Spring naar inhoud


Bestwil

Beatrijs Ritsema

Het gezinsleven is niet meer van deze tijd. Laatst schreef een of andere Duitse pedagogische wetenschapper, van wie ik de naam vergeten ben, driekwart opiniepagina vol over dit onderwerp. Hij fulmineerde tegen ouders die hun eigen pleziertjes en ambities najoegen, terwijl ze intussen hun kinderen opborgen in crèches of naschoolse voorzieningen. Zelfs tegen een institutie als de school had hij – mistig theoretische – bezwaren en het hele stuk sloeg eigenlijk ergens nergens op, in ieder geval niet op de Nederlandse situatie.

De kinderen werden geportretteerd als de dupe van het individualisme en misschien gaat dat op voor Duitsland, maar in Nederland merk ik daar weinig van. Van nul tot achttien jaar staat het hele gezinsleven juist in dienst van het zieleheil van de kinderen. Het is ouders er alles aan gelegen om ervoor te zorgen dat hun kinderen het naar hun zin hebben. Bijna geen enkel kind zit fulltime op de crèche, er zijn nauwelijks kinderen die de hele week en alle vakanties van de naschoolse opvang gebruik maken. Moeders nemen deeltijdbaantjes (tot verdriet van staatsecretaris Verstand), vaders doen hun best met de sportclubs in het weekend, ouders zetten leraren onder druk, organiseren knalverjaardagsfeestjes en doen op alle fronten vreselijk hun best.

Ze doen er zoveel moeite voor, dat het mij weer ergert. Het is te veel, je hoeft je niet zo in bochten te wringen. Heeft Bettelheim niet ooit gezegd dat ‘a good enough parent’ voldoende is? Het ‘te veel’ is geboren uit angst. De angst om te traumatiseren wanneer je als ouder je wil oplegt, de angst om anders te zijn dan andere ouders waardoor je je kind in een uitzonderingspositie plaatst, en ook heel eenvoudig, de angst voor ruzie.

Het gezin is niet meer in staat zijn traditionele brugfunctie te vervullen tussen de kinderwereld en die der volwassenen. Bij jonge kinderen zie je dat elk aspect van hun leven gedomineerd wordt door ouders of andere volwassenen. Kinderen leggen een ongehoord beslag op hun ouders, van late bedtijden tot op kinderen toegesneden vrijetijdsactiviteiten. Bij tieners ligt het net andersom: daar is elke vorm van gemeenschappelijkheid verdwenen uit het gezinsleven. Wie op bezoek gaat bij vrienden met jonge kinderen kan de hele avond geen normaal gesprek voeren, omdat de kleintjes de sfeer bepalen en zich voortdurend opdringen. Wie op bezoek gaat bij vrienden met tienerkinderen, waant zich daarentegen in een kinderloos huishouden. De conventie is kennelijk dat tieners zich niet met de vrienden van hun ouders onderhouden en ouders liefst ook niet met de vrienden van hun kinderen.

In beide gevallen volgen ouders de wens van de kinderen, terwijl het prettiger is als kinderen (groot of klein, maakt niet uit) hun opwachting maken aan bezoekers, zich gedurende korte tijd met hen onderhouden en zich daarna weer liefst zonder al te veel lawaai aan hun eigen bezigheden wijden. Zo’n scenario geeft iets gemeenschappelijks aan het gezinsleven.

Het is niet het ouderlijk egoïsme waardoor het gezinsleven fragmenteert tegen de tijd dat kinderen in de tienerfase zijn aangeland, maar een raar soort superinschikkelijkheid en opofferingsgezindheid. Ouders voegen zich naar de verlangens van hun kinderen ten koste van een langere-termijn-perspectief dat vroeger met de term ‘bestwil’ werd aangeduid. Daar kun je als ouder niet meer mee aankomen. Wie deze beladen uitdrukking in de mond neemt voelt zich meteen belachelijk.

Geen enkele ouder vindt het een goed idee als hun veertien- of vijftienjarige dochter de diepgevoelde wens uitspreekt bij haar vriendje te overnachten, of erger nog, hij bij haar. Maar elk argument contra zal als spelbedervend terzijde worden geschoven. Na een voorgeschiedenis van altruïstisch opvoeden maakt een beroep op bestwil totaal geen indruk, want een kind wist toch altijd al het beste waar z’n eigen belangen lagen? En dus wordt in een korte tijdsspanne een ommezwaai gemaakt van een symbiotische totaal in elkaar opgaande ouder-kind-verhouding naar een situatie van de tiener als niet-betalende kostganger in het ouderlijk huis. De lieve vrede van het moment heeft een hogere prioriteit dan de bestwil op termijn. Toch zijn er jonge vrouwen, twintigers, die hun ouders achteraf beschuldigen van te grote coulantie. Met een verbod op premature seks waren ze beter af geweest, vinden ze. Zo zie je maar: ouders zullen het altijd fout blijven doen, waaruit volgt dat je dan maar beter je eigen ideeën kunt volgen dan die van de kinderen.

Artikelen in NRC-column.


0 reacties

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.



Sommige HTML is toegestaan