Spring naar inhoud


Overbevolking

Beatrijs Ritsema

Ik ken geen dubieuzere wetenschap dan de demografie, of het zou de economie moeten zijn. Maar economen houden zich meestal veiligheidshalve bij analyses van de status quo. Binnen het vak zijn, zoals in alle sociale wetenschappen, allerlei richtingstrijden aan de gang, zodat men weet: voorspellingen doen is link. Niet zo in de demografie. Ogenschijnlijk houdt men zich in deze discipline met eenvoudige gegevens bezig: geboortecijfers, sterftecijfers, huwelijksfrequenties, scheidingspercentages. Misschien omdat het zo makkelijk is om tot op twee decimalen nauwkeurige momentopnames te maken van dit soort feitelijkheden, raken demografen in de verleiding om voorspellingen over de toekomst te doen. Maar die voorspellingen kloppen zelden. Voor Nederland, toch een betrekkelijk stabiel landje, moeten de verwachtingen voor het aantal inwoners keer op keer bijgesteld worden. Dan weer was de voorspelling zeven miljoen te hoog, dan weer een miljoen te laag.

In plaats van over voorspellingen, spreekt de moderne demograaf inmiddels liever over 'projecties'. Dat geeft een slag om de arm. Trends doortrekken is altijd precair, maar zelfs in analyses van wat er aan de hand is zijn demografen niet sterk. Binnen Europa bestaan aanzienlijke verschillen in geboortecijfers. Nederland staat tamelijk bovenaan, Italië en Duitsland helemaal onderaan. In de voormalige DDR (en trouwens ook in Rusland) gaan er meer mensen dood dan er geboren worden. Die bevolkingen slinken sinds de ineenstorting van het communisme. Dat demografen dat keerpunt en de invloed daarvan op de bevolkingsgroei niet hebben kunnen voorzien, kun je hen niet kwalijk nemen. Maar ze kunnen het ook niet verklaren, terwijl het aan de gang is. En waarom willen Italianen zich niet meer voortplanten? Daar zou ik wel eens een theorie over willen horen.

Maar het grote punt van de demografie luidt sinds jaar en dag 'overbevolking'. Van de wereld wel te verstaan, niet van zomaar de een of andere regio. De notie van overbevolking is zo tot ieders gezond verstand doorgedrongen (ook tot het mijne, haast ik me erbij te zetten), dat het samen met 'het' milieu en 'de' armoede tot de top-drie van wereldproblemen hoort. Toch is het begrip minder eenduidig dan de bekende associatie met een bak vol elkaar verdringende en staarten afbijtende muizen rechtvaardigt. Voor overbevolking valt geen klemmende definitie te ontwerpen. Is het bevolkingsdichtheid? Nee, want Hong Kong en Singapore horen tot de dichtstbevolkte gebieden ter aarde en daar marcheert alles aardig. Is het bovengemiddelde bevolkingsgroei? Nee want er zijn landen met een snelle bevolkingsaanwas, die ook economisch in de lift zitten.

Blijkbaar heeft het toch iets met armoede te maken. Als een land onderaan bungelt op de internationale rijkdom-rangorde zal het eerder in aanmerking komen voor geboortebeperkingsprogramma's. Daar kwam het bij de wereldbevolkingsconferentie in Kaïro vorige week toch ook weer op neer. Ook al stonden de resoluties deze keer in het teken van de vrouwenemancipatie met nadruk op scholing en het verwerven van economische zelfstandigheid (allemaal zeer toe te juichen), toch ergeren me de begrotingen, lopend tot in de miljarden, voor opvoeding tot geboortebeperking. Vrijwilligheid is steeds het sleutelwoord – de Verenigde Naties kunnen natuurlijk niet het drakonische beleid van China (dat overigens nagevolgd wordt door Vietnam, Noord-Korea en Indonesië) gaan sanctioneren. Maar wat de voorlichting ter sturing van deze vrijwilligheid nu precies voorstelt blijft ondoorzichtig.

Neem bijvoorbeeld de buitenechtelijke kinderen van arme zwarte tienermeisjes in Amerika (een soort derde wereld binnen het rijke westen). Iedereen van leraren op school tot moeders van de meisjes tot de rest van de maatschappij vindt dit verkeerd. Een veertienjarige moet geen baby krijgen, daar zitten alleen maar nadelen aan. Er wordt ook voorlichting tegenaan gegooid. Voorlopig haalt het allemaal weinig uit. Je zou nu verwachten dat bijstandsmoeders, zeker als ze zo vroeg beginnen, enorme aantallen kinderen krijgen. Het merkwaardige is dat dat niet het geval is. Het kindertal van bijstandsmoeders verschilt niet van het landelijk gemiddelde (2.2). Zou de voorlichting uiteindelijk toch aanslaan? Ik denk het niet. De nadelen van zwangerschap op je veertiende zijn zo evident dat je daar niet eens voorlichting voor nodig zou moeten hebben. Dat het toch gebeurt ligt ergens anders aan, in ieder geval niet aan een gebrek aan voorlichting. Zo stom zijn tieners nu ook weer niet dat ze niet weten waar seks zoal toe kan leiden. Ze nemen vrijwillig het risico en later in hun leven vinden ze het kennelijk de moeite waard om voorzorgsmaatregelen te nemen.

Voor vrouwen in de echte derde wereld ligt het niet anders. Elke vrouw in armoedige omstandigheden met een beetje gezond verstand kan heus wel zelf verzinnen dat schaarste beter onder twee of drie dan onder twaalf kinderen verdeeld kan worden. Daar is geen VN-delegatie voor nodig. Ook kan ik me niet voorstellen dat er nog seksueel actieve vrouwen bestaan die nooit van voorbehoedmiddelen gehoord hebben. Die middelen maken samen met Mickey Mouse en coca cola deel uit van de wereld-popcultuur.

Mogelijk zijn de middelen niet beschikbaar genoeg of te duur. Deze aanname, een klassieker onder wereldbevolkingplanners, wordt weersproken door een onderzoek van Lant Pritchett en Lawrence Summers (gepubliceerd door de Wereldbank, 1994) die rapporteerden dat de verschillen in feitelijke vruchtbaarheid tussen landen voor 90 % toe te schrijven waren aan verschillen in vruchtbaarheids[c]wensen[l]. Goede of slechte beschikbaarheid van voorbehoedmiddelen speelde een verwaarloosbare rol. Daar zit je dan als VN-planner met je vrijwilligheid. De mensen doen toch waar ze zelf zin in hebben. Demografen denken dat ze trends kunnen voorspellen, planners en voorlichters denken dat ze sturend optreden, maar vrouwen in de derde wereld zijn helemaal geen speelbal van hun vruchtbaarheid, net zo min als bijvoorbeeld vrouwen in 19de-eeuws Europa dat waren. Moderne middelen waren er nog niet. Toch had niet iedereen een gezin met twaalf kinderen.

Het Vaticaan verkettert de moderne anticonceptie en beknot zonder veel succes overigens de individuele vrijheid. Maar de standwerkers op het Afrikaanse dorpspleintje met hun groepsgesprekken over gezinsplanning of in de klaslokalen met hun vissekom vol gekleurde condooms hebben toch ook wel iets heel neerbuigends over zich.

Artikelen in NRC-column.


0 reacties

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.



Sommige HTML is toegestaan