Spring naar inhoud


Prozac

De breinstorm

door Emma Brunt

Uitgever De Arbeiderspers, 125 p., f 25,-

Zeven jaar lang heeft Emma Brunt met haar psychotherapeut en met analytisch begaafde vrienden en vriendinnen over haar problemen gepraat. Dat waren boeiende gesprekken, schrijft ze, maar haar depressie werd er niet minder om. Uiteindelijk vroeg ze haar psychiater om het middel Prozac (een collega had haar op het bestaan van dat middel attent gemaakt) en al na een week deed zich een kentering voor: 'ik moet zeggen dat ik versteld sta van het spontane en zonnige effect.'

Sindsdien ontpopte Emma Brunt zich als pleitbezorger van Prozac in haar column in het Parool en trad ze op als deskundige/gebruiker in radio- en tv-programma's over het onderwerp. De breinstorm is de verzameling van (bijgewerkte en aangevulde) Parool-columns over haar depressie, Prozac en de discussie die in de media werd gevoerd over het 'nieuwe tovermiddel'. Het boek houdt het midden tussen een self-helpgids, bedoeld voor lotgenoten die met soortgelijke problemen kampen, een essay over de implicaties van psychofarmaca, en een autobiografisch relaas. Dit laatste element is het minst uitgewerkt. Het stuk over de dood van haar vader, hoe aangrijpend ook, heeft binnen dit boek toch iets willekeurigs.

Depressie is een serieuze aandoening, waar mensen aan kunnen overlijden (zelfmoord). Het is van een geheel andere orde dan de tijdelijke gevoelens van somberheid of ongenoegen waar iedereen wel eens mee te maken heeft en die in het algemeen terug te voeren zijn op duidelijke oorzaken. Door een depressie wordt de patiënt overspoeld en verlamd, totdat hij of zij inderdaad regelmatig het hele weekend in bed doorbrengt, zoals Emma Brunt beschrijft. Voor de behandeling van depressie bestaan globaal twee methodes: praten met een therapeut en pillen slikken. Psychofarmaca gelden als symptoombestrijding en zijn goedkoop; in therapie gaan daarentegen betekent een speurtocht naar de wortels van de malaise, iets wat doorgaat voor een meer fundamentele aanpak die tegelijk een stuk duurder is.

In De breinstorm besteedt Emma Brunt vrij veel energie om lezers ervan te overtuigen dat mensen die aan depressies lijden geen aanstellers zijn. Hiervoor is zwaar geschut nodig: vergelijkingen met leukemie, aids, kanker figureren, totdat ze het uiteindelijk houdt op suikerziekte: 'een potentieel gebrek dat manifest kan worden door belastende omstandigheden'. Maar afgezien van het zoeken naar de juiste metafoor lijkt het nogal duidelijk dat er iets grondig mis zit met iemand die bijna elke ochtend wakker wordt met de gedachte: 'Was ik maar dood. Ik ben een last voor mezelf en voor mijn omgeving. Hoe lang moet dit nou nog duren? Mag het niet ophouden?' Als zo iemand bevrijd wordt van haar psychische loden lasten door het slikken van een pilletje Prozac en weer enigszins tegen het leven bestand is, dan past het elke buitenstander zich daarin te verheugen. Minachting voor het instant-effect van een pilletje (in tegenstelling tot de lange weg naar zelfinzicht via therapie) is even aanmatigend als het idee dat 'lijden loutert'.

Brunts omarming van Prozac is overigens niet echt een

vreugdevolle. Ze heeft haar hele leven weinig op gehad met 'nature' en koesterde een heilig vertrouwen in 'nurture', in de maakbaarheid van personen en maatschappijen. Door de effecten van Prozac stortte dit wereldbeeld ineen. Psychotherapie leidde niet tot beduidend resultaat, maar slik een biochemisch preparaat, en ziedaar. 'Beschouw het maar als de wraak van de natuur, zeg ik dezer dagen bij mezelf: een verlate straf voor levenslang zondigen en blasfemeren in het aangezicht van haar vreeswekkende, onverschillige majesteit.'

Dit is een scherp inzicht. Een verwant aspect is de karakter-transformerende werking die aan Prozac wordt toegeschreven en die in het boek niet meer dan terloops behandeld wordt. Prozac-gebruikers worden assertiever en kunnen beter tegen een stootje. Dit verschijnsel roept de vraag op wat de 'echte' persoonlijkheid is. Het gaat nog niet eens om de vraag wat er gebeurt als niet-depressieve mensen Prozac gaan slikken (en of ze dan bijvoorbeeld beter kunnen concurreren op het werk), maar om iets van meer filosofische aard: wat hoort bij het zelf en wat hoort er niet bij? Het feit dat een gebrekkige biochemische set-up bijgesteld kan worden lijkt toch verder te gaan dan bijvoorbeeld de ervaring dat mensen losser in de omgang worden na een paar pilsjes.

De breinstorm geeft een duidelijk beeld van wat het betekent om aan een depressie te lijden en hoe Prozac (overigens een van de vele mogelijkheden onder de anti-depressiva) daarin verlichting kan brengen, al was het maar ter ondersteuning van de psychotherapie. Echt nieuw is deze boodschap niet, maar blijkbaar toch nuttig genoeg, gezien de commotie rond Prozac. Wat ik nog het meest merkwaardig vind is dat haar psychiater in al die lange zeven jaren nooit eerder iets medicijnachtigs heeft geprobeerd.

Beatrijs Ritsema

Artikelen in NRC-boekrecensies.


0 reacties

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.



Sommige HTML is toegestaan