Spring naar inhoud


Een misplaatste uitnodiging

Beste Beatrijs,

Wij zijn een samenwonend stel (60-plus) en beiden eerder getrouwd geweest. Na een hechte familierelatie van zo’n twintig jaar heeft mijn vriendin nog af en toe contact met haar ex-schoonouders vooral via haar twee volwassen kinderen. Nu gaan deze ex-schoonouders hun 60-jarig huwelijksfeest vieren met de hele familie en nodigen ook hun ex-schoondochter uit, voor hen vanzelfsprekend mét haar nieuwe partner (mij) erbij. Mijn vriendin wil wel naar dat feest toe, omdat het gaat om de grootouders van haar kinderen. Ze wil graag dat ik met haar meega. Ik heb haar ex-schoonouders een of twee keer ontmoet, ze zijn heus aardig, maar ik ken hen verder nauwelijks. Ik heb ook helemaal geen behoefte om de ex-man van mijn vriendin tegen te komen. Anderzijds wil ik mijn vriendin graag vergezellen in een situatie die voor haar ook niet eenvoudig is. Wat moeten we hiermee aan?

Jubileum ex-schoonouders

Beste Jubileum ex-schoonouders,

Voor u bestaat er in ieder geval geen noodzaak om dat jubileumfeest te bezoeken. Het is uw familie niet, het is uw schoonfamilie niet, het is zelfs uw ex-schoonfamilie niet. Het is natuurlijk heel aardig van hen om u in te sluiten bij de uitnodiging, maar ik denk niet dat ze u zullen missen wanneer u er niet heen gaat. Het is al tamelijk uitzonderlijk dat ze hun ex-schoondochter welkom heten. U schrijft dat het huwelijksfeest voor uw vriendin niet eenvoudig zal zijn, maar zij heeft een geschiedenis met de familie, dus ik kan me niet voorstellen dat zij u ter plaatse nodig heeft om op te leunen. Uw vriendin is via haar kinderen met de familie verbonden, ze kan best een aardige avond hebben, maar u hebt daar niets te zoeken.

Zeg tegen uw vriendin dat ze het vast wel alleen af kan en dat u niet gaat, omdat u zich daar misplaatst zult voelen. Als ze tegen de gelegenheid opziet, kan ze trouwens best op een hartelijke manier met een lief kaartje afzeggen. Het is voorstelbaar dat uw vriendin zich ook niet helemaal geroepen voelt om zo’n typisch familiegebeuren in tenslotte haar ex-schoonfamilie bij te wonen. Ondanks de sympathieke insluiting valt ook zij er een beetje buiten.

Artikelen in Exen, Huwelijksjubileum.

Gelabeld met .


Uitnodiging intrekken

Beste Beatrijs,

Aanstaande zaterdag willen wij met een stuk of twaalf vrienden gaan barbecueën op een veldje. Van deze groep is het merendeel, op twee mensen na, deze zomer een week samen op vakantie geweest, op een camping in Zeeland. De eerdergenoemde twee zijn vrienden van mij die de meeste anderen redelijk kennen van school of van de voetbalclub, maar niet iedereen. Nu klagen er drie vakantiegangers over de komst van mijn twee vrienden, omdat ze vinden dat die er niet bij horen. De twee vrienden waren aanwezig bij een feestje bij mij thuis vorige week en zijn toen spontaan uitgenodigd voor de barbecue – niet eens door mij! Wat moet ik doen? Mijn vrienden afzeggen? In dat geval ga ik zelf ook niet meer, want dat vind ik niet tof tegenover hen. Of zal ik niks doen, wat die drie anderen mij kwalijk zullen nemen?

Vrienden afzeggen?

Beste Vrienden afzeggen,

Wat een benepen gedoe over een avondje in de buitenlucht! Alsof het om een exclusief diner voor genodigden in een kasteeltuin gaat. Die andere drie moeten niet zo moeilijk doen. Wat maakt het uit dat er in de vrijblijvende, relaxte sfeer van een barbecue twee mensen tussen zitten die ze niet kennen? Dan leren ze hen maar kennen! En als ze daar geen zin in hebben, dan praten ze maar met iemand anders. De aanwezigheid van uw twee vrienden die het grootste deel van het gezelschap kennen kan nooit een probleem zijn. Niet mee geweest zijn naar een camping in Zeeland kan geen criterium zijn om mensen uit te sluiten voor een heel andere gelegenheid. Het is uiterst onhartelijk, om niet te zeggen grof, om de eerder gedane uitnodiging aan die twee weer in te trekken. Laat het plan doorgaan, besteed geen aandacht meer aan de hele kwestie, negeer het gezeur van de drie dwarsliggers en alles zal vanzelf in orde komen.

Artikelen in Eten en drinken, Scholen en verenigingen, Vrienden en kennissen.

Gelabeld met .


Voorrang voor excellentie

Al decennia lang zijn er meer gegadigden voor de studie geneeskunde dan beschikbare plaatsen. Het selectieprobleem (welke aspirant student toelaten en welke afwijzen) werd aanvankelijk opgelost door botweg loten. Omdat het als onrechtvaardig werd ervaren om eigen inzet en prestaties buiten beschouwing te laten, kwam er een systeem van gewogen loting, waarbij vwo’ers met een hoog eindexamengemiddelde meer kans maakten. De inschrijfdatum voor een studie is intussen zo ver naar voren gehaald dat eindexamencijfers geen rol meer kunnen spelen. Het worden nu de rapportcijfers van het vijfde schooljaar, in combinatie met een sollicitatiegesprek waarin motivatie en geschiktheid worden gepeild, die bepalen wie toelating verdient. Alleen de excellenten mogen het walhalla van de snijzaal binnen. Wat betekent dat toekomstige artsen al als puber in de gewenste richting moeten voorsorteren, zoals een kind in de Middeleeuwen ook al wist dat hij bij zijn vader in de leer voor schrijnwerker zou gaan.

Dat er geselecteerd moet worden in een situatie van meer aanbod dan vraag is onvermijdelijk. Maar de methodes die nu in stelling worden gebracht hebben nauwelijks een relatie met de werkelijkheid. Wat hebben de cijfers van een zestienjarige voor een natuurkundeproefwerk in klas vijf te maken met de latere beroepspraktijk als huisarts? Dat kun je je ook afvragen van eindexamencijfers trouwens. Een cum laude vwo-lijst is een fijn uitgangspunt voor een latere studie in wat dan ook, maar het enige wat er echt uit blijkt is dat de gegadigde in ieder geval slim genoeg is om een academische opleiding aan te kunnen. Een garantie die het eindexamendiploma zelf natuurlijk ook al biedt. Het verschil tussen een gediplomeerde met zesjes en zevens op z’n lijst en iemand met achten en negens is te gering om betrouwbaar op te selecteren. Het is in ieder geval niet zo dat de zesjesman of –vrouw een slechtere arts zal blijken.

Ambitie, toegewijdheid en affiniteit met de professie zijn minstens zo belangrijk. Maar die eigenschappen zijn notoir lastig te meten. De meeste middelbare scholieren hebben geen flauw idee wat ze later willen met hun leven. Dat hoeft ook niet op die leeftijd. Er zijn er maar heel weinig die vanaf hun vroege jeugd zeker weten dat ze muzikant willen worden bijvoorbeeld of juf of (dieren)arts. En ook voor die bevlogenen kan het toch nog anders uitpakken. Het voeren van sollicitatiegesprekken om iemands gedrevenheid voor een bepaalde opleiding te toetsen lijkt op een blind date. De kandidaat weet precies wat hij geacht wordt te zeggen. Hij verkoopt zichzelf naar beste kunnen en als zich op ondoorgrondelijke wijze een ‘klik’ voordoet met de interviewer die gecharmeerd wordt door een serieuze houding, een innemende glimlach, komt moeiteloos het groene licht. De stuurse hakkelaar wordt afgewezen. Het zijn toneelstukjes die niets zeggen over iemands toekomstige geschiktheid als arts en totaal onbetrouwbaar als meetinstrument.

Bij de rijschool is iedereen welkom, bij de toneelschool bijna niemand.

In de selectiebusiness zijn er twee benaderingen die tegenover elkaar staan. Je hebt de methode van het rijbewijs en die van de toneelschool. Voor het halen van het rijbewijs is iedereen welkom van boven de zestien. Sterker, iedereen die zich inzet en doorgaat met de lessen kan het begeerde diploma halen, ook al zakken sommigen wel tien keer. Bij de toneelschool is het andersom. Daar is bijna niemand welkom: van de duizenden gegadigden weet maar een heel klein percentages de auditiehordes met succes te nemen.

Voor de studie geneeskunde komt de toneelschoolaanpak niet in aanmerking wegens gebrek aan betrouwbare selectiecriteria. De rijschoolmethode is ongetwijfeld sympathieker, maar financieel niet haalbaar. Voor de situatie ‘velen zijn geroepen, weinigen uitverkoren’ is de rechtvaardigste oplossing swim or sink: strenge selectiecriteria binnen de opleiding zelf. Wie het vereiste vwo-diploma heeft mag ongezien binnen, en wie vervolgens een hoog opgeschroefde lat niet haalt valt af. Het is beter om gefaald te hebben na een poging dan bij voorbaat uitgesloten te zijn.

Artikelen in Column.


Nee zeggen tegen logés

Beste Beatrijs,

Sinds enkele jaren wonen mijn man en ik in Amerika, zijn geboorteland. Eerst in een kleine flat en dit jaar zijn we naar een groter huis verhuisd. Nu nodigen allerlei kennissen uit Nederland zichzelf ongevraagd uit, ook mensen met wie het contact naar ons idee verwaterd is. Ik vind het leuk als mensen langs komen of logeren, maar niet voor een week of zelfs langer zoals sommigen aankondigen. Sommigen willen met hun hele gezin komen, waardoor ik het gevoel heb dat wij als goedkoop vakantieadres gebruikt worden. Ook zinspelen zij op uitjes om met zijn allen te doen, maar wij werken beiden fulltime (ik ook vaak ’s avonds nog thuis) en wij willen niet voortdurend onze woning met gasten delen. Hier en daar hebben we voorzichtig laten doorschemeren dat we enkele dagen niet heel erg vinden, maar dat we ook tijd en ruimte voor ons zelf nodig hebben. Hier werd redelijk verontwaardigd op gereageerd dat ons huis toch groot genoeg is. Hoe kunnen we subtiel nee zeggen zonder mensen te kwetsen?

Logés dringen zich op

Beste Logés dringen zich op,

U hoeft niet subtiel te werk te gaan met verre bekenden die zichzelf uitnodigen. Het is uiterst onbeleefd om jezelf uit te nodigen bij mensen die geen familie of goede vrienden zijn en die toevallig in het buitenland wonen. U drijft geen hotel en u bent in het geheel niet verplicht om iedereen die zin heeft in een buitenlands tripje logies te bieden. Beslis eerst samen met uw man wie u wel en wie u niet wil ontvangen. Tegen de categorie mensen die u helemaal niet wil zien zegt u: ‘Sorry, we hebben het voorlopig heel druk en we hebben geen tijd om logés te ontvangen. Misschien over een paar jaar.’

Aan andere mensen (goede vrienden, familieleden) die u wel wil ontvangen, kunt u uw spelregels meedelen van tevoren. U geeft dan bijvoorbeeld een limiet: maximum drie dagen, want langer kunt u niet aan (u bent full time aan het werk). Als ze langer willen blijven, kunnen ze hun intrek in een hotel nemen. Als u geen heel gezin wilt, zegt u vriendelijk nee, want geen ruimte. Verwijs ze naar redelijk geprijsde hotels, airbnb of vakantiehuisjes. Tegen de mensen die wel mogen komen, zegt u er meteen bij dat ze voor hun eigen vertier moeten zorgen en dat u geen tijd hebt voor sightseeën of excursies (u bent immers aan het werk). Als u bent overeengekomen dat bijvoorbeeld een stel een paar dagen komt logeren, spreek dan af dat u één keer een maaltijd zal serveren en dat ze het voor de rest zelf moeten uitzoeken. Zeg dat er ontbijt zal zijn, dat ze zelf kunnen pakken. Geef ze een sleutel, zodat ze kunnen gaan en komen, wanneer ze willen, en houd hen voor dat u niet veel tijd zult hebben voor gezelligheid, omdat u nu eenmaal moet werken. Geef ze tips voor leuke dingen in de omgeving. Als het goed is, zullen de logés u een keer mee uit eten nemen.

Bespreek uw condities, voordat de logeerafspraak daadwerkelijk gemaakt is, zodat niemand voor onaangename verassingen komt te staan.

Artikelen in Visite.

Gelabeld met , .


Een tip voor een goed doel

Beste Beatrijs,

Binnenkort zijn wij 40 jaar getrouwd en dat gaan we uitgebreid vieren. Een van onze vrienden stelde voor dat wij een goed doel zouden kiezen, dan zouden onze gasten hij bij wijze van cadeau geld op die rekening kunnen storten. Deze tip had hij diverse vrienden met succes aan de hand gedaan, zei hij. Hoe kunnen we deze persoon laten weten dat hij dat beter bij ons kan laten of mogen wij dit gegeven paard niet in de bek kijken?

Goede-doelen-tip

Beste Goede-doelen-tip,

De tip van uw vriend is geen cadeau en dus in geen enkel opzicht een gegeven paard. Uw vriend heeft niets te zeggen over hoe u uw 40-jarig huwelijksfeest wil vieren en ook niet over de cadeaus die hier al dan niet aan te pas komen. Dat mag u helemaal zelf beslissen. Wanneer iemand een suggestie doet voor goede doelen, zegt u vriendelijk: ‘Dank voor de tip, we nemen het mee in onze overwegingen.’ En vervolgens doet u waar u zelf zin in hebt.

Artikelen in Cadeaus, Huwelijksjubileum.

Gelabeld met .


Vraag om biologisch eten

Beste Beatrijs,

Mijn partner en ik eten thuis biologisch (dynamisch). Als we uit eten gaan, eten we ook het liefst voedsel zonder gif. Mag je dit ook vragen aan je vrienden als ze je uitnodigen voor een etentje bij hun thuis? Ik heb dat al een paar keer gevraagd en men vond het geen probleem, maar mijn partner vindt dat ongepast, omdat bio duurder is en je de mensen daarmee op kosten jaagt. Zij vindt wat wordt geserveerd minder belangrijk dan het gezellig samenzijn met vrienden. Zeggen dat je vegetarisch bent of een glutenallergie hebt is volgens haar iets totaal anders dan zeggen dat je een allergie hebt voor gangbaar eten (niet bio). Zij is bang dat vrienden uiteindelijk zullen besluiten ons maar niet meer uit te nodigen, omdat we moeilijk doen over het eten. Wat vindt u? Kunnen we vragen om biologisch eten of moeten we ter wille van de vriendschap onze principes maar af en toe opzij zetten en gewoon gezellig (weliswaar giftig) voedsel eten?

Vragen om biologisch

Beste Vragen om biologisch,

Het is behoorlijk aanmatigend om uw vrienden te vragen om u duur biologisch (-dynamisch) voedsel voor te schotelen. Veel mensen kopen uit zichzelf al biologische, dier- of milieuvriendelijke producten, en degenen die dat niet doen hebben daar hun (mogelijk financiële) redenen voor of het interesseert ze niet. Uw menu-eis is van een andere orde dan vegetarisme of een specifieke allergie, omdat normaal supermarktvoedsel niet giftig is. Geen enkele wetenschapper of arts zal beweren dat producten uit de grootschalige landbouw en veeteelt giftig oftewel schadelijk voor de gezondheid zijn. Daar is simpelweg geen wetenschappelijk bewijs voor. Bovendien ziet de voedsel- en warenwet door middel van controles erop toe dat de volksgezondheid niet in gevaar komt. Persoonlijk ben ik bereid om met allerlei dieetwensen rekening te houden, maar als gasten zouden vragen om biologisch (laat staan biologisch-dynamisch) voedsel, zou ik dat met een glimlach serveren en hen vervolgens nooit meer uitnodigen, omdat ik het krankjorum zou vinden dat men ervan uitgaat dat ik zonder hun waarschuwing een giftige maaltijd op tafel zou zetten.

Artikelen in Eten en drinken, Vrienden en kennissen.

Gelabeld met .


Misplaatst in den vreemde

De toerist is een lomp wezen, een Fremdkörper dat overal in de weg loopt, zelfs voor zijn eigen medetoeristen. Ze zien er log uit, bepakt met rugzakjes, en vormen overal rijen. Ze nemen dubbele ruimte in beslag doordat ze rolkoffers achter zich aan slepen. Ze bewegen zich traag en schijnbaar doelloos, maar toch volgen ze allemaal min of meer dezelfde route, alsof ze op een zeker punt in een stroom zijn gegooid en zich willoos langs een parcours laten voeren.

Of je nu de Efteling binnen gaat of een stad als Amsterdam (Barcelona, Berlijn, Venetië), alle bezoekers werpen zich op dezelfde high lights. In De Groene las ik een zeer grondig gedocumenteerd stuk over hoe het massatoerisme het dagelijkse leven in de Amsterdamse binnenstad vernietigt. Grotere gebouwen worden verkocht en omgebouwd tot hotel. Bakkers, slagers en groenteboeren moeten plaats maken voor souvenirshops en andere op toeristen gerichte winkels (kaas, ijs, wafels, fastfood), omdat die meer winst kunnen maken. Hierdoor gaan de huurprijzen voor winkels omhoog, waardoor nog meer gewone middenstanders vertrekken. Een deprimerende race to the bottom met als angstaanjagend eindpunt het huidige Venetië, een stad die het hele jaar door dagelijks door duizenden dagjestoeristen wordt bezocht en waar nauwelijks nog iemand echt woont en leeft, omdat de grondprijzen daarvoor te hoog zijn. Ook de mensen die werken in de toeristenindustrie moeten heen en weer pendelen tussen het Venetiaanse pretpark en hun eigen huis op het vasteland.

Je kunt niet naar Egypte afreizen en besluiten om de piramides links te laten liggen.

Deze analyse was op zichzelf niet nieuw. Zoals bekend moeten alle aantrekkelijke Europese steden schipperen tussen nog meer toeristen lokken en de stad leefbaar houden voor de lokale bevolking – waar ik van opkeek was de ongelooflijke kortheid van het verblijf van de gemiddelde toerist: een à anderhalve dag! Geen wonder dat iedereen zich dan op Anne Frank en het Red Light District stort en dat ze tussendoor een legaal jointje en vacuüm verpakte Old Amsterdam kaas willen scoren. Een dagjesmens is aan z’n status verplicht om de unique selling points te consumeren, anders is het net alsof hij er niet geweest is. Je kunt niet naar Egypte afreizen en besluiten om de piramides links te laten liggen.

Zelf kan ik me hier ook niet aan onttrekken. Als vakantieganger moet je nu eenmaal iets anders doen dan waar je normaal gesproken de hele dag mee bezig bent, dus moeten er dingen worden bekeken. Sightseeën is de plicht van de toerist en zeker van de dagjesmens. Het enige wat je kunt doen om de verschrikkelijke massa’s te ontlopen is attracties van het tweede garnituur uitzoeken, waar niet iedereen op afkomt. Dat lukt ook wel: in Zuid-Engeland waar ik een dag of tien de toerist uithing, kun je aangenaam verblijven zonder hordes medetoeristen.

Desondanks blijft er een gevoel van misplaatstheid. Ik weet dat de locals blij zijn met ons bezoek aan hun Bed & Breakfast of restaurant. We geven grif geld uit aan bezienswaardigheden van antieke en moderne snit. We maken een suizelend stil boottochtje in een punter door een groener dan groen landschap. Ook in de kathedralen moet tegenwoordig worden betaald, want die hebben onderhoud nodig en gelovigen zijn er nauwelijks nog, dus gaat de rekening geheel terecht naar de esthetisch geïnteresseerden die zich komen vergapen. De toegangsprijs wordt gecompenseerd door tal van vrijwilligers die zich op de bezoekers storten voor een rondleiding. Met in elk groepje schapen zo’n wijsneus die de gids tergt met onvermoeibare vragen die geen ander doel dienen dan z’n eigen eruditie etaleren.

Iedereen is even beleefd en hartelijk voor de toeristen en soms ontstaat zowaar een echt gesprek. Maar de rol van gast valt me zwaar. Dat komt door hoe ik over toeristen in mijn eigen stad denk: ‘Gingen ze maar weer naar huis! Ze lopen in de weg!’

Artikelen in Column.


Kletsende vriendin

Beste Beatrijs,

Ik heb een goede vriendin. Haar dochter en mijn dochter van 15 zitten bij elkaar in de klas en zijn ook bevriend. Mijn dochter is tamelijk gesloten van aard en vertelt niet vaak iets over zichzelf, maar we hebben wel een goede band. Als er problemen zijn, weet ze me te vinden en praat dan wel over wat haar bezig houdt. Ik vind het prima zo – als moeder hoef je niet alles te weten. De dochter van mijn vriendin is een enorme flapuit en vertelt alles tot in detail aan haar moeder. Dus ook wat er op feestjes gebeurt en welke rol mijn dochter daar in heeft. Ik vind dat lastig want mijn vriendin weet vaak meer over mijn kind dan ik. Dan zegt ze bijvoorbeeld: ‘O ja, alle meisjes drinken hoor!’ Ook vertelt ze van alles over het onderlinge gedoe in die meisjesgroep en vindt ze dat er te weinig rekening wordt gehouden met haar dochter. Ik voel me dan indirect aangesproken. Eigenlijk wil ik er niets mee te maken hebben. Hoe bepaal ik mijn houding?

Te veel informatie

Beste Te veel informatie,

U hebt een goede verhouding met uw dochter – dat is het enige wat telt. De rest is bijzaak. Uw dochter is niet heel erg mededeelzaam. Dat is normaal voor tieners. Uw vriendin hoort wél van alles van haar dochter en vertelt dat dan weer door aan u. Zo gaan mensen te werk die hun kicks ontlenen aan andermans leven. Dat gebeurt wel vaker en is geen reden voor zorg. U kunt uw vriendin gewoon belangstellend aanhoren. U krijgt aldus wat extra achtergrondinformatie over het dagelijks leven van uw dochter. Dat is nooit weg. U kunt interessante dingetjes later nog eens met uw dochter bespreken onder het motto ‘Dat heb ik gehoord van X.’ U benadeelt uw vriendin daar niet mee, want wie praat weet dat zijn of haar woorden verder zullen reizen.

Als uw vriendin klaagt over strubbelingen van haar dochter op het sociale front, kunt u om te beginnen met haar meevoelen, maar u hoeft zich op geen enkele manier aangesproken te voelen. Uw dochter en de hare zijn oud genoeg om er een zelfstandig sociaal leven op na te houden en daar met vallen en opstaan wegwijs in te raken. Moeders moeten daar niet te veel bovenop zitten. Wanneer de uitweidingen u beginnen te vervelen, kunt u dit punt onder de aandacht van uw vriendin brengen en een ander onderwerp aansnijden.

Artikelen in Tieners, Vrienden en kennissen.

Gelabeld met .


Klagen over te weinig eten

Beste Beatrijs,

Onlangs gingen mijn vriend en ik uit eten in een eenvoudige, maar respectabele gelegenheid waar men gerechten als risotto en kipsaté serveerde. Op de bediening viel weinig aan te merken. Tijdens het afhalen van de borden kwam de gebruikelijke vraag of alles naar wens was geweest. Mijn vriend zei toen dat de maaltijd goed smaakte, maar dat de portie aan de kleine kant was. Hoewel de serveerster vriendelijk reageerde, werd duidelijk dat er weinig zou worden gedaan met deze klacht. Later op de avond zei ik tegen mijn vriend dat ik het ongepast vond om de hoeveelheid voedsel te becommentariëren. Hij hield vol dat er om zijn mening werd gevraagd en dat dit nou eenmaal het eerlijke antwoord was. Mag je volgens de etiquette in een restaurant klagen over de hoeveelheid van een gerecht?

Mag het ietsje meer zijn?

Beste Mag het ietsje meer zijn,

Als de bediening in een restaurant om feedback vraagt, mag de klant kritiek geven. Die kan gaan over de kwaliteit van het eten, maar ook over de kwantiteit. Als er iets serieus mis is (koud, aangebrand) is het beter om niet te wachten op de ‘Is alles naar wens?’ vraag, maar zelf aan de bel te trekken, want dan kan het meteen gecorrigeerd worden. Te grote porties is vervelend voor de klant, maar te kleine porties ook. Restaurants serveren vaker te veel dan te weinig, maar er is een trend om overdadige vleesporties te reduceren omdat veel klanten het niet weggewerkt krijgen. Hoe dan ook moeten restaurants altijd schipperen tussen te ruime of te krappe porties. In geval van te weinig, zoals uw vriend overkwam, had het restaurant best een aanvulling kunnen bieden. Geen extra biefstuk (dat doen ze nooit), maar extra groente, frieten of nog een schepje risotto kan geen probleem zijn. De klacht van uw vriend was eenvoudig te verhelpen geweest. Een goed restaurant wil niet dat de klanten zich na vertrek naar de snackbar spoeden om bij te tanken. Die zien ze nooit meer terug.

Artikelen in Horeca.

Gelabeld met .