Spring naar inhoud


Uitgekotst

De figuur Hitler leent zich niet voor begrip, ook niet als de gewraakte uitspraken komen van een ironische pestkop.

Regisseur Lars von Trier beging een fikse blunder, toen hij tijdens een persconferentie op het filmfestival van Cannes zichzelf als nazi afficheerde en meevoelend over Hitler begon te filosoferen: ‘Ik zie hem daar zitten in die bunker op het eind en ik kan met hem sympathiseren.’  Het enfant terrible van de filmkunst was net een stapje te ver gegaan in zijn provocatielust en werd onverwijld op z’n vingers getikt: hij was niet meer welkom bij de prijsuitreiking. Een begrijpelijke represaille, want de figuur Hitler leent zich niet voor begrip, ook niet als de gewraakte uitspraken komen van een ironische pestkop die niets leuker vindt dan mensen op de kast jagen.

Maar Von Triers uitlatingen konden niet helemaal als louter geraaskal worden weggezet. Het beeld van iemand die zich heeft ingegraven in een bunker, terwijl de rest van de wereld hem op de hielen zit en het gewelddadige eind onvermijdelijk naderbij komt, is gruwelijk genoeg om van de weeromstuit enig medeleven op te wekken. Of het nu om het uitroken van Bin Laden, Sadam Hoessein, Khadaffi of Hitler gaat, er doet zich een reflex van afschuw voor die je als medeleven kunt interpreteren, zonder dat je daarmee de fysieke overmeestering veroordeelt of de schurk zelf omarmt. Op dat punt vielen Von Triers woorden serieus te nemen, waardoor de rest van de boutade ook in een mogelijk serieus daglicht kwam te staan, zodat de autoriteiten wel ‘Halt!’ móesten roepen.

Over Hitler valt niet genuanceerd te spreken (en dat hoeft ook niet, haast ik me eraan toe te voegen). Hitler geldt zozeer als de belichaming van het kwaad dat elke associatie met hem moet worden vermeden. In de Volkskrant las ik een stukje van de correspondent die beschreef dat Duitsers liever niet over AH spreken, als ze het over de ook in Duitsland gevestigde supermarkt Albert Heyn hebben. Die initialen zijn besmet. Wat zou betekenen, bedacht ik, dat Duitse ouders wier achternaam met een H begint hun kinderen niet met goed fatsoen een voornaam kunnen geven die met een A begint. Iemand zou er eens iets achter kunnen zoeken!

Mythische duivels hadden vroeger de hel als habitat, vanwaaruit ze excursies maakten naar de mensheid om deze te verleiden tot het slechte pad. In duivels geloven doet bijna niemand meer, maar in duivelse incarnaties (mensen die het pure kwaad vertegenwoordigen) des te meer. En hun habitat wordt een klemmender probleem, naarmate de verontwaardiging over hun misdaden breder wordt gedeeld. Je ziet het aan pedoseksuelen die na ontslag uit de gevangenis of tbs-kliniek nergens meer kunnen wonen, omdat ze altijd door actievoerders worden opgejaagd. De buurt wordt gealarmeerd, hun ruiten worden ingegooid, hun huizen besmeurd met scheldwoorden. In Amerika, waar velen de opvatting once a pervert, always a pervert huldigen, zien deze verstotenen zich genoodzaakt om de wijk te nemen naar kampementen buiten de stad, waar ‘gewone’ zwervers ook verre van blijven.

Het kostte Dominique Strauss-Kahn met al zijn geld de grootste moeite om een huurappartement/privégevangenis te vinden in New York, omdat toekomstige buren hem niet als buurman wilden. Misschien lag dit aan zelfgenoegzame rechtschapenheid, misschien waren ze bang voor hun vrouwen en dochters, misschien hadden ze geen zin in gedoe met beveiligers voor de deur. Toch was dit collectieve uitkotsgedrag onbeschaafd. Die man moet toch érgens naar toe?

Eenzelfde wrede bejegening lijkt Michelle Martin, de monsterlijke vriendin van het monster Dutroux, ten deel te vallen. Vervroegd vrijgekomen uit de gevangenis wil ze, zoals het uitgespuugde vrouwen betaamt, haar intrek nemen in een klooster. Een Frans klooster in haar geval, maar de Franse overheid wil geen buitenlandse ex-perverts binnen de landsgrenzen. Eigenlijk is nimbyisme (not in my back yard) een vorm van racisme. Hoe beestachtig ook de misdadiger, de wraak van het collectief liegt er ook niet om.

Artikelen in Column.


Partner niet uitgenodigd

Beste Beatrijs,

Een goede vriend die ik al bijna 25 jaar ken, gaat binnenkort (voor de tweede keer) trouwen. Mijn partner en ik hebben een uitnodiging ontvangen om de huwelijksceremonie bij te wonen en ’s avonds voor het feest. Tussendoor is er een diner voor familie en intieme vrienden, waar ik ook naartoe mag, maar mijn partner niet. In een handgeschreven toelichting staat dat die keuze met pijn in het hart is gemaakt ‘vanwege het geld’.

Ik weet dat het bruidspaar niet zo dol is op mijn partner als op mij. Als ze mij ook niet hadden uitgenodigd voor het diner, was er voor mij niets aan de hand geweest. Maar nu steekt het dat wij op hun trouwdag – waar de liefde wordt gevierd – uit elkaar worden gespeeld. Ik heb al besloten dat ik afzie van het diner, maar vraag me alleen nog af hoe ik dat moet laten weten. Neutraal: ‘Wij komen graag naar het feest, maar ik kan helaas niet komen eten’? Of kan ik toch op de een of andere manier laten weten dat ik me gekwetst voel? Hoe dan ook, de vriendschap met het bruidspaar heeft hiermee zware averij opgelopen.

Niet samen uitgenodigd

Beste Niet samen uitgenodigd,

Het gaat om een goede en oude vriend van u. Dan kunt u hem opbellen en afzeggen voor het diner, ‘omdat u het niet leuk vindt om zonder uw partner te komen’. U zegt gewoon waar het op staat. Dat moet uw vriend kunnen begrijpen. Hij had tenslotte zelf al geschreven dat hij met ‘pijn in het hart’ besloten had uw partner uit te sluiten. Met andere woorden: hij zag de bui al hangen.

Hij had natuurlijk u allebei niet moeten uitnodigen voor het diner.

Terzijde: het is natuurlijk vreselijk dom van uw vriend om te zeggen dat deze uitsluitingsbeslissing werd ingegeven door geld. Alsof niet-uitgenodigden dan getroost zijn! Hij had natuurlijk u allebei niet moeten uitnodigen voor het diner. Dan was er niets aan de hand geweest, schrijft u nota bene zelf.

Of de vriendschap met het bruidspaar door deze kwestie zware averij moet oplopen, weet ik niet. U wist toch al dat ze niet zo dol zijn op uw partner als op u? Dat is toch ook niet zo erg? Tussen bevriende stellen komt het vaak genoeg voor dat een van de twee net iets meer als ‘echte vriend’ geldt en de ander als een bijwagen. Dat hoeft de algemeen vriendschappelijke verhoudingen verder niet te verstoren.

Neem het niet zo zwaar op allemaal. Dit is een tweede huwelijk van die vriend. Tweede huwelijken zijn altijd wat minder belangrijk, met wat minder pomp & circumstance dan eerste huwelijken. Een herhalingsoefening roept nu eenmaal minder enthousiasme op van de vriendenkring. Dus wat maakt het uit. Zeg af voor het diner, u kunt de plechtige ceremonie van overdag ook laten zitten onder het motto ‘seen that, been there’. En u gaat gezellig ’s avonds samen met uw partner naar het feest. Niks aan de hand toch?

Artikelen in Bruiloft, Vrienden en kennissen.

Gelabeld met .


Te veel parfum

Beste Beatrijs,

In horecagelegenheden erger ik me regelmatig aan de hoeveelheid parfum die sommige dames gebruiken. Ik neem aan dat ze het door het dagelijks gebruik zelf niet meer ruiken. Maar in ernstige gevallen proef ik mijn eten of drinken niet meer, omdat alles doordrenkt is van parfumlucht. Is er een beschaafde manier waarop ik een vreemde vriendelijk kan adviseren het gebruik enigzins te matigen?

Olfactorisch overweldigd

Beste Olfactorisch overweldigd,

Het heeft geen zin onbekende dames aan te spreken met de mededeling dat ze stinken.

Vervelend als u last hebt van parfum van anderen, maar er is niets aan te doen. Het heeft geen zin onbekende dames aan te spreken met de mededeling dat ze stinken. Of de stank nu komt door te veel parfum of door zweten of door ongewassen kleren maakt niet uit. Er is immers geen mogelijkheid voor de dames om uw klacht weg te nemen. Ze kunnen zich niet ter plekke van het parfum ontdoen. Een vrijblijvende aansporing van uw kant om voortaan een beetje te dimmen met het parfumgebruik is te aanmatigend om aan vreemden te verstrekken. U krijgt dan een voorspelbaar genoeg ‘Waar bemoei je je mee?!’ terug. Dus beter van niet. De enige manier om u hiermee te verstaan is om u te verwijderen van de stankbron. Vraag de ober discreet om een ander tafeltje.

Artikelen in Horeca.

Gelabeld met .


Tuin van de buren verzorgen

Beste Beatrijs,

Mijn buurvrouw zorgt tijdens onze vakantie met veel liefde en toewijding voor mijn tuin en natuurlijk doe ik dit met alle plezier voor haar tijdens haar vakantie. Maar de laatste jaren gaat deze taak mij een beetje tegenstaan. Deze buurvrouw heeft twee volwassen thuiswonende dochters. Het zijn nogal verwende en verveelde dames. Vorig jaar lag een van de twee op een stretcher, toen de tuinslang vast kwam te zitten achter een van de poten. De dame in kwestie bleef gewoon liggen en liet me maar aanmodderen met de onder haar ligbed vastzittende slang. De dochters zien mijn komst duidelijk als een inbreuk op hun privacy, maar hebben blijkbaar geen zin om het dagelijkse tuinklusje zelf op te knappen.

Ik voel me door dit tweetal af en toe behoorlijk onplezierig bejegend als het slaafje van de overkant! Ik heb de buurvrouw al eens voorzichtig gepolst of mijn tuinverzorging eigenlijk wel nodig is, maar de beide dochters hebben helaas geen groene vingers volgens haar.

Tuinslaaf

Beste Tuinslaaf,

Dat zij ook twee nietsnuttende dochters heeft, doet geen afbreuk aan de afspraak.

Uw buurvrouw verzorgt uw tuin, als u met vakantie bent. En u doet de hare, als zij met vakantie is. Dat lijkt me een prima deal. Dat zij ook twee nietsnuttende dochters heeft, doet geen afbreuk aan de afspraak. U kunt moeilijk tegen de buurvrouw zeggen: ‘Ik vind het fijn als jij mijn tuin verzorgt, maar ik doe de jouwe niet, want jij hebt twee dochters die het kunnen doen’.

Houd de afspraak met de buurvrouw in ere. U hoeft overigens niet over u heen te laten lopen door de dochters. Als ze in de weg zitten, vraagt u vriendelijk of ze even plaats willen maken, of ze de tuinslang vrij willen maken enzovoort. Als daarbij onverhoeds een spatje water op hen terechtkomt, terwijl ze op hun stretchers de zon aanbidden, is dat niet erg.

Artikelen in Buren.

Gelabeld met .


Slecht imago

Drukken Nederlanders ineens collectief de mythische jaren vijftig aan hun borst? Welnee.

Er bestaan meningen en er bestaat gedrag. Naar allebei de fenomenen kun je onderzoek doen en altijd weer valt op hoe veel minder interessant de onderzochte meningen zijn vergeleken met het onderzochte gedrag. Neem het recente Gezinsrapport 2011 van het SCP. ‘Eenoudergezin kampt met slecht imago’ haalt Trouw hier als belangrijkste bevinding uit naar voren en: ‘Bevolking lijkt conservatiever’. Hoe nu? Worden eenoudergezinnen stiekem nagewezen en zwartgemaakt door zelfvoldane aanhangers van het huisje-boompje-beestje-concept? Drukken Nederlanders ineens collectief de mythische jaren vijftig aan hun borst?

Welnee. Het enige wat het SCP heeft opgespoord is dat heden ten dage drie kwart van de Nederlanders meent dat kinderen beter af zijn met twee ouders in huis dan met één ouder, terwijl tien jaar geleden slechts 66 procent er zo over dacht. We hebben hier te maken met een toename van maar liefst negen procent conservatisme! Nog even en de gevreesde man die het vlees aansnijdt maakt ook weer een comeback. Dat is althans de associatie die het woord ‘conservatisme’ oproept. Hoogleraar Aat Liefbroer, een van de auteurs van het rapport en door Trouw om een toelichting gevraagd, geeft niet bepaald geruststellend commentaar op deze bedenkelijke trend. ‘Mogelijk is er een bovengrens in de tolerantie bereikt,’ sombert hij. Inwoners van Scandinavische landen zijn veel ruimdenkender over alternatieve gezinsvormen. Binnen de Europese landen neemt Nederland een middenpositie in en is volgens het SCP ‘zeker geen gidsland op dit gebied’.

Kennelijk is er sprake van een wedstrijd, waarbij de prijs voor ruimdenkendheid naar Scandinavië gaat en Nederland zich een fletse middenmoter betoont. En dat terwijl nog maar tien jaar geleden wíj degenen waren die ons met het fiere banier ‘gidsland’ mochten tooien en de rest van de wereld lieten zien waar de toekomst lag. Maar waar gaat die wedstrijd eigenlijk over? De Nederlandse bevolking krijgt onder uit de zak van het SCP, omdat ze er conservatievere meningen op nahoudt dan eind vorige eeuw. De meerderheid vindt nu dat een gezin met twee ouders een betere achtergrond vormt voor kinderen om in op te groeien dan een eenoudergezin. Tien jaar geleden vond men dat ook, maar toen was er een grotere minderheid die geen verschil zag: twee ouders, een ouder, gescheiden ouders, stiefouders –allemaal een pot nat. Deze geen onderscheid makende (niet-discriminerende) mening geldt als progressief en krijgt daarmee een stempel van goedkeuring: mensen die dit vinden zijn tolerant en ruimdenkend. Per implicatie is de conservatieve mening dan intolerant, benepen en afkeurenswaardig.

Behalve op de dimensie conservatief-progressief kun je een mening natuurlijk ook toetsen op het waarheidsgehalte: klopt de mening wel of niet? Heeft de mening een klein raakvlakje met de werkelijkheid of slaat ze gewoon nergens op? De stelling dat het niet uitmaakt voor een kind of het nu met een of met twee ouders opgroeit valt niet overeind te houden. Er is eenvoudig te veel onderzoek dat nadelige gevolgen van het eenouderschap heeft aangetoond. Dat onderzoek is trouwens niet eens nodig om de stelling af te wijzen. Om te beginnen is er een gezinnetje met twee liefhebbende ouders, en dat alle variaties daarop (echtscheiding, dood van een ouder, bewust alleenstaande moeders) ook best uiteindelijk tot geluk kunnen leiden maakt die variaties niet minder tot tweede keus. Het is heel raar om die rangorde te ontkennen en nog raarder om hen die de rangorde onderschrijven voor intolerant te verslijten.

Alle meningen over alternatieve gezinsvormen en de bijbehorende imago’s die door bezorgde autoriteiten moeten worden opgekrikt zijn oninteressant, gratuït en volstrekt nietszeggend. Ondanks de toename van conservatieve meningen over het gezin gaan Nederlanders gewoon door met echtscheiden, in hun eentje kinderen krijgen, stiefgezinvorming en wat niet al. De meningen in dezen doen er niets, maar dan ook helemaal niets toe.

Artikelen in Column.


Wel of niet naar begrafenis

De vader van een van mijn werknemers is overleden. Hij wordt volgende week begraven en ik vraag me af of het gepast is als ik naar de begrafenis ga. Mijn collega is een gewaardeerde kracht die al vele jaren voor me werkt en een belangrijke functie in de organisatie vervult. Als blijk van betrokkenheid dacht ik in eerste instantie te gaan. Anderzijds ken ik de vader in kwestie niet en zijn collega en ik in strikte zin geen vrienden. Hoewel de verhouding met hem zeer goed is en we professioneel veel samen hebben meegemaakt, is er een zekere afstand. Ik vraag me daarom af of mijn aanwezigheid bij zoiets intiems wel gepast is.

In het algemeen gaan mensen naar een begrafenis, wanneer ze A: de overledene kennen, B: bekend zijn met de familie, of C: intiem bevriend zijn met een van de directe nabestaanden. Geen van deze drie omstandigheden is op u van toepassing. Met andere woorden, u staat te ver af van dit overlijden en uw aanwezigheid op de begrafenis ligt niet voor de hand.
Voor de steun aan uw collega hoeft u ook niet te gaan, want hij verkeert op die dag temidden van familieleden en bekenden. Met het schrijven van een persoonlijk condoléancebriefje/ -kaartje naar uw collega geeft u op een passende wijze blijk van uw betrokkenheid.

Artikelen in Dood en begrafenis.

Gelabeld met .


Stil verdriet

Dikwijls denk ik aan overleden dierbaren op hun geboortedag. Ik zou graag de nabestaanden willen laten weten dat ik op deze speciale dag aan hen en aan de overledene denk. Hoe ‘feliciteer’ ik dan?

U zou de nabestaande van de overledene kunnen opbellen op die dag en tegen hem of haar zeggen dat het de verjaardag is van X en dat u dan altijd speciaal aan hem of haar denkt. Ongetwijfeld vindt die persoon dat aardig en attent van u, en dan ontspint zich vanzelf een gesprekje. Als u het moeilijk vindt om op te bellen of u weet niet waarover nog meer te spreken, kunt u een kaartje sturen met de mededeling dat u nog vaak aan X denkt en vooral op zijn/haar verjaardag. Ook zo’n kaartje zal de nabestaande zeker waarderen.

Artikelen in Dood en begrafenis.


Foto terugsturen

Gisteren ontving ik een bedankkaart van de familie van een overleden bekende. Bij de kaart was een foto van haar ingesloten. Zij was geen persoonlijke vriendin, ook geen directe collega, we waren allebei vertegenwoordigers van bepaalde overlegorganen en kenden elkaar van de vergadertafel. Ik heb haar altijd zeer gewaardeerd en heb dat ook aan haar familie geschreven, toen ik de condoléancekaart stuurde. Nu vraag ik me af of ik de foto weer zal terugsturen naar de familie. Ik zal er nooit meer naar kijken, maar weggooien staat mij een beetje tegen. Misschien kunnen zij de foto nog aan iemand anders geven.

Stuurt u die foto alstublieft niet terug! Dat zou van heel slechte smaak getuigen. Terugsturen is het concrete gebaar voor de gedachte ‘Ik wil die rotzooi niet’. Dat gebaar wilt u niet maken, want die gedachte hebt u niet. De familie heeft echt geen emplooi voor een foto waarvan ze om te beginnen al honderd of tweehonderd afdrukken hebben laten maken om aan iedereen toe te sturen. U hebt deze foto cadeau gekregen. Met een cadeau mag u alles doen wat u wilt, inclusief weggooien, als u het maar niet retour afzender stuurt.

Artikelen in Dood en begrafenis, Post.

Gelabeld met .


Digitale rouwkaart

Mijn man en ik, beiden 65-plus, raakten na een sterfgeval in de omgeving aan de praat over het hoe en wat van overlijdensberichten. We weten dat dat schriftelijk moet gebeuren. Ons adressenboekje is echter allang niet meer up to date en we beschikken van onze nieuwere contacten, zowel privé als zakelijk, vaak alleen nog maar over een e-mailadres. Als een van ons iets zou overkomen, is het ondoenlijk om van veel e-mailcontacten de adresgegevens te achterhalen voor toezending van een rouwkaart. Is het toegestaan om een digitale rouwkaart te versturen?

Mensen van wie u geen adres hebt, kunt u natuurlijk een digitale rouwkaart sturen. Daar is geen enkel bezwaar tegen. U kunt het overlijdensbericht inscannen en per attachment rondmailen aan degenen van wie u geen postadres hebt.

Artikelen in Dood en begrafenis, Internet en e-mail.