Spring naar inhoud


Mantelzorg

Het mantelzorgstelsel heeft iets inherent onrechtvaardigs, omdat het zo op een dwangbuis lijkt. Monique Kremer laat zien in haar boek Geven en claimen dat de overheid eerst een beroep op familie en vrienden laat doen en dat professionele thuishulp voor mensen die zorg nodig hebben op de tweede plaats komt en als aanvulling gebruikt wordt.

Het draait hierbij natuurlijk alleen om geld. Het is voor de overheid altijd goedkoper om zoveel mogelijk zorgtaken door informele vrijwilligers op te laten knappen en dan pas de professionele krachten in te schakelen.

Veel mantelzorgers, vooral degenen die voor een gehandicapte of chronisch zieke of dementerend persoon zorgen komen niet toe aan volwaardig burgerschap, dat wil zeggen: ze nemen geen deel aan verschillende sectoren van het dagelijks leven.

Ik ben het met Monique Kremer eens dat de positie van de mantelzorger moeizaam is en ook gedateerd omdat in deze cultuur meewarig aangekeken wordt tegen mensen die geen eigen leven hebben. Dat geldt al voor vrouwen die vrijwillig afzien van elke vorm van betaalde arbeid om zich geheel aan hun gezin te wijden, maar helemaal voor permanente mantelzorgers. Hun situatie staat geheel in het teken van de plichten, althans degenen die zelf of via hun partner over onvoldoende inkomen beschikken om zichzelf in enige mate uit de mantelzorg vrij te kopen. De vrouw van een bankdirecteur hoeft niet dag in dag uit vast te zitten aan de verzorging van haar gehandicapte kind, maar huurt verpleegsters in. Rijke oude mensen betalen zelf hun thuishulp en rijke kinderen van arme ouders gaan niet zelf de vloer dweilen, maar zoeken een werkster.

Het verstrekken van mantelzorg wordt op die manier een plicht voor de armen en een recht voor de rijken, die immers precies kunnen doseren hoe veel ze willen geven. Terecht houdt Monique Kremer een pleidoor voor het recht om niet te zorgen, om nee te zeggen tegen de zorg die men niet kan of wil opbrengen.

In de vergelijking met andere landen komt het Scandinavische model als ideaal uit de bus. In dit systeem neemt de overheid primair alle zorgtaken voor haar rekening. Het recht op zorg voor iedereen die hieraan behoefte heeft is daarmee gewaarborgd. Tegelijk hebben alle potentiële mantelzorgers ook het recht om zorg te geven, waar zij dat wensen. Op geheimzinnige wijze zijn uit deze maatschappelijke formule alle plichten verdwenen. In Zweden en Denemarken is het blijkbaar zo geregeld dat elke zorgvrager ook zorg krijgt en dat iedereen de hoeveelheid zorg van zijn voorkeur ook kan uitdelen. Waar zijn de plichten gebleven? Die moeten wel zijn gaan zitten in enorme hoeveelheden verschuldigde belasting voor elke burger.

Toch kan ik niet begrijpen hoe ze in Zweden het probleem van de inherent lage status van zorgarbeid hebben op gelost. Een crècheleidster of een thuiszorgwerkster is geen goedbetaald beroep. In Nederland kiest zo iemand er snel voor om deze werkzaamheden maar in de informele sfeer (met eigen kinderen, bij eigen hulpbehoevende ouders) te gaan uitvoeren, als die keus zich voordoet. Dankzij het kostwinnersmodel, dat wel. Het punt is dat men in Nederland niet van het kostwinnersmodel af wil. Niet werkelijk tenminste. Vrouwen zijn gehecht aan de vrijheid om wel of niet te werken. De consequentie van het Zweedse model is arbeidsplicht. Men moet werken om zich te verzekeren van een inkomen. Daar wil men in Nederland al helemaal niet aan. Een Zweedse of Deense vrouw kan niet kiezen om thuis te blijven en voor de kinderen te zorgen, want het inkomen van haar partner is niet voldoende voor een heel gezin wegens de torenhoge belastingen. En dus trekt zomaar een laagopgeleide Zweedse vrouw bij onbekende oude dames professioneel de steunkousen aan, terwijl haar eigen oude moeder door weer een andere laagopgeleide vrouw professioneel de steunkousen krijgt aangetrokken.

De vraag kortom is: wat is de winst dat al deze zorgtaken door betaalde krachten worden verricht? Zowel in Zweden als in Nederland gaat het om dezelfde pool van mensen waar uit geput wordt, zowel in betaald werk als in de zogenaamd vrijwillige, maar in werkelijkheid semi-verplichte mantelzorg.

Er is in Nederland een schreeuwend tekort in de zorg. Het recht van behoeftigen om zorg te ontvangen wordt steeds nijpender. In dit licht vind ik alle overwegingen om aandacht te besteden aan het recht om zorg te geven in het niet zinken bij het recht om zorg te krijgen. Alleen onbetaald verlof zou in aanmerking moeten komen voor regelingen, omdat men anders tegen de inconsequentie aanloopt dat bijvoorbeeld een gynaecoloog voor een topdagsalaris zijn of haar zieke kind of oude moeder gaat verzorgen. Nemen we de huidige jaloezie in aanmerking van kinderloze werknemers op werknemers-met-kinderen, dan draait dit erop uit dat een x-aantal algemene verlof- dan wel zelfontplooiingsdagen per jaar zullen worden verstrekt, die een andere gynaecoloog dan weer kan gebruiken om met behoud van salaris zijn tuinhuisje op te schilderen.

Het recht om niet te zorgen is wel belangrijk, omdat in de huidige situatie chronische mantelzorgers maatschappelijk gezien uitgebuit worden. De tekorten in de reeds geprofesionaliseerde zorg in aanmerking genomen lijkt dit een onmogelijke vraag. Toch is er een uitweg. In Nederland gaat een onevenredig groot deel van de belastinggelden die voor zorg beschikbaar zijn naar arbeidsongeschikten. Er zitten twee miljoen mensen thuis met een uitkering, waarvan 1 miljoen in de WAO, waarvan ruwweg een op de drie om psychische redenen. In vergelijking met andere landen zijn dit extreme cijfers. Afschaffing van de WAO-om-psychische-redenen zou de arbeidsplicht een beetje terughalen in het maatschappelijk panorama. Nederland zou iets meer in de richting van het Scandinavische model worden opgeduwd. Als deze groep ineens beschikbaar was voor de arbeidsmarkt, zouden de perrsoneelstekorten in de zorg in een klap opgelost zijn en zouden mantelzorgers niet meer op hun wenkbrauwen hoeven te lopen.

Artikelen in NRC-column.


0 reacties

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.



Sommige HTML is toegestaan