Spring naar inhoud


Prestatieloon

Beatrijs Ritsema

Van oudsher hebben werkers een hekel gehad aan stukloon, omdat het hen in een onderlinge concurrentiepositie manoeuvreert. De macht van de werkers als groep wordt op die manier ondermijnd ten gunste van de macht van de baas die het geld uitdeelt. Alleen in de seizoensarbeid of bijvoorbeeld onder studenten die een vakantie bij elkaar willen verdienen tref je wel mensen aan die gecharmeerd zijn van het idee stukloon. Hun motivatie om willekeurig wat voor werk te doen is dan ook extern van aard: het gaat om het geld en verder niets.

Bij het werk dat in een min of meer permanent dienstverband wordt verricht, stellen werkers prijs op tijdloon: je wordt betaald naar de hoeveelheid tijd die je ergens in steekt en over de hoogte van het loon worden afspraken gemaakt door middel van CAO's. Dit systeem beschermt werkers tegen uitbuiting: er wordt een gemiddelde productienorm vastgesteld, gekoppeld aan een bepaalde tijd waarbinnen die norm gehaald moet worden. Het feit dat werkgevers en werknemers als groepen met uiteenlopende belangen het eens zijn over de norm betekent automatisch dat de lat niet te hoog ligt.

Een impliciete aanname van dit systeem is dat werkers inderdaad hun best doen, wanneer de externe voorwaarden eenmaal zijn geregeld. Wat let hen om precies op de productienorm te gaan zitten en bijvoorbeeld acht uur werk in zes uur erdoorheen te jagen en de overgebleven twee uur te gaan klaverjassen? Of wat let hen om te 17.30 uur middenin de beantwoording van een spoedeisende brief de computer uit te zetten en te zeggen van we zien morgen wel weer verder?

Tegen dit soort gedrag valt formeel noch rationeel iets in te brengen en het bijzondere is dan ook niet dat het voorkomt, maar dat het zo weinig voorkomt. Het merkwaardige van werk is dat mensen ervan houden, ook al zitten ze erop te kankeren en verlangen ze naar vakantie. Niet alleen hartchirurgen en concertpianisten, maar ook werkers bij de gemeentereiniging of havenarbeiders ervaren een gevoel van tevredenheid als ze het een of andere klusje op een elegante, efficiënte manier hebben geklaard. Werk lijkt op een huwelijk. Mensen kiezen een partner of een bepaalde branche op emotionele gronden – omdat ze er affiniteit mee hebben.

Prestatieloon invoeren (in het onderwijs of in welke andere sector dan ook) is te vergelijken met het instellen van een geldelijke beloning voor echtparen die gedurende een bepaalde termijn niet gaan scheiden. Het is een devaluatie van de motieven van mensen om hun werk goed te doen of om bij elkaar te blijven. Prestatieloon degenereert mensen tot kille slabakkers die alleen in beweging komen voor een zak geld. Het is typisch iets voor de Paarse coalitie om te denken dat 'de' kwaliteit van 'het' onderwijs erop vooruit gaat, als je 'excellent presterende' docenten meer geld geeft. Dat zal immers al die andere kantjes-ervanaf-lopers stimuleren tot meer inspanning. Uit deze opzet kun je afleiden dat er geen Paarse animo bestaat om het beroep leraar als zodanig in status op te vijzelen door de salarissen te verhogen. Liever wakkert men de onderlinge concurrentie aan, dat is goedkoper.

En werken doet het natuurlijk niet, dat prestatieloon. Want wat moet ik me voorstellen bij een excellent presterende docent? Is dat degene wiens leerlingen de hoogste eindexamencijfers hebben? Iemand die goede leerlingen uitdaagt of juist alle energie in zwakke leerlingen steekt? Is dat de populaire figuur die door leerlingen op handen wordt gedragen of de knorrepot die op het juiste ogenblik een dichtbundeltje toeschuift aan een geïnteresseerde enkeling? Degene die de algemene vorming ter hand neemt? Degene die staat op uit het hoofd leren? Degene die anekdotes en verhalen vertelt? Degene die saaie oefeningen laat doen, net zo lang tot echt iedereen het kan?

Honderd stijlen van leraarschap en evenveel verschillende soorten leerlingen die in wisselende mate gebaat zijn bij de ene of de andere variant. De output is niet eenduidig meetbaar. Het heeft dus ook geen zin om loon naar prestatie in te voeren.

Artikelen in NRC-column.


0 reacties

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.



Sommige HTML is toegestaan