Spring naar inhoud


Zonder inhoud

Beatrijs Ritsema

De deprimerendste uitspraak van de afgelopen week kwam van een achttienjarige die net z’n VWO-examen had gehaald: ‘Ik wil graag manager worden – mensen aansturen, daar zie ik wel wat in.’ Achttien jaar en geslaagd voor je eindexamen. Ik denk niet dat er één periode in het leven is, waarop een mens meer mogelijkheden heeft om zichzelf uit te vinden dan in de zomervakantie na het eindexamen. Je hebt voldaan aan de verplichtingen van het kind zijn en je kunt nu iets uitzoeken dat bij je past. Nog even ligt alles open: je kunt kok worden, medicijnen of sterrenkunde studeren, de beeldende kunst in of de advocatuur of toch maar de filologie. En wat wordt het? ‘Ik ga later mensen aansturen.’ Inhoudslozer en gezapiger is nauwelijks denkbaar. Op welk gebied het ‘aansturen’ plaatsvindt doet blijkbaar niet ter zake. Matrozen? Postbodes? Kledingverkopers? Dondert niet. Aansturen, die handel.

Een achttienjarige met een aanstuur-ideaal – wat moet ik me daarbij voorstellen? Kinderen onderwijzen, prima. Oudjes revitaliseren, gevangenen reclasseren, psychiatrische patiënten begeleiden, allemaal bezigheden in de therapeutisch/bijspijkerende sector, waarvoor een zekere deskundigheid nodig is. Maar zomaar willekeurige mensen willen aansturen komt neer op de baas willen spelen vanwege het geld en de status.

Langzaam verdwijnt de inhoudelijkheid uit het toekomstbeeld van jongeren en trouwens ook uit het onderwijs. De belangstelling voor praktische opleidingen, waarin techniek een rol speelt, daalt gestaag. Zestien- of zeventienjarigen die het leuk vinden om aan auto’s en motoren te sleutelen kiezen niet de opleiding, waarin ze de finesses van de auto leren beheersen, maar iets zogenaamd hogers met meer theorie, omdat ze later zonder vuile handen en zonder kennis de baas willen zijn van een garage. Dit is niet alleen een probleem bij het beroepsonderwijs. Ook bij het hoger onderwijs zijn de vage, niet-inhoudelijke onzin-richtingen veel populairder dan de meer toegespitste opleidingen. Iedereen gaat bestuurskunde studeren, of internationale betrekkingen, milieukunde, communicatiewetenschap of culturele studies, en niemand doet nog wiskunde, nederlands, biologie, geschiedenis of sociologie. In Delft laat de TU de toegangskriteria (van een exact examenprofiel) maar vallen om in hemelsnaam nog wat studenten binnen te krijgen. Weg- en waterbouwkunde heeft tenslotte ergens ook best wel iets artistieks.

De populariteit van de niet-inhoudelijke nonsensvakken is raadselachtig, omdat het zo overduidelijk is dat ze niet tot enige deskundigheid leiden. Wie zich bijvoorbeeld later voor het milieu wil inzetten beschikt in de hoedanigheid van jurist of bioloog of scheikundige over veel meer expertise dan als interdisciplinair milieudeskundoloog zonder wetenschappelijke traditie. Kennelijk keren studenten zich af van inhoudelijke studierichtingen omdat ze bang zijn zich voor de toekomst vast te leggen. Iets modieus als ‘communicatiewetenschap’ lijkt alle opties open te houden, terwijl ‘geschiedenis’ maar tot één ding leidt: het leraarschap. Maar niemand is zich ervan bewust dat sowieso de helft van de afgestudeerden iets anders gaat doen dan waar hij/zij voor werd opgeleid. De keuze van een richting is dus minder een fuik dan zoal wordt aangenomen, wat betekent dat je maar beter iets inhoudelijks kunt kiezen. De een of andere marginale deskundigheid maakt iemand interessanter dan helemaal geen deskundigheid of de gevreesde deskundigheid van het ‘mensen aansturen’.

De nieuwe universitaire bama-structuur wil de inhoudelijkheid nog verder uitbannen door afzonderlijke studies te vervangen door brede profielen als ‘taal & communicatie’. De studenten zullen dol van vreugde zijn. Behalve die enkeling die Nederlands had willen doen. Met interactieve groepsdynamica kun je het vast even ver schoppen als met bestudering van de poëzie van Gorter. Maar de wetenschap verdwijnt.

Artikelen in NRC-column.


0 reacties

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.



Sommige HTML is toegestaan