Spring naar inhoud


Poseren met zwager

Beste Beatrijs,

Over een tijdje zijn mijn schoonouders dertig jaar getrouwd. Zij kunnen zich vaak wat dwingend opstellen en leveren vaak ongevraagd commentaar op van alles, zodat ik niet echt warme gevoelens voor hen koester. Zij hebben nog een andere zoon, mijn zwager dus, met wie ik ook geen goede band heb. Hij is het type einzelgänger met gebruiksaanwijzing. Nu liet mijn schoonmoeder zich onlangs ontvallen dat zij voor hun jubileum graag een foto cadeau wil krijgen, waar mijn vriend, mijn zwager en ik op staan. Ik voel hier eerlijk gezegd niks voor. Ik hou al niet van geposeerde foto’s en daarbij vind ik het een vreemd tafereel: twee broers en de geliefde van één van hen. Moet ik het verzoek van mijn schoonouders inwilligen? Of is het een idee om twee aparte foto’s te laten maken, een van de twee broers samen, en een van mijn vriend met mij?

Niet met z’n drieën

Beste Niet met z’n drieën,

Uw schoonouders willen graag een foto van hun nageslacht met partners. Uw zwager is kennelijk vrijgezel, dus u bent de enige partner. Dat uw schoonouders u willen insluiten bij de foto is een gebaar van toenadering. Ze demonstreren daarmee dat ze u beschouwen als deel van de familie. Ze hebben natuurlijk uit het verleden al genoeg foto’s van hun zoons samen. Als ze nu een mooie, speciaal gemaakte foto willen waar u ook op staat, laten ze zien dat de situatie veranderd is: niet meer twee zoons alleen, maar twee zoons van wie er een een partner heeft. Er is niets vreemds aan dat tafereel. Zo ziet de jongere generatie eruit op dit moment.

Doe uw schoonouders een plezier en geef gehoor aan hun verzoek, ook al voelt u zich niet op uw gemak met uw zwager. Op de foto gaan met iemand van de schoonfamilie kan werkelijk geen kwaad. Terwijl protesteren en weigeren om met uw zwager op de foto te gaan wel degelijk kwaad kan binnen de toch al lichtelijk precaire relatie tussen u en uw schoonfamilie.

Artikelen in Schoonfamilie.

Gelabeld met .


Zoet is erger

Lang geleden, jaren tachtig van de vorige eeuw, bezocht ik eens Las Vegas. De meeste casino’s hadden zelfbedieningsbuffetten die 24 uur per dag open waren en waar je voor luttele dollars onbeperkt kon eten. Ik herinner me mijn verbazing over de bejaarden die bij wijze van avondmaaltijd hun dienbladen hadden volgestouwd met taartjes, pudding, ijsjes en milkshakes. Als je vrij bent om te kiezen, is zoetigheid dan werkelijk het opperste genot? Ik kon me er niets bij voorstellen. De hevige, watertandende trek in een mokkapunt of een marsreep begrijp ik maar al te goed, maar dat is naar mijn gevoel iets anders dan de behoefte aan een maaltijd tegen lunchtijd of aan het begin van de avond. Een diner bestaande uit louter zoetigheid zou me tegenstaan. Het is niet uit gezondheidsoverwegingen dat ik geen chocoladetaart eet als lunch, maar eenvoudig omdat ik er geen zin in heb.

Middelbare scholieren houden er, zoals bekend, ongezonde eetgewoonten op na. Gemeenteraadslid in Amsterdam Maarten Poorter was zo geschrokken, toen hij bij een bezoek aan een school allerlei leerlingen in de pauze broodjes döner kebab en pizza zag eten (terwijl het de schoolkantine verboden was gefrituurd voedsel te serveren), dat hij een voorstel heeft ingediend voor een patatverbod: snackbars in de omgeving van middelbare scholen zouden vrijwillig moeten sluiten tot 14.00 uur, zodat tieners zich in de pauze niet kunnen volstoppen met vette snacks.

Het patatverbod ligt geheel in lijn met het koffieshopverbod binnen een straal van 500 meter van een school. Het is een waterbedmaatregel: waar je aan de ene kant de massa naar beneden drukt, stulpt die een eindje verderop weer naar boven. Als de gemeente Amsterdam snackbarhouders zo ver krijgt dat ze inderdaad hun poorten sluiten op de aangewezen tijden, gaan scholieren ergens anders heen en het is niet moeilijk om te bedenken waarheen. Naar de supermarkt!

Dat doen scholieren nu al en ik vermoed in veel groteren getale dan naar de snackbar. In mijn buurt is een middelgrote supermarkt en wel drie of vier middelbare scholen. Er is ook een snackbar, maar die ligt wat excentrischer, niet echt in de looproute. Die snackbar zal vast wel een scholierenclientele hebben, maar die valt in het niet bij de enorme zwerm scholieren die dagelijks met lunchtijd of gedurende tussenuren de ingang van de supermarkt blokkeren. Meestal staat er een medewerker om ze druppelsgewijs toe te laten, maar soms komen er ineens tientallen tegelijk binnen die irritant lange rijen vormen bij de kassa’s om een of twee dingetjes af te rekenen.

Elke keer weer verbaas ik me over wat ze kopen: kitkats, energydrink, drop, winegums, roze koeken, frisdrank. Alleen maar zoetigheid en soms een zak chips. Als het tussendoortjes waren, zou ik het nog kunnen begrijpen, maar het tijdstip en de hoeveelheden wijzen op lunch. Snoep als maaltijd, hoe krijg je het door je keel? Enfin, de oudjes in Las Vegas wilden ook niets liever dan zoetigheid.

Nederlandse jongeren zitten aan de gunstige kant van de obesitas-epidemie volgens een Europees vergelijkend onderzoek. Ze zijn (ongetwijfeld dankzij de fiets) ietsje minder dik dan hun leeftijdgenoten elders in Europa. Toch neemt suikerziekte onder jongeren toe: tien procent lijdt hieraan. Suiker is een groter probleem dan vet. Hoogleraar voedingskunde Martijn Katan toonde aan dat een broodje kroket niet ongezonder is dan een broodje oude kaas – ongeveer evenveel calorieën. Dagelijks snackbarbezoek hoort natuurlijk niet bij gezonde voedingsgewoonten. Maar ik vrees dat dagelijks supermarktbezoek om snoep en zoete drankjes te kopen nog veel erger is.

Artikelen in Column.


Ouders wijzen homo-vriend af

Beste Beatrijs,

Mijn vriend (32) en ik (27, man) zijn anderhalf jaar samen. Geen marathon, maar wel het punt waarop een stel elkaars ouders en gezinsleden heeft leren kennen. Met mijn ouders ging dat goed: die nodigen mijn vriend hartelijk uit met Kerst, verjaardagen en andere festiviteiten. Zíjn streng gereformeerde ouders vormen een probleem. Ze zijn het niet eens met de levensstijl van mijn vriend. Zijn vader heeft zelfs gezegd dat hij geestelijk ziek is. Eerder ben ik eens schielijk vertrokken toen zijn ouders spontaan op bezoek kwamen (ze belden een half uurtje voor aankomst op om hem te verwittigen). Recentelijk, na een concert waaraan mijn vriend als orkestlid meedeed, stond ik buiten opeens oog in oog met zijn moeder, terwijl zijn vader hun auto ophaalde. Zij wilde overduidelijk geen contact met mij. Ze nam vlug afscheid van mijn vriend en keurde mij verder geen blik waardig.

Hoe moet ik mij opstellen? Had ik brutaal mijn hand uit moeten steken en mezelf moeten voorstellen? Eigenlijk wil ik de confrontatie niet opzoeken.

Verborgen geliefde

Beste Verborgen geliefde,

Niet u, maar uw vriend is degene die een probleem heeft. En wel met zijn ouders. Die stellen zich steil, afwijzend en intolerant op. Hun zoon is homoseksueel. Tja, dat kun je niet leuk vinden als ouders, maar daar zul je je op een gegeven moment toch bij moeten neerleggen. Zoals het nu ligt ontkennen de ouders een deel van de identiteit van hun zoon. Ze sluiten er bewust hun ogen voor en doen net alsof er niets aan de hand is. Ze hadden ook kunnen besluiten om het contact met hun zoon te verbreken, maar zo hoog namen ze het kennelijk ook weer niet op. Ze blijven de ouder-kind-relatie voortzetten, maar dan op een hou-ons-alsjeblieft-overal-buiten-manier. Een mannelijke geliefde van hun zoon past niet in hun wereldbeeld en dus negeren zij u.

Op een gegeven moment moet het afgelopen zijn met verstoppertje spelen.

Die maskerade kan natuurlijk niet eindeloos zo doorgaan. Door mooi weer te spelen bevestigt uw vriend op een hypocriete manier de geborneerdheid van zijn ouders. Hij durft niet voor zijn relatie met u uit te komen, ongetwijfeld uit angst voor ruzie. Daarmee betoont hij zich loyaler aan zijn ouders dan aan u. Nu hoeft niet elke ontluikende relatie onmiddellijk aan wederzijdse ouders voorgesteld te worden, maar na anderhalf jaar kun je zeggen dat het wel eens tijd wordt.

In deze spijtige situatie is er voor u geen rol van betekenis weggelegd. Het is niet uw taak om de bestaande impasse te doorbreken. Dat is aan uw vriend. Moedig hem aan om een goed gesprek met zijn ouders te voeren (zonder dat u erbij bent), waarin hij uitlegt hoe zijn leven eruit ziet en dat hij een geliefde heeft, namelijk u. Hij zou er bij hen op moeten aandringen om dit gegeven te accepteren, omdat hij geen zin heeft om nog langer verstoppertje te spelen. Ook moet uw vriend de wens uitspreken om u aan uw ouders voor te stellen, zodat iedereen elkaar kan leren kennen. Als de ouders dit weigeren en niets met u te maken willen hebben, lijkt mij dit een gerede aanleiding voor uw vriend om de ouder-kind-relatie eens een tijdje in de ijskast te zetten. Wellicht gaan ze hem missen en draaien ze over een tijdje bij.

Artikelen in Liefde en relaties, Ouders en volwassen kinderen.

Gelabeld met , .


Ritmisch applaus

Beste Beatrijs,

Na een concert of voorstelling komt er applaus. Soms gaat de zaal op een gegeven moment in één ritme klappen. Waarschijnlijk als uitdrukking van extra enthousiasme. Weet u waar deze gewoonte vandaan komt? In Duitsland hoort men het ook veel.

Speciaal applaus

Beste Speciaal applaus,

Als het publiek op een scanderende manier klapt, doet het alsof het één persoon is. Op zo’n moment gedragen toehoorders zich niet meer als een verzameling losse individuen die naar eigen inzicht klappen, waardoor applaus altijd ongedifferentieerd klinkt, maar stemmen ze hun klapgedrag af op dat van andere toehoorders. Ze gaan als het ware geordend in de pas lopen en de respons op de voorstelling wordt daardoor duidelijker en gearticuleerder. Door op die manier te applaudisseren dwingt men een toegift af. Het is georkestreerd enthousiasme in plaats van diffuus enthousiasme.

In één ritme klappen hoeft trouwens niet altijd bewonderend te zijn. Het kan ook worden ingezet als een vorm van uitfluiten. Als het publiek traag en gescandeerd begint te klappen tijdens een optreden of toespraak is dat een pesterige manier om de spreker het zwijgen op te leggen. In demonstraties of actiebijeenkomsten treedt hetzelfde mechanisme op als in de concertzaal. Het maakt meer indruk als mensen massaal dezelfde woedende leus scanderen dan als iedereen op zijn eigen manier uiting geeft aan zijn boosheid.

Artikelen in Traditionele etiquette.

Gelabeld met , .


Hoe sla ik cadeaus van patiënten af?

Beste Beatrijs,

Ik ben werkzaam in de zorg als verpleegkundige en ik doe altijd mijn uiterste best om patiënten zo goed mogelijk te helpen. Soms bieden patiënten mij uit dankbaarheid gebak of bonbons aan. Wanneer ik beleefd weiger met: ‘Nee, dank u wel, ik doe slechts mijn werk,’ krijg ik een afkeurende blik toegeworpen. Alsof ik hen persoonlijk beledig. Moet ik anders reageren om afkeurende blikken te vermijden? Ik snap niet wat ik fout doe.

Cadeautjes van patiënten

Beste Cadeautjes van patiënten,

Uw standaard afwijzing, ‘Nee, dank u wel. Ik doe slechts mijn werk’, klinkt inderdaad een beetje nuffig. Het is voorstelbaar dat patiënten zich enigszins op hun nummer gezet voelen. Natuurlijk mag u geen cadeaus accepteren, maar vraag uzelf af of het sop de kool wel waard is. U noemt gebak en bonbons. Als het gewoon om een taartpunt of een appelflap of een doosje bonbons gaat, is het niet de moeite waard om er principieel over te doen. Dit is zulk goedkoop consumptiegoed dat u het net zo goed gracieus kunt accepteren. Als u intramuraal in een zorginstelling werkt, is het helemaal makkelijk. Zelfs als u een hele taart krijgt. Dan zegt u: ‘Dank u wel, ik zal het delen met mijn collega’s in de koffiepauze.’ Ook als u patiënten thuis bezoekt in het kader van de thuiszorg, kunt u best een incidenteel doosje bonbons of een bosje bloemen aannemen. Mocht uw angst voor corruptie te groot zijn om de geschenkjes mee naar huis te nemen, dan kunt u een en ander voor algemeen gebruik neerzetten in het kantoor of de kantine van uw instelling.

Als patiënten u substantiële cadeaus aanbieden (cadeaubonnen, kisten wijn, bankbiljetten, juwelen, tafelzilver, vliegtickets), dient u beleefd te weigeren. U zegt dan: ‘Heel aardig van u, maar ik kan dit onmogelijk aanvaarden, want volgens mijn beroepscode mag ik geen cadeaus van patiënten aannemen.’

Artikelen in Cadeaus, Zakelijke relaties, Ziekte.

Gelabeld met .


Vrouwen en sukkels

De feministische strijdbijl kan worden begraven, want de vrouwen hebben de oorlog gewonnen. Nooit eerder heeft het leven vrouwen zo toegelachen als in het eerste decennium van de 21ste eeuw en de toekomst ziet er uitgesproken zonnig uit. De transformatie van de vrouw als ondergeschikt, aan huis en haard gekluisterd wezen tot vrij en onafhankelijk individu, voor wie de wereld aan haar voeten ligt, voltrok zich in minder dan een halve eeuw. In haar boek The Richer Sex zet de Amerikaanse Lisa Mundy alle verworvenheden nog eens op een rijtje en laat zien dat de vrouwelijke achterstand op verschillende fronten zelfs verkeerd is in een voorsprong.

Vrouwen bevinden zich massaal op de arbeidsmarkt en beschikken vaker over een universiteitsdiploma dan mannen. Hun hogere opleiding geeft meer verdienpotentieel en nu al treedt in veertig procent van de gezinnen de vrouw als kostwinner op. Mundy interviewde een reeks stellen, waarvan de vrouw de meestverdienende was en de man ofwel een klein baantje had, ofwel thuis voor het huishouden en de kinderen zorgde. Een zuivere rolverwisseling dus en nog wel tot beider tevredenheid. Zou dit werkelijk de trend voor de toekomst zijn?
Ik betwijfel het ten sterkste en niet omdat ik vind dat vrouwen geen kostwinner horen te zijn of dat mannen niet geschikt zijn voor zorgtaken, maar omdat ik niet goed voor me zie hoe zo’n relatie van de grond komt. Hoe je ermee begint als het ware. Vroeger was het niet ongebruikelijk voor mannen om met een vrouw uit een lagere sociaal-economische klasse te trouwen. Dat komt bijna niet meer voor. Relaties worden aangegaan op basis van (economische) gelijkwaardigheid en gelijke inzet. Als je eenmaal met iemand bent verbonden, en je hebt al samen kinderen en een huis, is het begrijpelijk dat degene die het meeste geld kan verdienen dat ook doet. Het maakt niet uit of dat de vrouw of de man is. Mensen kunnen tenslotte ontslagen of ziek worden, andere tegenslag krijgen, of hun prioriteiten kunnen verschuiven, waardoor de algehele taakverdeling moet worden herzien.

Maar een relatie aangaan, waarbij de ongelijkwaardigheid (vrouw als topdog, man als underdog) al van tevoren zit ingebakken, ligt nog steeds niet voor de hand. Daarvoor is het traditionele liefdesscript te zeer ingesleten. Grofweg dicteert dit script: mannen vallen op schoonheid, vrouwen vallen op kracht. Alles relatief natuurlijk. Soms is maar een kleine flikkering van schoonheid of leukheid genoeg voor een man en hij wil ook echt geen domme vrouw – bovendien wil het oog van een vrouw ook heus wel wat. Maar een vrouw valt niet voor een man die zij als zwakker dan zichzelf beschouwt, en erger nog, een man valt niet gauw voor een vrouw die hij als sterker beschouwt. Kracht in deze vergelijking kan fysieke kracht betekenen, maar ook intelligentie, getalenteerdheid of geldverdienpotentieel.

Een vrouw die een man bewondert is al voor hem gevallen. Een man die een vrouw bewondert weet dat hij geen kans maakt. Als illustratie van dit hardnekkige patroon kan het groupie-verschijnsel dienen. Beroemde rocksterren en sporthelden hebben nooit gebrek aan jonge meisjes die hen bij de uitgang opwachten om zich aan hen te geven, ook al is het voor niet meer dan een vluggertje, terwijl vrouwen als Madonna, Lady Gaga, de tenniszusjes Williams nooit op die manier worden omzwermd door een horde op seks of een relatie beluste mannelijke fans. Hoog gestegen vrouwen hebben het moeilijk op de liefdesmarkt.

Down daten is de logische oplossing voor de vrouwelijke suprematie, maar het enthousiasme van Lisa Mundy ten spijt vrees ik dat er weinig van terecht zal komen. Een vrouw valt niet voor, althans in haar ogen, een sukkel.

Artikelen in Column.


Zelfs de pastoor zegt ‘jij’

Vorige week werd mijn schoonvader begraven. Het was droevig om afscheid van hem te nemen, maar de leeftijd die hij bereikt had (88) maakte dat de dag toch vooral in het teken stond van vrede en mooie herinneringen. De katholieke mis met orgelmuziek en zang was indrukwekkend en verheffend, precies de kracht van oude tradities. Voor sommige kleinkinderen was dit de eerste keer dat ze een echte begrafenis meemaakten en mijn dochter toonde zich na afloop verbaasd dat er tijdens de mis zo veel tijd werd besteed aan ‘dingen die niets met Bonpa te maken hadden’.

Haar ervaring beperkte zich vooralsnog tot seculiere crematies met het format muziek-toespraak-muziek-toespraak. In deze religieuze dienst vormden de toespraken van de nabestaanden niet de hoofdmoot, maar een toevoeging, een onderbreking van de handeling die bestond uit het oerpatroon van de katholieke mis: offerande, sanctus, consecratie, communie met alle bijbehorende gebeden en formules, af en toe zelfs even in het Latijn. Het ritueel kreeg, althans percentueel in tijd, voorrang boven de persoonlijke toespraken en dat was natuurlijk vreemd voor een jong iemand als mijn dochter die zonder religie is opgegroeid in een tijd waarin alle plechtigheden op maat en gepersonaliseerd worden voltrokken.

Toch groeien de religieuze en seculiere tradities steeds meer naar elkaar toe. In de klassiek katholieke dodenmis van vroeger was de overledene zelf nooit meer dan een figurant. Zijn of haar naam werd een paar keer genoemd op de geëigende plaatsen in de stroom van geprevelde gebeden en dat was het wel zo’n beetje. De overledene werd opgenomen in het allesverzwelgende ritueel waarmee de onsterfelijke ziel in Gods genade werd aanbevolen (In paradisum te deducant angeli) en de nabestaanden werden geacht daar troost uit te putten. Iets persoonlijks kwam er verder niet aan te pas. In deze mis hield de pastoor geen preek, maar vertelde hij een persoonlijk en aansprekend verhaal over de overledene, met als oogmerk ‘het vieren van zijn leven’. Daarmee verschuift het perspectief van het hiernamaals naar het leven op aarde.

Op mij als toehoorder heeft het gebruik van de jij-vorm tegenover een dode een buitensluitend effect.

De pastoor ging zelfs nog een stapje verder en sprak de overledene rechtstreeks aan. Hij begon beleefd met ‘u’ en switchte op zeker moment naar het meer vertrouwelijke ‘jij’. Dat was wel even verwarrend. De eerste twee keer dat hij ‘u’ zei dacht ik dat hij zich richtte tot de weduwe (mijn schoonmoeder), maar nee, hij sprak mijn schoonvader in zijn kist toe. Een ongelooflijk modernisme in een katholieke mis!

Een afscheidstoespraak houden in de tweede persoon enkelvoud is typerend voor zoals het er bij crematies aan toegaat. Je hoort het steeds vaker, ook van mensen van wie je nooit gedacht had dat ze dat zouden doen. Op mij als toehoorder heeft het gebruik van de jij-vorm tegenover een dode een lichtelijk pathetisch en ook een buitensluitend effect. Alsof ik getuige ben van een (semi-therapeutisch) onderonsje tussen spreker en overledene. Maar de toegesprokene kan het niet horen! Het publiek in de zaal wél, maar dat wordt subtiel in de rol van afluisteraar gemanoeuvreerd.

De enige reden die ik kan bedenken voor het gebruik van de jij-vorm bij crematies is dat sprekers in het aangezicht van de dood de noodzaak voelen zich tot iets hogers te richten. En omdat voor seculieren God niet bestaat, grijpen ze in hun wanhoop naar the next best thing, oftewel de ziel van de overledene die ergens boven de bijeenkomst zweeft en alles hoort. Jij zeggen tegen een dode is de seculiere vorm van bidden.

Natuurlijk gooi ik de mantel der liefde over die jij-toespraken, maar onder die mantel knerst de kitsch.

Artikelen in Column.


Stiefdochter wil niet uitvliegen

Beste Beatrijs,

Negen jaar geleden trouwde ik met een gescheiden man. Zijn dochter woont bij ons en is inmiddels 18 jaar. Zij gaat om het weekend en de helft van de vakantietijd naar haar moeder. Mijn man is de hoofdopvoeder. Het contact tussen hem en zijn ex is minimaal. Moeder heeft altijd beweerd dat ze niet voor haar kind kon zorgen en de dochter weet dit (officieel) niet. Hoewel ik aanvankelijk goede hoop had dat het leuk zou worden tussen het kind en mij, is de vonk nooit overgeslagen. De sfeer is echter redelijk. Ik doe mijn best, zorg zo goed mogelijk voor iedereen, probeer het gezellig te maken en ik bemoei me zo min mogelijk met de opvoeding. Mijn man handelt daar anders in dan ik zou doen. Al met al vind ik het langzamerhand mooi genoeg geweest. Mijn stiefdochter doet dit jaar eindexamen en gaat daarna naar de universiteit. Ze heeft altijd gezegd dat ze dan het huis uitgaat, maar ik vrees dat dit er niet van gaat komen. Ze heeft het hier genoeg naar haar zin om geen haast te maken met uitvliegen en dat vind ik jammer.

Het is veel leuker tussen mijn man en mij als dochter er niet is. Ik voel me dan vrijer. Ik heb dit vorig jaar aan mijn man verteld en daar zit hij mee in zijn maag. Hij wil de weg van de geleidelijkheid. Ik snap dat mijn man tussen twee vuren zit. Ik heb vluchtneigingen. Wat kan ik doen? Zal ik het gesprek met mijn stiefdochter aangaan?

Mooi geweest

Beste Mooi geweest,

Ga uw stiefdochter niet opjagen om het huis uit te gaan! Ik begrijp dat u van haar verlost wil zijn, maar zij is de dochter van uw man en u kunt haar niet zomaar het huis uit bonjouren. Daarmee zou u zich harteloos opstellen tegenover haar en bovendien indirect vijandig tegenover uw man. Haar eigen moeder kon niet voor haar zorgen. Natuurlijk is uw stiefdochter daarvan op de hoogte. Een 18-jarige vwo-scholiere is niet onnozel. Veel steun en richting zal zij in haar kindertijd niet gekregen hebben van haar moeder. Dat is niet fijn voor een jong meisje. Maak het niet erger door haar het vaderlijk nest uit te duwen.
Voer eens een belangstellend en vrijblijvend gesprek met haar over hoe zij haar toekomst ziet, wat ze interessant vindt en waar ze zou willen wonen. Misschien wil ze wel eerst een jaartje reizen of een cursus in het buitenland (dan bent u ook van haar af). Bedenk dat zelfs als een eerstejaars student graag zelfstandig wil wonen, het vaak heel moeilijk is om snel een kamer te vinden. Dat kan zo een half tot een heel jaar duren.

Uw man heeft gelijk. Het uit huis gaan van uw stiefdochter moet gaan via de weg van de geleidelijkheid. Zij mag niet in een situatie komen, waarin zij het gevoel heeft dat zij weggekeken wordt uit het huis van haar vader. De kans lijkt me overigens niet denkbeeldig dat zij dat gevoel allang heeft. U schrijft over de verhouding met uw stiefdochter: ‘de vonk is nooit overgeslagen’. Daar zit op z’n minst iets wederkerigs in. Ik vermoed dat uw stiefdochter wel degelijk haast zal maken om te vertrekken. Maar laat het haar eigen beslissing zijn en niet uw initiatief, want daarmee verstoort u ook uw toekomstige verhouding met haar. Koester uw ziel in lijdzaamheid. Het komt vanzelf in orde.

Artikelen in Stieffamilie, Tieners.

Gelabeld met .


Als de rekening niet klopt

Beste Beatrijs,

Onlangs zat ik met mijn moeder en zus in een eetcafé voor een hoofdgerecht. De bediening was vlot en vriendelijk en de juiste gerechten werden in een prima tempo bezorgd. Na afloop namen we een koffie en twee thee. Toen we wilden afrekenen, bleken de twee kopjes thee niet op de rekening te staan. Een fout van de bediening in ons voordeel. Mijn zus, die zelf jaren in de horeca heeft gewerkt, vindt het niet aan de klant om de bediening te wijzen op de gemaakte fout en alsnog voor de twee thee te betalen. Mijn moeder en ik vinden dat we de ober er wel op moesten attenderen. Immers, we hadden de thee opgedronken en als de rekening niet zou kloppen in ons nadeel, zouden we er zeker iets van gezegd hebben. Wat vindt u?

Rekening klopt niet

Beste Rekening klopt niet,

Diefstal valt niet onder prettige omgangsvormen.

De koninklijke weg is om gewoon te betalen wat u hebt geconsumeerd. Als u te veel wisselgeld terugkrijgt in de supermarkt, corrigeert u toch ook de fout? Waarom zouden klanten misbruik maken van een vergissing van restaurant- of winkelpersoneel en andermans geld in hun zak steken? Wie zich toe-eigent wat hem niet toekomt maakt zich schuldig aan diefstal en diefstal valt niet onder prettige omgangsvormen.

Artikelen in Horeca.

Gelabeld met , .