Spring naar inhoud


Gij zult alert zijn

Als je alleen een hamer hebt, gaat alles er op een gegeven ogenblik uitzien als een spijker. Deze zegswijze schoot me te binnen na het lezen van een interview vorige week in NRC Handelsblad met psychotherapeute Martine Delfos die om commentaar werd gevraagd op de Amsterdamse crèchemisbruik-affaire. Zedenschandalen trekken veel aandacht. In low-brow media als De Telegraaf en de commerciële zenders leggen reporters zich er doorgaans op toe om zo veel mogelijk informatie van direct betrokkenen of anders van hun familieleden, buren of desnoods van hun huishoudelijk personeel boven water te krijgen. In high brow media wordt dit spitten naar incriminerende getuigenissen sleazy gevonden en wendt men zich liever tot een deskundige die het schandaal kan duiden. Dus reist De Telegraaf af naar Letland om te graven in de jeugd van ‘het monster van Riga’ en krijgen NRC-lezers Martine Delfos.

Deskundigen zijn altijd een noodsprong in geval van sensationele misdaden. Van de zaak zelf weten ze niet meer dan de gemiddelde krantenlezer, dus bevatten hun analyses zelden iets opmerkelijks wat niet iedereen aan de borreltafel allang zelf had bedacht. ‘Seksueel misbruik is verschrikkelijk,’ tekent de verslaggever op. So far, so good. Het zou vreemd zijn om het tegenovergestelde te beweren en natuurlijk is een therapeut die zich bezighoudt met traumaverwerking erop gespitst om de kwalijke effecten van kindermisbruik aan de kaak te stellen. Maar het gaat mis wanneer Delfos van misbruik een algemeen probleem maakt met algemene oorzaken en algemene remedies. De deskundigheid van een therapeut ligt erin om individuele patiënten met persoonlijke problemen zodanig te helpen dat ze een draaglijker leven kunnen leiden. Als de therapeut gaat generaliseren, vliegt-ie uit de bocht en dat was precies wat er in dit interview gebeurde.

Ouders moeten veel alerter zijn op kindermisbruik, beveelt Delfos aan bij wijze van remedie. Nog alerter? Terwijl niemand z’n kind van onder de tien vijf minuten ongesuperviseerd laat? Moet je ze dan niet meer naar crèche, school of vioolles sturen? Of moet je je kinderen wekelijks terloops (want niet bang maken natuurlijk) vragen of er nog iemand met z’n vingers in hun broekje heeft gezeten? Niet alleen ouders, iedereen dient alerter te zijn op mogelijke gevaren. Als voorbeeld geeft ze dat pabo’s die meer jongens willen aantrekken als docent in het basisonderwijs niet moeten vergeten om te selecteren op pedoseksuelen. Daarmee propageert ze een permanente staat van paranoia. Als het aan haar ligt geldt elke zeventienjarige jongen met een havodiploma op zak die naar de pabo wil in die mate als verdacht dat het de moeite waard is om hem met een paar honderd andere jongens door een pedoseksuele screening te halen, wat dat dan ook moge zijn – naar plaatjes van blote kinderen kijken met elektrodes aan het geslachtsdeel?

Niet dat deze paranoïde alertie veel zoden aan de dijk zal zetten trouwens, daar is deze maatschappij veel te geseksualiseerd voor. Volgens Delfos is er veel te veel seks overal: op internet, op tv, op de billboards. Zelfs kleuters zien onbedoeld porno. We leven in een verdorven cultuur en dat komt weer door de seksuele revolutie van de jaren zestig, toen seks werd losgekoppeld van het huwelijk. Aha, dus eigenlijk is het allemaal de schuld van Phil Bloom, Hugh Hefner en Germaine Greer.

De loskoppeling van seks en huwelijk als oorzaak van ontspoorde zeden – deze redenering kennen we uit orthodox-katholieke kringen, de fundamenteel-christelijke hoek en niet te vergeten de moslims. Als alles wat in de verste verte met seks te maken heeft nu maar gewoon opgesloten zou worden binnen de ommuurde veste van het huwelijk, dan hadden we geen problemen met deviante seks. Was het maar zo eenvoudig! Elke cultuur, demo- of theocratisch, modern of antiek, heeft te maken met voorechtelijke tienerseks, buitenechtelijke seks, pornografie, prostitutie, verkrachting en andere soorten misbruik waaronder kindermisbruik. De slachtoffers van katholieke prelaten uit de preutse tijden van een halve eeuw geleden kunnen erover meepraten. Of er nu veel of weinig seks in het dagelijks leven figureert maakt geen verschil voor de roofzuchtigen die het op kleine kinderen hebben gemunt. Kindermisbruik is een afschuwelijke misdaad, maar niet zo alledaags dat ouders in opperste staat van paraatheid moeten worden gebracht. Uiteindelijk heeft de krantenlezer meer aan sleazy berichtgeving in dezen dan aan hysterische alarmering.

Artikelen in Column.


Grofgebekt kind

Beste Beatrijs,

Mijn zoon van twaalf kan allerliefst zijn, maar bij de minste tegenslag begint hij te vloeken en te schelden. Zelf vloek of scheld ik niet, omdat ik een goed voorbeeld wil geven, en hetzelfde geldt voor mijn vriend (hoewel het hem meer moeite kost). Ik corrigeer mijn zoon altijd door te zeggen hoe vervelend ik het vind. Verder hebben we de afspraak dat hij, als het hem een week lang goed lukt om zich in te houden, op zondag 2,50 euro extra zakgeld krijgt. Ik prijs hem ook steeds op momenten dat hij gefrustreerd raakt en zich toch beheerst. Eerder hanteerde ik de regel dat hij juist mínder zakgeld kreeg met iedere keer dat hij schold of vloekte, maar dat werkte ontmoedigend. Hij had, als het eens mis ging, meteen het gevoel dat alles verloren was en zag dan geen reden meer nog zijn best te doen. Ook beloningen in natura, zoals extra aandacht of leuke activiteiten motiveren hem nauwelijks. Hebt u nog een ander idee?

Grofgebekte zoon

Beste Grofgebekte zoon,

Het inzetten van krachttermen bij woede of frustratie kan zonder tegenspel uitgroeien tot een automatisme dat het hele taalgebruik overwoekert. Ouders die geen vloekende kinderen willen doen er goed aan om, behalve zichzelf in te houden, er van jongsaf aan bovenop te zitten, want het is makkelijker om een gewoonte niet te laten ontstaan, dan een eenmaal gevestigde gewoonte weer af te leren.

Ga onverstoorbaar door met wat u nu al doet: uw zoon de regels voorhouden en hem rustig corrigeren bij elke keer dat hij de fout ingaat. Geen enkele grofheid laten passeren dus. Dat gedoe met straffen of belonen helpt volgens mij niet. Kinderen worden weerspannig van straffen en ook van externe beloningen die als machtsmiddel worden ingezet. Uw zoon zou zich moeten inhouden met schelden en vloeken omdat hij niet langer een grofgebekt persoon wil zijn, en niet omdat hij voor goed gedrag 2,50 euro krijgt.

U zou kunnen overwegen om een telling bij te houden. Bij elke overtreding in taalgebruik zegt u dat dat niet oké is, en moet uw zoon een knikker (of een lucifer of een knoop) in een potje doen. Na een week telt u samen met hem het totaal op: zijn het er vijf, tien of 25? Zo krijgt uw zoon inzicht in hoe vaak het eigenlijk gebeurt. Misschien vindt hij het een uitdaging om te proberen zijn weekgemiddelde naar beneden te krijgen. Dan wordt het een soort wedstrijd tegen zichzelf, waar verder geen straf of beloning aan te pas komt. Nu ja, hier gaat na een paar weken het nieuwtje ook weer van af natuurlijk. Het belangrijkste is dat u zich er niet bij neerlegt en hem blijft corrigeren. Als uw zoon gemotiveerd is om een beetje te dimmen met de grove taal (al was het maar om u een plezier te doen), kan hij het zichzelf best afwennen. Oefening baart kunst.

Artikelen in Taalgebruik, Tieners.


Voorschieten

Beste Beatrijs,

Het gebeurt mij regelmatig dat ik bij gezamenlijke etentjes voorstel om het bedrag dat op de rekening vermeld staat voor te schieten door het hele bedrag te pinnen. Niet altijd wordt het geld aan mij terugbetaald. Ook bij het inzamelen van geld voor gezamenlijke cadeaus gebeurt me dat wel eens. Ik merk dat ik grote moeite heb om dit onderwerp op een luchtige/ speelse manier aan de orde te stellen. Daardoor schiet ik er vaak bij in. Bestaat er een charmante manier om aan vrienden een geleend geldbedrag terug te vragen?

Geen deurwaarder

Beste Geen deurwaarder,

U wil graag het geld terug dat uw vrienden u schuldig zijn. U hoeft zich niet in bochten te wringen om dit op een luchtige/ speelse/ charmante manier aan te pakken. Het kan gewoon op een feitelijke manier. U zegt dan tegen deze of gene: ‘Hé, ik krijg nog XX euro van je, weet je nog?’ Meestal zijn betrokkenen er helemaal niet op uit om u een poot uit te draaien, maar zijn ze het glad vergeten. Onder excuses zullen ze meteen hun portemonnee trekken en betalen. Als ze geen contanten bij zich hebben, geeft u hen uw bankrekeningnummer en het bedrag dat u te goed hebt nog een keer op een briefje. Zolang ze niet betaald hebben, herhaalt u deze procedure. Uiteindelijk komt het dan wel in orde. Als u moeite hebt met de rol van incassobureau, kunt u beter ophouden met steeds maar weer geld voorschieten.

Artikelen in Horeca.

Gelabeld met , .


Slonzig concertpubliek

Beste Beatrijs,

Tijdens het klasieke zondagochtendconcert in het Concertgebouw zitten hoofdzakelijk  oudere, nette Amsterdammers te luisteren naar een in stijlvol zwart gekleed orkest. Een aanzienlijk deel van de aanwezigen heeft geen enkele moeite gedaan om zich netjes aan te kleden. Onlangs zat ik achter iemand met een gestreept voetbalshirt aan, terwijl velen in trui en kampeerbroek gekleed waren. Ook zag ik iemand in geruit hemd met rode bretels. Dit stoort me en ik word erdoor afgeleid. In het buitenland ziet het publiek in een concertzaal er altijd veel netter uit. Wat is uw advies aan de culturele Amsterdammer?

Slonzig publiek

Beste Slonzig publiek,

Nederlanders gedragen en kleden zich vaak buitengewoon informeel in omstandigheden die  om meer cachet vragen. Het is al vaker opgemerkt en er is net zo min iets aan te doen als aan de files. Het opstellen van kledingpolitie bij de ingang van de zaal die concertgangers met een tekortschietende outfit heenzendt zie ik tenminste nog niet zo snel gebeuren. Iedereen die de euvele moed vertoont om kledingadviezen aan de massa te verstrekken zal om zijn oren worden geslagen met een honend ‘Ik heb toch betaald voor mijn kaartje, wat kan het je verder schelen?!’ of ‘Wie ben jij dat je meent mij tips te moeten geven aangaande mijn kledingvoorkeur?’ Staat u mij toe dat ik er het zwijgen toe doe in dezen. Mijn advies aan u is: probeer u zo min mogelijk te ergeren, sluit desnoods uw ogen en concentreer u ten volle op de muziek waar u voor gekomen bent.

Artikelen in Het publieke domein, Traditionele etiquette.

Gelabeld met .


Eindejaarskaartje

Het loopt niet echt storm met de kerstwensen, bedacht ik, toen er vlak voor Kerstmis welgeteld drie kerstkaarten waren binnengekomen. Normaal gesproken arriveert de eerste ergens half december en zwelt de stroom daarna gestaag aan, zodat elke volgende dag de postbezorging als een dringender aansporing dient om zelf ook het taakje ter hand te nemen. Maar nu: een miezierige score. Aan de stakingen bij TNT kon het niet liggen, want die waren alweer een tijdje achter de rug en bovendien had ik daar nauwelijks wat van gemerkt. Kennelijk hoorde de postbode in onze buurt bij de werkwilligen.

Even overwoog ik als verklaring een dalende populariteit binnen de groep mensen op wier beste wensen ik sinds jaar en dag mag rekenen – misschien omdat ik zelf in gebreke was gebleven en de correspondenten ineens collectief hadden besloten dat het niet langer van één kant kon blijven komen? Een mogelijkheid die ik verwierp, want te hooi en te gras stuur ik wel degelijk goede wensen rond, al kom ik er meestal pas aan toe, wanneer de kerstdagen alweer voorbij zijn. Het worden dan meer een soort Nieuwjaarswensen eigenlijk, maar voor het idee maakt dat verder niet uit en het kaartenseizoen sukkelt door tot tenminste Driekoningen.

Het sturen van kerstkaarten is een traditie waarop het makkelijk afgeven is. Inderdaad, waarom zou je de moeite nemen om familieleden en goede vrienden die je toch al de hele tijd ziet (vaak nota bene met de feestdagen zelf) een seizoensgerelateerd plaatje toe te sturen met aan de binnenkant je naam en die van gezinsleden? Zo’n wezenloze geste heeft iets volstrekt overbodigs, om maar te zwijgen van het obligate kaartje aan buren, collega’s en zakelijke relaties. Het gaat juist om de mensen die je zelden tot nooit ziet, verre vrienden, een oude oom of tante, iemand die ooit dichtbij en belangrijk was, met wie je toch nog enig contact wilt houden. Het sturen van een eindejaarskaartje met goede wensen (en liefst een enkel persoonlijk woord erbij) is dan het laatste draadje waaraan de relatie nog bungelt. Vervalt de kerstkaart, dan bestaat ook de relatie niet meer.

Tot voor kort beoefenden vooral Amerikanen de half aardige, half irritante kunst van de jaarlijkse familie-update. In het kerstseizoen gingen ze er eens goed voor zitten om een jaaroverzicht te maken van de gezinswedervaardigheden, legden dat onder de kopieermachine, vouwden het in een beste-wensen-kaart met rendiertafereel, deden er een gezinsfoto bij (allemaal uitbundig lachende personen) en stuurden dat rond naar al hun vrienden en kennissen. De ontvangers waren in een klap weer helemaal op de hoogte van het wel en wee dat de familie had meegemaakt. Weliswaar meer van het wel dan van het wee – rondzendberichten kenmerken zich nu eenmaal door vuurvaste monterheid en enthousiasme – maar het was toch leuk om de relatie weer even bevestigd te zien. Zij leven nog en wij bestaan nog voor hen, dus snel een kaartje terug gekrabbeld met althans een passabele foto erbij.

De traditie van de eindejaars-update per papieren kerstkaart is alweer enige tijd vervangen door de eindejaars-e-mail die op de een of andere manier toch minder geprononceerd is dan de papieren versie en er nooit helemaal in is gekomen als traditie. Dat komt natuurlijk doordat het makkelijker is om te e-mailen dan te schrijven. Je hoeft met een levensteken niet te wachten tot het seizoen je ertoe dwingt, je kunt het op elk willekeurig moment door het jaar heen doen, en dus gebeurt het helemaal niet.

Aan updatende, contactbevestigende e-mails bestaat überhaupt steeds minder behoefte, omdat iedereen die zijn partijtje meeblaast in het sociale verkeer natuurlijk allang op Facebook zit met 236 vrienden. Actuele vrienden, oude studiegenoten, exen, cafémaatjes, mensen met wie je op school hebt gezeten, met wie je zeilkampen of skivakanties hebt meegemaakt, elke schim uit een ver verleden beschikt voortdurend over de meest recente en gedetailleerde update van hoe het met je gaat en kan daar desgewenst op reageren (‘vind ik leuk!’). Bij zo’n totale vorm van ingeplugd zijn in sociale netwerken verliest het kerstkaartje elke betekenis. En zelfs al zou je ze om sentimentele redenen nog wél willen versturen, in de praktijk kennen mensen steeds minder elkaars postadres. Op den duur valt iemands woonadres onder opperste privacy en dan is het helemaal afgelopen met de kerstkaarten.

Artikelen in Column.


Mijn oppas is van mij

Beste Beatrijs,

Ik ben een thuisblijfmoeder met twee kinderen van vier en zeven jaar. Na een zorgvuldige sollicitatieprocedure heb ik een oppas gevonden met wie ik heel tevreden ben en die ik goed betaal. Laatst paste zij een middagje op, terwijl er ook een vriendje van mijn zoon bij ons speelde. Tot mijn verbazing bleek de moeder die haar kind kwam ophalen telefoonnummers uitgewisseld te hebben met mijn oppas, omdat zij ook van haar diensten gebruik wilde maken. Mijn oppas is een studente met een rijk sociaal leven die alleen van dinsdag tot en met donderdag beschikbaar is. Ik stem mijn activiteiten buitenshuis af op haar agenda. Ik vrees dat ik nu nog minder een beroep op haar zal kunnen doen. Eigenlijk neem ik het hun kwalijk dat zij in mijn huis buiten mij om werkafspraken met elkaar gingen maken. Kan ik hier iets van zeggen?

Mijn oppas is van mij!

Beste Mijn oppas is van mij,

Mensen die huishoudelijk personeel zoeken vissen graag in de vijver van hun kennissenkring, omdat ze ervan uitgaan dat het met de betrouwbaarheid van de werknemer dan wel goed zal zitten. Het geeft meer zekerheid dan een onbekende in huis halen via internet of advertenties. Uw kennis deed wat veel andere moeders ook doen, maar ze had beter eerst bij u kunnen peilen hoe het zit met de behoefte van uw oppas aan meer werk, voordat ze haar aansprak met een mogelijk verleidelijk aanbod. Begrijpelijk voelde u zich onder uw duiven geschoten door haar voortvarendheid. Onder kennissen gaat men niet met elkaar om als multinationals die in de hitte van de concurrentiestrijd elkaars toppersoneel wegkapen.

Kom bij uw oppas terug op dit incident en vertel haar dat u haar niet wil kwijtraken aan die andere moeder. U kunt haar er trouwens niet van weerhouden voor een ander te werken op tijden dat u haar niet nodig hebt. Als u zich wilt verzekeren van haar loyaliteit, zou u haar een planning voor de maand kunnen geven, zodat ze langer van tevoren weet welke dagdelen ze bij u moet werken. Het is voor haar ook prettig om vaste werktijden te hebben, waar ze op kan rekenen. Misschien kunt u aan haar vragen of ze iemand anders kent die u als inval-oppas kunt gebruiken, wanneer zij niet kan. Het is sowieso handig om over meer dan een persoon te beschikken op wie u een beroep kunt doen. Als uw kennis haar een betere prijs heeft geboden, kunt u overwegen om haar loon te verhogen, zodat dat geen reden voor haar is om over te stappen. Praat er in alle openheid over met uw oppas en dan komt u er samen wel uit.

Artikelen in Zakelijke relaties.

Gelabeld met .


Ongewenste kerstkaart

Beste Beatrijs,

Vandaag ontving ik een Kerstkaart van een collega met wie ik vele onplezierige momenten heb meegemaakt. Hij werkte me tegen en zette me publiekelijk voor schut. Ik heb geprobeerd dit met hem uit te praten, maar dan hield hij zich van de dommen. De laatste maanden werk ik zo veel mogelijk om hem heen. Maar nu dus die kerstkaart. Hoe moet ik reageren? Een kerstkaartje terugsturen? Het liefste zou ik zijn kerstkaart aan hem teruggeven tijdens de komende kerstborrel. Wat raadt u mij?

Ellendige kerstkaart

Beste Ellendige kerstkaart,

Nooit kerstkaarten aan de afzender teruggeven! Dat zou een agressief, beledigend gebaar zijn, waarmee u de kans op herstel van een normale collegiale verhouding in de toekomst om zeep helpt. Misschien bedoelde uw collega het als onhandig verzoeningsgebaar. Of misschien stuurt hij alle collega’s van de afdeling een kerstkaart, zodat hij het gevoel had dat hij u niet kon overslaan. Hoe dit ook zij, u bent er niet van gediend, dus u kunt de kaart gewoon in de vuilnisbak gooien. U negeert het verder en komt er niet op terug. U hoeft hem niet te bedanken en u hoeft ook zeker geen kerstkaart terug te sturen.

Artikelen in Feestdagen, Post.

Gelabeld met .


Stress met Kerstmis

Beste Beatrijs,

De laatste jaren zijn onze ouders te oud om het kerstfeest van de familie te verzorgen en dus doen wij, de drie kinderen, het. We zijn twee keer bij mijn broer geweest en twee keer bij mij thuis. Voor de komende Kerst hebben mijn zus en haar man de familie uitgenodigd. Nu kreeg ik een mail van haar, waarin ze vraagt of wij zelf het eten mee willen nemen omdat haar financiële situatie is verslechterd. Onze financiële situatie is ook verslechterd, en ik vind geldgebrek geen excuus. Zij kan ook een eenvoudige soepmaaltijd maken. Het gaat immers niet om de luxe van het eten. Mijn man en ik hadden al eerder beloofd om mijn ouders op te halen en weer thuis te brengen. Die omweg brengt met zich mee dat we die dag vijf uur in de auto zullen doorbengen. Ik vind de verdeling van de lasten niet evenredig. Kan ik mijn zus hier op aanspreken?

De lasten van Kerstmis

Beste De lasten van Kerstmis,

Deze opzet vereist een bespottelijk zware investering van uw kant. Dit moet anders, want zo slaat het nergens op. Bel uw zus op en zeg tegen haar dat u moeite hebt met het huidige plan, omdat nu alles op uw schouders neerkomt. Begin met te zeggen dat ze geen dure, ingewikkelde kerstmaaltijd hoeft te serveren. Voor weinig geld, met liefde bereid, kun je ook iets smakelijks op tafel zetten. Doe uw zus vervolgens twee voorstellen waaruit ze kan kiezen: in het ene geval haalt u uw ouders op en u besteedt vijf uur in de auto, maar dan gaat u niet ook nog eens van tevoren een kerstdiner bereiden. In het andere geval gaat u wel het eten kopen en koken voor de hele familie, maar u doet dat in uw eigen huis, en dan kan uw zus (of broer) uw ouders brengen en halen.

Artikelen in Feestdagen.


Alleen eten met Kerstmis

Beste Beatrijs,

Ik ben een alleenstaande man van 57 jaar. Ik wil met Kerstmis in een restaurant gaan eten. Ik zocht er een uit dat heel goed staat aangeschreven en belde om een tafel te reserveren. Mij werd echter meegedeeld dat ze niet aan tafeltjes voor één persoon deden met Kerstmis. Ik heb toen elders (bij een minder restaurant) wél kunnen reserveren, maar ik vond het wel discriminerend dat ik als alleenstaande niet gewenst was. Hoe denkt u hierover?

Solo-kerstmaaltijd

Beste Solo-kerstmaaltijd,

Alleenstaanden hebben vanzelfsprekend evenveel recht als stellen of grotere gezelschappen om ergens te gaan eten. Net zoals ze in musea, theaters en bioscopen het recht hebben om één kaartje te kopen (en niet twee of meer). Dit vooropgesteld spelen er voor restaurants nog andere belangen mee, en wel financiële. Aan een tafel voor één persoon wordt de helft minder verdiend dan aan een tafel voor twee. Voor restaurants van gemiddelde prijsklasse maakt dat allemaal niet uit. Daar is de doorstroming per avond hoog of het restaurant zit toch niet vol, en dan is elke klant meegenomen, of die nu alleen zit of met z’n tweeën.

Maar in het dure segment, waar je lang van tevoren moet reserveren en waar elk tafeltje telt, ziet de eigenaar liever geen solo-tafels, want dat scheelt hem de helft van z’n omzet. U kunt wel denken: ‘Wat heb ik daar mee te maken, in die dure restaurants wordt al genoeg winst gemaakt’, maar restaurants zijn zelden grote winstmachines – ook en misschien wel juist de dure niet. Er valt dus zeker iets te zeggen voor het beleid van dit soort restaurants om op topavonden als Kerstmis voorrang te geven aan klanten die met z’n tweeën komen. Dat heeft niet zozeer te maken met discriminatie van alleenstaanden, alswel met een rationele bedrijfsvoering.

Afgezien daarvan hebben we het sociale aspect. Hoe je het ook wendt of keert, alleen eten met Kerstmis heeft iets treurigs. Dat mensen alleen aan tafeltjes zitten in restaurants is steeds gewoner. Die mensen zijn ergens voor zaken, ze hebben geen zin om te koken of ze willen gewoon een goede maaltijd zonder gezelschap. Van de eenzame eter kijkt allang niemand meer op en de eenzame eter hoeft zich ook allang niet meer te schamen dat hij alleen buiten de deur eet. Maar met Kerstmis ligt het anders. Dat is een dag waarop mensen voor gezelschap bij het eten zorgen, omdat het dan gaat om verbondenheid met je naasten en niet zozeer om het in je eentje savoureren van culinaire hoogstandjes.

Kent u echt niemand die zoals u alleenstaand is en wiens of wier gezelschap u net draaglijk genoeg vindt om samen een kerstmaaltijd mee door te komen? Als er maar één persoon in uw omgeving hiervoor in aanmerking komt, kunt u wél reserveren in dat sjieke restaurant, waar alleenstaanden niet welkom zijn. Op die manier hebben u en uw gast zowel het plezier van een exquis kerstdiner als van elkaars gezelschap. Zoiets heet in modern jargon een win-win-situatie.

Artikelen in Feestdagen, Horeca.

Gelabeld met , .