Spring naar inhoud


Wat doet nieuws met een mens?

Er is maar een beperkte hoeveelheid misère uit de buitenwereld die je tot je toe kunt laten. Het meeste glijdt af langs een pantser van onverschilligheid dat je nodig hebt om je eigen leven een beetje overeind te houden. Natuurrampen, ongelukken, oorlogsellende – ik neem er kennis van op de onthechte manier waarop ik naar de tandarts ga: leuk is anders, maar het moet gebeuren.

Vanaf mijn veertiende lees ik kranten. Het begon met De Nieuwe Linie, een allang ter ziele gegaan weekblad, dat eind jaren zestig een achterpagina voerde ‘De Toestand’ geheten. In die ‘Toestand’ stonden allerlei grappige stukjes, lijstjes, verhalen, die me zeer aanspraken. Lichtelijk melige humor, maar ook wel gedurfd af en toe – als ik dat las, had ik het gevoel bovenop de tijdgeest te zitten. Van de opiniebladen kwam ik vanzelf bij de dagbladen terecht (bij ons kwamen er twee in huis). Eerst las ik alleen de cursiefjes, zoals columns toen nog heetten, maar al snel de hele krant. Behalve de voorpagina dan. Met de voorpagina heb ik tot op de dag van vandaag moeite. Er staan ofwel stukken op waarvan ik denk: dat weet ik al, dat heb ik net bij een of ander nieuwsbulletin gehoord; ofwel het zijn stukken over politieke kwesties van nationaal of internationaal belang, waarvan ik denk: wíl ik het wel weten? Nee, snel door daar binnenland.

Tegenwoordig zijn de voorpagina’s van kranten niet meer zo ongenaakbaar. Sommige kranten hebben een column voorop, andere hebben een cartoon, korte berichtjes, en meestal staat er tussen het harde nieuws wel een softer onderwerp om de lezer de krant in te trekken. Soft nieuws, bijvoorbeeld over waarom er zo weinig Turkse en Marokkaanse kinderen lid zijn van een sportclub, is makkelijk, alsof je een comfortabele trui aantrekt. Hard nieuws, bijvoorbeeld over de situatie in Irak of over de problemen met de landbouwsubsidies in de EG, is veel moeilijker. De lezer vraagt zich af: wat heb ik daar eigenlijk mee te maken? Wat is het nut ervan om me daarin te verdiepen?

De behoefte aan nieuws (wat voor nieuws dan ook) is even fundamenteel als de behoefte aan eten en drinken. Zonder een constante stroom van informatie, of die nu van de dorpspomp afkomstig is of van de BBC world service, kun je de wereld om je heen niet begrijpen, en wie de wereld niet begrijpt overleeft niet. Er is een gigantische hoeveelheid informatie beschikbaar over de wereld van nu en niet te vergeten over het verleden – kennis van de geschiedenis is nog belangrijker voor begrip van het heden dan kennis van actuele kwesties. Het ligt voor de hand dat mensen selectief te werk gaan in de keuze van wat zij tot zich zullen nemen. Als er geen klein linkje persoonlijke betrokkenheid bij te pas komt, is het al gauw: weg ermee.

In het jaar 2003 was het nieuwsfeit dat mij het meest bij de kladden greep (eventjes) de ontvoering van de elfjarige Lusanne, die op haar fiets op weg naar school was. Ik schrijf dit met enige schaamte, want dit soort nieuws hoort thuis bij de ‘sensationele gruwelen die zich zelden voordoen’, een categorie die weinig relevantie heeft voor het dagelijkse leven of voor hoe je in de wereld staat. Een beetje zonde van de tijd om alles van zo’n zaak te willen weten, want die kennis heeft geen consequenties voor hoe je zelf denkt of handelt. Maar ik wilde het toch weten, het greep me toch aan, natuurlijk omdat ik zelf opgroeiende kinderen heb die zich per fiets verplaatsen en die theoretisch ook in zo’n situatie terecht zouden kunnen komen. Dus drong de relevantie zich met kracht aan me op, hoewel alle statistische relativeringen de andere kant op wezen.

Ik ben verslingerd aan kranten lezen, omdat het de efficiëntste manier is om te weten te komen wat er buiten gebeurt. Op de televisie duurt alles zo lang. Met twintig minuten geconcentreerd de krant lezen heb ik tien keer zo veel informatie opgedaan als met twintig minuten Journaal kijken. Vaak kan ik me er niet meer toe zetten om op de video opgenomen programma’s ook daadwerkelijk te gaan bekijken (het is zo passé en ingeblikt), maar na iedere vakantie blader ik dwangmatig de stapel kranten door – ik kan het niet over mijn hart verkrijgen om ze ongezien de papierbak in te schuiven, ik zou eens iets belangwekkends missen (onzin natuurlijk). Een nadeel van die honger naar nieuws en meer nog naar achtergronden, is dat je er blasé van wordt. Ik tenminste wel. Ik herinner me mijn eerste hongersnood, nu ja, niet de mijne, maar die in Biafra. Ik was een jaar of vijftien en organiseerde een collecte. Daarna volgden er nog vele hongersnoden en ik schaam me alweer, maar het interesseerde me niet meer. Ik schreef nog weleens een girootje uit, maar hield zelfs daar mee op na het lezen van een artikel over hoe gratis voedselhulp de plaatselijke economie afbreekt en daarmee de hongersnood in stand houdt.

Tijdens de oorlog in Bosnië vertelde iemand me eens dat zij huilend naar het Journaal had zitten kijken, omdat ze het leed van de slachtoffers niet aan kon zien. Ik kan me daar niets bij voorstellen. Wie een zekere leeftijd heeft bereikt en niet heeft zitten slapen, moet toch tegen genoeg foto’s, beschrijvingen en getuigenverklaringen zijn aangelopen, desnoods in fictievorm, om er ten volle van doordrongen te zijn hoe verschrikkelijk een oorlog, alle oorlogen zijn? Zoals je ook maar een keer een bloedstollende verkrachtingsscène gezien hoeft te hebben in een film (of gelezen in een boek) om voor de rest van je leven te weten wat het is. Ik hoef me niet emotioneel te laten bewerken, want ik weet al dat het heel erg is, en als ik daarbij ook wil voelen hoe erg het is, ben ik uitstekend in staat me allerlei afschuwelijks voor de geest te halen, maar dat doe ik niet, want het heeft geen zin en bovendien houd ik het liever droog.

Nog minder dan de naïeve tranen over wereldellende begrijp ik het hysterische collectieve rouwgedrag naar aanleiding van de dood van prinses Diana, of het massale vertoon van speelgoedberen en waxinelichtjes in geval van de zinloze dood van een onbekende. Huilen over een onbekende? Hoe leeg moet je leven zijn en hoe ongemeubileerd je geest, wil je je overgeven aan dat soort ersatz-gevoelens. Pure kitsch, in praktijk gebracht door mensen die zich kennelijk vervelen en zichzelf via de omweg van een nieuwsfeit toch nog een kickje weten te bezorgen.

Veel nieuws, achtergronden en opinie verwerken leidt onvermijdelijk tot déjà vus. Been there, seen that. Het gedoe met Mabel Wisse Smit en met Margarita was in 1979 al door Heldring voorspeld. Niet exact natuurlijk, hij waarschuwde alleen voor gedonder met verkeerde partners, maar hij kreeg wel gelijk. Hoe meer nieuws of nieuwsanalyse je leest, hoe minder je opkijkt van het nieuwe nieuws, omdat het onmiddellijk in een bepaalde categorie met een bepaalde interpretatie kan worden geplaatst.

Een nadeel van goed geïnformeerd zijn en na weging van diverse argumentaties een bepaalde visie te hebben ontwikkeld is de relatieve onwrikbaarheid van de positie. In dat opzicht lijkt een goed geïnformeerd persoon op een slecht geïnformeerd persoon. Beiden laten zich niet van de wijs brengen door contra-informatie. De eerste niet, omdat hij dat allemaal al heeft doorgeëxerceerd en verworpen, de tweede niet omdat hij überhaupt niet zo gevoelig is voor informatie en gewoon op z’n gevoel koerst. Zelf blijf ik ondanks het geruchtmakende onderzoek van een paar weken geleden hardnekkig denken dat meeroken wel hinderlijk, maar niet schadelijk kan zijn. Althans niet zo schadelijk dat zo’n verband temidden van alle achtergrondruis keihard boven tafel te halen valt. Ook staat er regelmatig in de krant dat ongezond eten tot kanker leidt. Dit is hetzelfde soort politiek-correcte wenselijkheid, waarvoor geen wetenschappelijke grond bestaat. Het zijn ideologische uitspraken die angstige burgers een vals gevoel van controle over hun gezondheid geven. In werkelijkheid krijgen muesli-eters net zo goed kanker.

Als je van tevoren al weet hoe nieuws moet worden geïnterpreteerd, een vooringenomenheid waar ik weleens last van heb, bestaat het gevaar dat je niet meer kunt worden verrast. Op dat moment interesseert de wereld je niet meer. Ik denk niet dat mij dat overkomt, want mijn nieuwsgierigheid naar wat er buiten gaande is en wat dat betekent is springlevend. Wanneer ik de krant niet meer wil lezen, wordt het tijd voor de pil van Drion.

Beatrijs Ritsema

Artikelen in NRC-column.


0 reacties

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.



Sommige HTML is toegestaan