Spring naar inhoud


De onaanraakbaarheid van kinderen

Een hardhandige docent van een vmbo in de Alblasserwaard die eerder op staande voet ontslagen was mag na een kort geding weer aan het werk. Althans totdat er een definitieve uitspraak komt in het beroep dat de docent heeft ingesteld tegen zijn ontslag. Volgens het schoolbestuur had de man zich schuldig gemaakt aan ‘buitenproportioneel geweld’ tegen een dertienjarige leerling.

Bij deze tenlastelegging verscheen er voor mijn geestesoog meteen een schuimbekkende figuur die een klein opdondertje zodanig in elkaar rost dat de spoedeisende hulp eraan te pas moet komen, maar in feite had de man niets anders gedaan dan de jongen verwijderen door hem bij kop en kont vast te pakken en te verslepen. Het verplaatsen van tegenstribbelende personen veroorzaakt al snel ergens een blauwe plek.

De docent overtrad het belangrijkste verbod voor leraren: raak nooit een kind aan! Aanrakingen zijn ofwel agressief ofwel seksueel getint en voor geen van beide domeinen is ruimte binnen de leraar-leerling-verhouding. Lijfstraffen zijn al een halve eeuw geleden uitgebannen en de alertheid op seksueel misbruik van jongeren heeft een hoge prioriteit. Dat in dit regime ook de troostende arm om schouder de laan uit is gevlogen vormt een geringe prijs, want deze onschuldig bedoelde intimiteit ontwikkelt zich toch al veel te makkelijk in verdachte richting. De enige vorm van toegestaan fysiek contact tussen leraren en leerlingen is de high five of de vreugdevolle vuistboks, als de leraar tenminste van het toffe soort is.

Als Regel 1 luidt: ‘Blijf met je poten van een kind af!’ is het begrijpelijk dat een ongewenste aanraking het etiket ‘buitenproportioneel geweld’ krijgt. Tegelijk houdt een leraar op die manier geen enkele macht meer over. Ik weet niet precies wat zich heeft afgespeeld op die school in de Alblasserwaard. Er was sprake van een excursie naar een chocolaterie waar de dertienjarige zich misdroeg, ongezeglijkheid in de bus en tenslotte op school het afvoeren van de leerling naar een strafkamertje.

Het is niet moeilijk om je een kind voor te stellen dat eindeloos zit te klieren, zich niet tot de orde laat roepen en ten slotte weigert om de klas te verlaten. Niet omdat het een ettertje is, niet omdat hij ruzie zoekt, maar gewoon omdat het kan en uit nieuwsgierigheid naar wat er gebeurt, als hij ‘nee’ zegt.  Welke opties heeft een leraar op zo’n moment? Hij kan het erbij laten zitten en doorgaan met de les, hij kan de directeur erbij roepen, hij kan dreigen met latere strafmaatregelen, maar daarmee demonstreert hij alleen maar zwakte. In zo’n directe confrontatie mag een leraar niet verliezen. De opdracht ‘verlaat de klas!’ moet geëffectueerd worden, zo niet goedschiks, dan kwaadschiks, dat wil zeggen met voorbijgaan aan het kind z’n onaanraakbaarheid.

Een uitsmijter van een uitgaansgelegenheid is gerechtigd om amok makende klanten buiten te zetten. Ouders mogen geen geweld gebruiken in de opvoeding (ook de zogeheten corrigerende tik is officieel verboden), maar ze kunnen wel een weerspannig kind dat overlast geeft tijdelijk fysiek verwijderen uit een sociale situatie: ‘Ga jij maar eens een tijdje op je kamer zitten brullen’. En als het kind geen gehoor geeft aan het bevel, wordt-ie krijsend en schoppend erheen gesleept. Met fysieke overmacht.

Tot aan hun puberteit speelt het fysieke een belangrijke rol in het leven van kinderen. Niet alleen binnen het gezin, ook kinderen onderling doen voortdurend allerlei fysieke dingen met elkaar om te onderzoeken hoe het met macht zit. Het is kunstmatig en een beetje nuffig om het fysieke element te weren uit de omgang tussen leraren en leerlingen. Zonder de theoretische mogelijkheid van fysieke macht geen autoriteit.

Artikelen in Column.


1 reactie

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.

  1. Lilian schrijft

    Nouja, in de kinderopvang worden kinderen ook vastgepakt als ze zich misdragen (en dan niet luisteren naar ‘op de gang staan’.)
    Maar dan probeer je het wel eerst vier-vijf keer door zijn arm te pakken en het nog eens te vragen. En nog eens. En nog eens.
    Ik heb meerdere keren een spartelend jongetje moeten meedragen naar de gang, omdat hij een ander jongetje had aangevallen. Maar dat vind ik normaal.
    En dat moeten ouders ook doen, alleen zonder slaan of knijpen of heel hard de pols beetpakken en dan sleuren. Gewoon oppakken en neerzetten.
    Zodra je een bepaalde leeftijd krijgt. rond de 7, zou ik dat niet meer doen in de kinderopvang en op de middelbare school moet het ook verbaal gevraagd worden.
    Staat de jongen na zes keer nog niet op, dan kan je zijn arm pakken en hem meetrekken naar de gang. De jongen optillen bij zijn buik of onder de oksels, vind ik alweer te fysiek.
    Bij meisjes zou ik zelfs de arm al te fysiek vinden. Ik zou er de directrice bijhalen. Of gewoon bij iedere minuut strafwerk optellen, zodat de persoon zelf gaat.
    Ik heb in mijn werkveld heel veel leraren hun geduld zien verliezen en tieners zien oppakken of slaan of schoppen. En dat gedrag lokken ze ook uit. Maar het mág niet.
    De twee beste leraren van de school, hadden allebei nog nooit geweld gebruikt of hoedanook over de grens gegaan. En iedereen luisterde perfect in die lessen. En anders ging je op de gang. Dat werd je verbaal verzocht en dan ging je. Die waren verbaal heel sterk, door het gewoon te vragen, met een ‘alsjeblieft’ nog wel.



Sommige HTML is toegestaan