Spring naar inhoud


Onder cameratoezicht

Beste Beatrijs,

Ik ben receptioniste bij een bedrijf. Op het kantoor is onlangs een indringer binnengekomen die het een en ander heeft gestolen. Er is ondoordacht opengedaan via het belsysteem, toen de receptie ’s avonds onbemand was. Nu zijn er uit voorzorg twee beveiligingscamera’s geïnstalleerd die de hele dag opnames maken. Eentje ervan is recht tegenover de receptie geplaatst, zodat ik de hele dag met mijn voorkant in beeld ben. Toen ik zei dat ik dit niet fijn vond, werd me gezegd dat dit de beste plek was volgens de beveiliger, want de klanten komen allemaal bij de balie. De camera’s zijn zonder overleg geplaatst en ik voel me behoorlijk in mijn privacy aangetast. Bovendien kunnen zes directeuren via een app inloggen en de beelden in real time bekijken. Ze kunnen mij dus bespioneren, zonder dat ik daar erg in heb. Is dit geoorloofd en hoe pak ik het eventueel aan hier wat van te zeggen zonder dat de verhouding wordt verstoord?

Bespioneerd op het werk

Beste Bespioneerd op het werk,

Dit is een afschuwelijke situatie! Als receptioniste staat u de hele dag onder cameratoezicht en kunnen uw leidinggevenden u beloeren, als ze even niks te doen hebben. Dat zijn mensonwaardige arbeidsomstandigheden en daar kunt u met recht tegen protesteren. Cameratoezicht is bedoeld voor indringers met criminele bedoelingen en niet voor eerzame werknemers. Die camera moet anders worden opgehangen, zodat alleen in beeld komt wie er het gebouw binnenkomt en voor uw balie verschijnt en niet wie er achter de balie zit. Het lijkt me helemaal niet moeilijk om tot een andere cameraopstelling te komen, waarbij bezoekers wel worden gefilmd en u buiten beeld blijft.

Praat om te beginnen met uw baas en leg hem/haar uw bezwaren voor. Als die zegt dat er niets aan te doen is, kunt u zich wenden tot de afdeling HR of tot de ondernemingsraad of tot de vertrouwenspersoon in uw bedrijf. Praat eerst met deze instanties en stuur, indien nodig, een formele klachtenbrief. Als dit allemaal niet helpt, kunt u ertoe overgaan de camera die op u is gericht af te plakken met tape en een advocaat in de arm nemen.

Artikelen in Werk.

Gelabeld met .


‘Zo mogelijk’ staan

Beste Beatrijs,

In de kerk hoor ik steeds vaker een uitdrukking die mij stoort. Na het welkomstwoord en de zakelijke mededelingen kondigt de dienstdoende ouderling het eerste te zingen lied aan dat traditioneel staande gezongen wordt. Nu valt het mij op dat in een soort van tussenzinnetje gezegd wordt: ‘zo mogelijk’ staande. Hiermee wordt de aandacht gevestigd op diegenen die moeilijk of niet kunnen gaan staan. Dat is in mijn beleving niet nodig.

Als gezegd wordt dat het lied staande gezongen wordt, dan is dat de juiste informatie. Wie wil blijven zitten, blijft zitten. Wie niet wil zingen doet er het zwijgen toe. Als het correct is om de zegswijze ‘zo mogelijk’ te gebruiken, dan kan ik me daar voortaan op instellen. Zo niet, hoop ik dat ouderlingen hiervan afzien, waardoor de aandacht daar komt waar nodig.

Als het even kan

Beste Als het even kan,

U hebt gelijk. Het voorbehoud ‘zo mogelijk’ bij de instructie om met z’n allen te gaan staan voor het zingen is overbodig en vestigt op een neerbuigende manier de aandacht op diegenen die in rolstoelen of op scootmobiels zitten. Het volstaat om aan te kondigen dat ‘het lied staande wordt gezongen’. Iedereen kan ervan uitgaan dat de mensen die kunnen staan, zullen staan, en dat de mensen die blijven zitten, niet kunnen staan. En mochten zich onder de kerkgangers recalcitrante personen bevinden die het om hun moverende redenen vertikken te gaan staan, krijg je die toch niet overeind. Ik raad u aan betreffende ouderlingen hierop aan te spreken (het kan nog net voor de kerstkerkdienst) of anders een ingezonden brief te schrijven naar uw kerkblad, waarin u betrokkenen vriendelijk verzoekt om zich te onthouden van overbodigheden. Iemand die zijn linkerhand mist hoeft geen genadige dispensatie te krijgen van het eten met mes en vork.

Artikelen in Kerk, Taalgebruik.


Kerstkaart naar weduwe

Beste Beatrijs,

Normaal gesproken stuur ik mijn ooms en tantes een kerstkaartje. Nu is mijn ene oom twee maanden geleden overleden. Is het gepast om mijn tante net als altijd een kaart met de beste wensen voor het nieuwe jaar te sturen of is dat pijnlijk?

Kaartje naar weduwe

Beste Kaartje naar weduwe,

Stuur uw tante geen standaard kerstkaart met alleen uw naam erop. Daarmee gaat u voorbij aan de rouw waarin ze naar alle waarschijnlijkheid verkeert. Besteed er iets meer aandacht aan door enkele persoonlijke regels toe te voegen, waarin u uw oom memoreert en waarin u zich in haar gemoedstoestand verplaatst. Schrijf dat u met de feestdagen speciaal aan haar zult denken. U kunt uw tante natuurlijk ook opbellen met de feestdagen en vragen hoe het met haar gaat.

Artikelen in Dood en begrafenis, Post.

Gelabeld met .


Aanspreken met oom en tante

Beste Beatrijs,

Mijn broers en zussen hebben hun kinderen (onze neven en nichten) geleerd mij en mijn vrouw aan te spreken met oom en tante. Wij worden liever bij onze voornaam genoemd. We hebben dat destijds besproken, maar de familieleden hielden vast aan hun regel. Veel neven en nichten zijn inmiddels volwassen, ze hoeven niet meer te doen wat hun ouders zeggen, maar het is voor de één makkelijker dan voor de ander om ons plotseling Henk & Rita te noemen. Bij wie ligt nu het primaat over hoe we aangesproken worden?

Oom en tante

Beste Oom en tante,

De geadresseerde bepaalt de aanspreekvorm. Sommige ouders bepalen expliciet voor hun kinderen dat die een beleefdheidsvorm moeten gebruiken (en ‘u’ moeten zeggen), omdat ze niet willen dat hun kinderen elke volwassene automatisch met de voornaam en met ‘jij’ aanspreken. Het kan geen kwaad voor kinderen om te leren dat er gradaties in intimiteit zijn. Het is voor kinderen prettiger als er af en toe een volwassene hen uitnodigt om te tutoyeren dan wanneer een volwassene hen koeltjes verzoekt om beleefdheidsvormen te gebruiken.

Nu uw neven en nichten volwassen zijn, leggen de ouders voor de aanspreekkwestie geen gewicht meer in de schaal en staat niets u in de weg om de kinderen voor te stellen om het ‘oom en tante’ te vervangen door uw voornamen. Of die neven en nichten daarop ingaan hangt af van hoe vaak u met hen omgaat. Als u vaak contact met hen hebt, zal dat makkelijker zijn. Als u hen alleen af en toe ziet, zullen zij waarschijnlijk vasthouden aan de beleefdheidsvorm, zoals ze die gewend zijn. Dat is toch ook niet zo erg? Tenslotte wordt de familierelatie exact omschreven met het gebruik van ‘oom en tante’. Een tussenweg kan eruit bestaan dat ze u oom Henk en tante Rita blijven noemen, maar wel op uw verzoek ingaan om u in het vervolg te tutoyeren.

Artikelen in Aanspreken en begroeten, Kinderopvoeding.


Gescheiden bezoektijden

Beste Beatrijs,

Mijn man en ik zijn twintig jaar getrouwd. Voor ons beiden een tweede huwelijk. Wij hebben kinderen uit onze eerste huwelijken en er zijn intussen ook kleinkinderen. Op verjaardagen zien wij onze exen regelmatig en dat geeft spanning bij de ex van mijn man. Zij vindt het onprettig om hem (en mij) tegen te komen op feestjes bij de kinderen. Zij heeft nu het voorstel gedaan om voortaan niet meer gelijktijdig verjaardagen van de (klein)kinderen te bezoeken. Zij wil van te voren een tijdsplanning afspreken wie wanneer komt en gaat. Zij wil niet dat de kinderen hier iets van te weten komen. Van de kinderen krijgen wij meestal een uitnodiging waarop staat wanneer de kaarsjes op de taart worden aangestoken. Zij doen dat omdat zij het leuk vinden als de opa’s en oma’s daar bij zijn. Wij weten eigenlijk niet hoe wij op haar verzoek moeten reageren.

Ex doet moeilijk

Beste Ex doet moeilijk,

Ga er niet op in. Die eerste huwelijken zijn meer dan twintig jaar geleden beëindigd. Op een gegeven ogenblik moet het afgelopen zijn met de rancune en moeten exen in staat zijn elkaars aanblik te verdragen bij mijlpalen van hun nageslacht zonder daar psychisch aan onderdoor te gaan. Kinderen en kleinkinderen willen ook niets liever dan dat hun gescheiden (groot)ouders normaal (althans beleefd) met elkaar omgaan. Uw man heeft er geen moeite mee om af en toe zijn ex tegen te komen, maar zij kennelijk wel. Dat is dan heel eenvoudig haar probleem, en niet het zijne en ook niet dat van u. Uw man kan rustig tegen zijn ex zeggen dat hij gewoon (samen met u) naar verjaarspartijtjes gaat op de gevraagde tijden en dat hij er niet voor voelt om zijn aanwezigheid af te stemmen op die van haar. Hij kan eraan toevoegen dat de (klein)kinderen het ook niet leuk zullen vinden als hun gescheiden opa en oma ineens weermannetje/weervrouwtje gaan spelen. Als de weerzin van de ex om haar vroegere man tegen te komen groter is dan haar verlangen om bij het feestje te zijn, kan ze besluiten om er niet heen te gaan en op een andere dag de (klein)kinderen te bezoeken.

Artikelen in Exen, Visite.

Gelabeld met .


Pestvrije scholen

In 2025 is het pesten definitief uitgebannen. Onder aanzwellende druk van de publieke opinie (verontruste burgers die demonstreerden tegen pestpraktijken en de daaruit voortvloeiende zelfmoorden, talkshows met slachtoffers die terugblikten op hun verleden, columnisten die pleitten voor paal en perk) ging de Tweede Kamer in 2018 over tot het aannemen van de Grote Antipestwet. Het leidende idee was dat pesten nergens meer getolereerd zou worden. Hiervoor werd een driesporenbeleid ontwikkeld: serieuze aandacht voor klachten van slachtoffers, lik-op-stuk sancties voor de daders en intensieve preventie, de zogenaamde vinger-aan-de-pols-aanpak.

Het duurde nog even voordat een en ander via de stroperige ketendemocratie zijn beslag had gekregen, maar in 2025 was het dan eindelijk zo ver: pestvrije scholen. Elke ouder kon zijn kinderen met een gerust hart loslaten in wat voor sociale ambiance dan ook, want er werd gewaakt voor hun psychisch welzijn. Het vak omgangsvormen werd een verplichte constante in het schoolcurriculum van groep 1 tot en met de universiteit. De rode draad hiervan was een totaalverbod op uitsluiten. Geen enkel ander kind mocht voortaan worden uitgesloten om ergens aan mee te doen. Met behulp van kringgesprekken en rollenspelen werd het niet-uitsluitingsconcept op leeftijdsconforme wijze aanschouwelijk gemaakt en ingeprent.

Tikkertje, verstoppertje en andere competitieve spelletjes met winnaars en verliezers werden ontmoedigd op het schoolplein vanwege het gevaar dat altijd dezelfde kinderen wonnen of verloren. Leraren kregen de dwingende suggestie om niet meer met rood maar met groen te corrigeren, omdat wetenschappelijk onderzoek had laten zien dat een rode pen te veel faalgevoelens bij de leerling oproept.

Om de anti-pestprotocollen (die al decennia lang zonder veel resultaat bestonden) in de praktijk stevig te effectueren was een grootscheepse mentaliteitsverandering nodig: de hoeksteen van het anti-pestbeleid werd gevormd door een herdefiniëring van het klikken. Om het pesten uit te roeien zijn autoriteiten nodig die de daders op de vingers kunnen tikken. Om te weten wie je moet straffen, moeten slachtoffers spreken. Om slachtoffers die gelegenheid te bieden, is het nodig dat ze zich vrij voelen. Met andere woorden: een slachtoffer die een dader aanklaagt klikt niet, maar openbaart een misstand.

Er gingen nog enige jaren en vele op maat gesneden rollenspelen overheen, voordat het gedrag ‘klikken’ in de gewenste richting werd opgewaardeerd en zijn odium verloor. Op dit moment kan veilig worden aangenomen dat kinderen niet meer worden uitgescholden of belachelijk gemaakt door klasgenootjes in de pauze, ook niet op internet, want elk kind weet dat hij of zij veilig aan de bel kan trekken bij de autoriteiten. Ook wordt niemand nog uitgesloten bij verjaardagspartijtjes of bij het touwtje springen.

Jammer genoeg is er een onvoorzien probleem. Steeds vaker blijken klachten van slachtoffers over pestgedrag leugenachtig van aard. Kinderen schijnen als slachtoffer te poseren, omdat ze weten dat een pestbeschuldiging de aangewezen route is om een ander kind te vernietigen. In de media verschijnen verhalen over ten onrechte van pestgedrag beschuldigde kinderen die van school verwijderd zijn en nergens meer terecht kunnen. De natie is verdeeld in twee kampen: degenen die zeggen ‘over zoiets ergs [gepest worden] lieg je niet’ en degenen die zich zorgen maken over de uitwassen van het anti-pestbeleid. Er zijn al twee zelfmoorden geregistreerd van vermeende pesters die naar alle waarschijnlijkheid slachtoffers waren van een valse beschuldiging.

De Tweede Kamer beraadt zich op wetgeving die het leugenachtig aanklagen van pestgedrag strafbaar moet stellen. Deze wet zal naar verwachting in 2030 worden aangenomen.

Beatrijs Ritsema

Artikelen in NRC-column.


Halen en brengen

Beste Beatrijs,

Mijn moeder werd op haar 60ste weduwe en kreeg een jaar of twee daarna een relatie met een 23 (!) jaar oudere man. Ik vond dat niet leuk en was daar eerlijk over. Ik heb geprobeerd mijn bezwaren daarna niet te veel meer te laten merken, het is tenslotte haar keus, en zij waren altijd samen welkom bij ons. De eerste paar jaar was hij goed gezond, maar nu is hij slecht ter been, licht dementerend en woont in een verzorgingstehuis. Zij bezoekt hem dagelijks. Op verjaardagen bij ons gezin komt mijn moeder alleen, het is voor hem te druk met alle andere visite. Mijn moeder wordt dan door mij of mijn man gehaald en gebracht want zij rijdt geen auto. De afstand is 50 km.

Nu heeft zij gevraagd of ik haar en haar vriend af en toe tussendoor wil ophalen voor een bezoek bij ons thuis. Hij wil ons ook graag af en toe zien (en niet alleen als wij bij hem op bezoek komen). Daar heb ik in toegestemd, ik zal dat ook heus wel gaan doen, maar toch voel ik er wrevel over. Het zit me niet lekker dat ik moet gaan slepen met een hoogbejaarde man met wie ik geen enkele verbintenis heb. Of ben ik nu erg kinderachtig?

Mijl op zeven

Beste Mijl op zeven,

Op zichzelf verdient de levensgezel van uw moeder de egards die bij deze rol passen. Als hij niet in een verzorgingshuis had gezeten, was u hem bij elk bezoek aan uw moeder tegengekomen. Nu hij in een verzorgingshuis zit, waar hij kennelijk voor langere tijd uit kan, is het niet heel buitensporig dat uw moeder vraagt of hij mee kan liften, gesteld dat u toch al een autoreis maakt om haar op te halen.

Dat wil niet zeggen dat u vaker als chauffeur moet optreden dan wat u gewend bent en wat u kunt opbrengen. Het verzoek van uw moeder lijkt nogal belastend, dus ga er op een schipperende manier mee om. Dubbele reistijd is een investering die alleen voor uitzonderlijke gelegenheden de moeite waard is. Die afspraken hebt u zelf in de hand. U kunt tegen uw moeder zeggen: ‘Mam, ik heb geen tijd om jou (plus vriend) op te halen en weg te brengen (vier keer 50 kilometer is te veel op een dag), maar ik kan wel zelf langskomen.’ U kunt een of meer gezinsleden meenemen voor de gezelligheid. Bij zo’n excursie zou het een kleine moeite zijn om de vriend op te halen uit het verzorgingshuis en naar uw moeders huis te brengen. Zo heeft-ie ook eens een uitje en voor u bespaart dit nog steeds tijd vergeleken met het stel ophalen, naar uw huis transporteren en weer terug naar hun respectieve huizen te brengen.

In de loop der tijd zal het contact vanzelf verschuiven naar voornamelijk bezoek van u en uw gezin aan uw moeder (100 kilometer) en zal het bezoek van haar (met of zonder vriend) aan uw huis afnemen wegens inefficiëntie (200 kilometer).

Artikelen in Ouders en volwassen kinderen, Visite.

Gelabeld met .


Baby mag niet mee

Beste Beatrijs,

Onze jaarclub bestaat twaalf jaar en we komen maandelijks bij elkaar om bij te praten. Inmiddels zijn de eerste kinderen geboren. Tot nu toe nam ieder die mee naar deze afspraken, maar daar is nu wat onenigheid over ontstaan. Een vriendin heeft voorgesteld om de keren dat we onze kinderen mee mogen nemen te beperken. Op zichzelf geen verkeerd plan, want kinderen zuigen toch veel aandacht weg van het gesprek. Lastig is alleen dat mijn man in het weekend ook zijn eigen agenda heeft, zodat ik niet op hem kan rekenen. Om een oppas te regelen voor mijn kind dan wel thuis te blijven, terwijl ik wel zou kunnen komen, gaat mij erg ver. Wat is hierover uw mening?

Baby’s bij de jaarclub

Beste Baby’s bij de jaarclub,

Wie kinderen krijgt kan zijn of haar oude leventje niet op dezelfde voet voortzetten. Voor elke voet buiten de deur moeten er maatregelen worden getroffen. Of het nu gaat over werk, boodschappen doen of sociale afspraken, altijd is de vraag: wat doen we met baby? Meenemen lijkt handig, maar geeft evengoed gedoe. Baby’s fungeren nu eenmaal als stoorzender bij wat er dan ook ter tafel ligt. Bij uw jaarclub willen sommigen de aanwezigheid van kleine kinderen beperken. De ene keer wel, de andere keer niet, is het idee. Dat lijkt me een redelijke opzet. U hoort kennelijk bij degenen die liever wel altijd hun kind meenemen. Een irreëel verlangen. Een jaarclubafspraak is precies hetzelfde als een andere verplichting buitenshuis. U hebt altijd de keus tussen erheen gaan of thuisblijven. Als uw kind welkom is, is dat mooi meegenomen. Zo niet, hebt u de keus tussen de gelegenheid aan u voorbij te laten gaan of maatregelen treffen: u kondigt de betreffende datum van tevoren aan bij uw man, zodat hij een avondje thuis kan blijven, dan wel u regelt een oppas.

Artikelen in Visite, Zwangerschap en baby's.


Balen van kerstkaarten

Beste Beatrijs,

Nu de Kerstdagen weer voor de deur staan, wil ik u graag de volgende vraag voorleggen:
Mijn vrouw verzendt al jaren tientallen kerstkaarten aan mensen met wie zij (wij) al tijden geen contact meer hebben. Zelfs bij de buren gooit zij een kerstkaart in de bus. Dit stoort mij. Ik vind het onzinnig om kaarten te versturen die na een paar weken alweer in de oud-papierbak verdwijnen. Ik heb voorgesteld om het geld dat wordt besteed aan dure kaarten en postzegels te doneren aan de voedselbank. Maar mijn vrouw weet niet van wijken en vindt ‘dat het zo hoort’. Op mijn werk heb ik met collega’s gesproken en enkelen vinden het een goed plan. Veel mensen sturen kerstkaarten uit pure gewoonte. Mensen die ik aardig vind, krijgen van mij een telefoontje. Hebt u raad in deze precaire kwestie?

Weg met de kerstkaarten!

Beste Weg met de kerstkaarten,

Kerstkaarten worden door sommigen gehaat als verspilling van geld en moeite, door anderen geliefd vanwege de traditie. Ik zou zeggen: laat uw vrouw begaan! Zij heeft er aardigheid in! Ze doet er geen kwaad mee, het is voor haar een activiteit die past bij de tijd van het jaar en een manier om contact te houden met verre en dichtbije mensen.
Mensen die een hekel hebben aan de kerstkaarttraditie hoeven er niet aan mee te doen. U kunt er zelf helemaal buiten blijven. U hoeft nog niet eens uw naam erop te schrijven, want dat doet uw vrouw wel namens u. Maar uw vrouw vindt deze traditie wel de moeite waard, dus waarom zou u haar dwingen om in plaats daarvan de voedselbank te subsidiëren? Geld geven aan filantropische instellingen is van een andere orde dan een kaartje sturen naar je sociale cirkel. Het een heeft niets met het ander te maken. Als u uw vrouw haar kerstkaarthobby gunt en als u zelf een bedragje overmaakt naar de voedselbank, is iedereen tevreden.

Artikelen in Post.

Gelabeld met .