijf er toch heen gaan, is mijn advies. Het is niet de bedoeling om met uw buurtgenoten diepe gesprekken over het leven te voeren. Het gaat om niet meer dan een hapje, een drankje en wat koetjes en kalfjes. Op zo’n manier leren buurtgenoten elkaar net iets beter kennen dan alleen van gezicht. Je staat met deze te praten, dan met gene. Het gesprek gaat over de buurt, hoe de tuin erbij staat, misschien even over werk of kinderen, vakantiebestemmingen. Het heeft allemaal weinig om het lijf, maar in ieder geval hoort u de namen van de mensen en wat oppervlakkigheden uit hun leven. Zodra mensen in een buurt elkaar een heel klein beetje kennen (ook al blijft dat beperkt tot groetniveau en een sporadisch praatje over het weer) is de sfeer in een buurt al vriendelijker dan wanneer ze nooit een woord met elkaar hebben gewisseld. Uw aanwezigheid bij de barbecue kan u op geen enkele manier schaden, integendeel, het is altijd nuttig en leerzaam te weten wie uw buren zijn.

Het doet er niet toe dat uw kinderen niet willen meedoen. Oudere tieners hebben andere prioriteiten dan de buurt, dat geeft niet, en als uw zoon wel wil mee-eten is dat meegenomen. Doe gewoon mee en laat uw gezicht zien. Eten moet u toch, dus waarom ter afwisseling niet een keertje met de buurtgenoten? U hoeft niet tot laat op de avond te blijven rondhangen. Als u er na een uur of twee weer genoeg van hebt, gaat u fijn terug naar huis met de zelffeliciterende gedachte dat u weer uw beste beentje hebt voorgezet.

Artikelen in Buren.


Kip, ik heb je!

Eigenlijk vond ik dat schandaal rond Jack de Vries groteske onzin. De man had een buitenechtelijke affaire. Nou en? Alsof de meute die hem aan stukken scheurde nooit eens een onverkwikkelijk akkefietje aan de hand heeft gehad. We hebben een jaar of veertig geleden ontrouw, slippertjes, scheve schaatsen en huwelijksbedrog geschrapt uit het Wetboek van strafrecht, zodat mensen konden scheiden zonder een beroep te hoeven doen op de zogenaamde Grote Leugen. Of een huwelijk nu mislukt door algehele verzuring van de betrekkingen of door buiten-de-deur-seks doet uiteindelijk niet ter zake. In een beschaafde maatschappij staan er geen wettelijke sancties op seks tussen wederzijds instemmende volwassenen.
Het is heel eigenaardig dat een staatssecretaris zich geen liefdesaffaire kan permitteren, terwijl in het hele land op alle kantoren dit soort dingen van hoog tot laag voortdurend aan de hand is. Volgens de regels op Defensie had hij z’n relatie bekend moeten maken op de werkplek. Ja, dûh! Alsof geheime, getrouwde minnaars te biecht zouden gaan bij de medezeggenschapsraad. Dan kun je net zo goed meteen een persconferentie geven. Dat De Vries van het CDA is pakte voor hem extra nadelig uit. Zoals bekend verkondigen die lui de bekrompen leer van ‘het gezin als hoeksteen van de maatschappij’ en dit spruitjesgeluid moet een schuinsmarcherende CDA-politicus bekopen met de schandpaal en ontslag. Volgens deze maatstaf zou de privacy van seculiere politici op het gebied van buitenechtelijke verhoudingen wél worden gerespecteerd, omdat zij het volk geen vrome praatjes over het gezin voorhouden. Een rare redenering, want hoe kinderen groeien nu eenmaal altijd op in gezinnen, hetzij in ouderwets ongebroken gezinnen, hetzij met één ouder (al dan niet gescheiden of co-ouderend), hetzij in samengestelde stiefgezinnen, hetzij met lesbische of homo-ouders. Je kunt moeilijk het weeshuis tot hoeksteen van de maatschappij bestempelen. Hoe die gezinnen precies tot stand zijn gekomen valt buiten het bestek van de wet. Sterker nog, geen enkele gezinsvorm mag als zodanig worden gediscrimineerd of ergens van worden uitgesloten – ook niet volgens de opvattingen het CDA. Een overspelige CDA-politicus gedraagt zich bijgevolg niet moreel verwerpelijker dan een overspelige PvdA’er of SP’er.
Enfin, geen enkele politicus blijft natuurlijk gevrijwaard van bemoeienis met het privéleven, want elke nieuwsgierigheid kan te allen tijde worden gerechtvaardigd met een beroep op de voorbeeldfunctie. Politici zijn allang niet meer zomaar mensen met een missie of met hart voor de publieke zaak, die afgerekend worden op hun politieke daden. Ze moeten de burgers ook in hun manier van leven tot voorbeeld strekken. Ze moeten integer zijn en onberispelijk, niet alleen in legaal opzicht, maar als mensch. En als ze afwijken van een of ander zelfgebreid moreel of gezond-leven-ideaal, worden ze meedogenloos ontmaskerd als hypocriete egoïsten en zakkenvullers. De roddeluitgave ‘Binnenhof’, een co-productie van HP/De Tijd en Weekend, neemt een duik in het privéleven van politici en wat blijkt? Het zijn net gewone mensen, die eten en auto rijden, in huizen wonen en boodschappen doen, alcohol drinken en (tsss) roken. Omdat de knipselmap met oudbakken roddels niet voldoende sensationeel materiaal opleverde, werd de inhoud van een paar vuilniszakken zorgvuldig uitgesorteerd en geëxposeerd, alsof we hier te maken hebben met de bewijsstukken voor een lustmoord. Kan het nog abjecter?
Dit alles dient geen enkel journalistiek doel, behalve het inspelen op de nieuwsgierigheid van een cynisch en blasé publiek dat op een infantiele manier gefixeerd is op het persoonlijke en het emotionele. Natuurlijk wil de cynische burger stiekeme foto’s zien van de kinderen van Femke Halsema, natuurlijk wil hij weten wat de overwaarde van de huizen van politici bedraagt om daarna ‘kip ik heb je!’ te kunnen roepen. Politici staan zelf ook te trappelen om mee te doen aan een stompzinnig quizje en twitteren er lustig op los over hun privébesognes. Ook voeren ze hun gezinsleden mee op voor de camera, als dat zo uitkomt. Alles voor de stemmenwinst, nietwaar.
Het kan zijn dat het politici alleen maar om zichzelf gaat (ik geloof het niet). Het kan zijn dat een uitgave als Binnenhof bakken met geld binnensleept. Volgens hoofdredacteur Jan Dijkgraaf is voor het commerciële doel alles geoorloofd, totdat de rechter ingrijpt. Maar het is een vunzige vorm van journalistiek die de beschaving ondermijnt.

Artikelen in Column.


Patiëntbejegening

Beste Beatrijs,

Laatst moest ik een kijkoperatie ondergaan. Met een ruggenprik. Dus bij kennis. Chirurg, anesthesioloog, assistenten en verpleegkundigen voerden onderwijl geanimeerde gesprekken. Over alles en nog wat. Behalve over mijn aandoening en het verloop van de operatie. Ik vroeg mij toen en achteraf af: is dit normaal? Gaat het zo ook bij algehele narcose van de patiënt of is er dan misschien helemaal een sfeer van lachen, gieren, brullen, omdat de patiënt toch niets merkt? Heel veel operaties zullen routineklussen zijn, die de chirurg bij wijze van spreken met de ogen dicht kan uitvoeren. Maar de onmachtige en afhankelijke patient ondergaat zo’n ingreep als iets heel bijzonders. Een situatie die enig respect vraagt van het o.k.-personeel, zou je zeggen. Mijn  operatie is verder prima verlopen. Zit ik nu te zeuren over iets triviaals wat ik maar beter kan laten zitten?

Respectloos geopereerd

Beste Respectloos geopereerd,

Tijdens uw operatie werd u gereduceerd tot een kapot apparaat, waaraan monteurs met vereende krachten zaten te sleutelen, terwijl ze intussen hun vakantiebestemming en de actualiteiten doornamen. Dat is een vervreemdende en onprettige ervaring. Bij operaties waar de patiënt onder narcose ligt is luide muziek (keuze van de chirurg) en geklets van het personeel niet ongebruikelijk, althans bij routine-ingrepen. Maar als de patiënt bij kennis is, zou dit niet moeten gebeuren. De machteloosheid van de patiënt krijgt hierdoor extra nadruk. Sommige tandartsen en hun assistentes bezondigen zich ook aan gekeuvel over de hoofden van hun patiënten heen en doorgaans wordt dat niet op prijs gesteld.

U vraagt zich af of u niet gewoon uw handjes dicht moet knijpen met uw geslaagde operatie en uw ongenoegen verder inslikken. Dat kan – het is immers allemaal achter de rug. Toch kunt u overwegen er een klacht tegenaan te gooien. Wat u hebt meegemaakt valt niet onder correcte patiëntbejegening en er zullen meer patiënten zijn die zich hieraan storen. Schrijf een brief naar de betreffende afdeling en spreek uw dank en lof uit over de geslaagde ingreep. Beschrijf vervolgens de gang van zaken tijdens de operatie, waarbij het leek alsof men over uw hoofd heen koffiepauze aan het houden was. Eindig met de vraag wat hieraan te doen zou kunnen zijn. Hopelijk krijgt u een brief terug met excuses, en wie weet is uw klacht aanleiding om een teambespreking te houden over een betere omgang met patiënten.

Artikelen in Zakelijke relaties, Ziekte.

Gelabeld met .