Spring naar inhoud


Wegwezen op je 75ste

De dood van je ouders haalt je eigen dood nader in het vizier. Gedurende hun hele leven fungeren zij als een soort barrière tussen jou en het grote niets, maar wanneer de laatste ouder wegvalt en er geen generatie meer boven je zit, ben jij de volgende for whom the bell tolls.

Veel mensen rapporteren dit bedreigende gevoel van ‘nu ben ík aan de beurt’ en het werd ook door deze en gene bij mij verondersteld, toen mijn moeder ten langen leste overleed. Ik begrijp wel dat die gedachte opkomt bij het verlies van een laatste ouder, maar ik werd er niet speciaal door aangegrepen. Mijn gevoel was eerder dankbaarheid dat mijn ouders zo attent waren geweest om althans voor mijn zestigste het toneel te verlaten. Een zestiger hoort geen ouders meer te hebben – dat verstoort en parodieert de natuurlijke gang van zaken. Nu is het mijn beurt om de matriarch te spelen (met of zonder kleinkinderen, dat maakt me niet uit). Op de rol van dochter was ik al jaren uitgekeken en dat mijn eigen dood ineens dichterbij kwam interesseert me ook niet, want die komt toch wel dichterbij.

In The Atlantic van oktober staat een stuk van Ezekiel Emanuel, getiteld ‘Why I Hope to Die at 75‘. Hierin beschrijft de auteur verschillende nadelen van een steeds hogere gemiddelde sterfleeftijd, waaronder de aanhoudende aanwezigheid van hoogbejaarden in het leven van hun ook steeds ouder wordende kinderen. Zolang de ouders niet dood zijn, leeft het kind toch in hun schaduw, ook al speelt dat kind allang de baas door alle verantwoordelijkheid en zorg voor dat ouderlijke leven op zich te nemen, en ook al heeft dat kind zelf allang de pensioengerechtigde leeftijd bereikt en zou het misschien een paar jaar rust en vrijheid willen, voordat de eigen onverbiddelijke neergang inzet.

Mensen worden te oud in deze tijd, vindt Emanuel. Het streven naar een hogere levensverwachting heeft niet geleid tot meer gezondheid op hoge leeftijd met een plotseling, genadig einde (compressie van morbiditeit), maar tot des te meer sukkeljaren. Het bejaard zijn wordt over een steeds langere periode uitgesmeerd. Wat je erbij krijgt is een decennium lang dementie of jarenlang geworstel met kanker dan wel invaliditeit als gevolg van beroertes en infarcten. Een naargeestig vooruitzicht en daarom heeft hij voor zichzelf, hoe arbitrair ook, de grens van 75 jaar getrokken als punt in zijn leven waarop hij het welletjes vindt. Hij is nu overigens 58, dus hij heeft nog 17 jaar te gaan, wat zijn stoere houding enigszins relativeert.

Als ik over mijn eigen dood nadenk, lijkt 75 me ook een aantrekkelijke sterfleeftijd: oud genoeg om al het belangrijke van het leven meegemaakt te hebben en erop te vertrouwen dat mijn kinderen (dan om en nabij de veertig) het verder wel redden, en jong genoeg om die ellendige hoogbejaarde sukkeljaren voor te zijn. Ik was dan ook benieuwd hoe Emanuel van plan was te zijner tijd zijn verscheiden aan te pakken, vooral omdat hij zich nadrukkelijk als tegenstander van (hulp bij) euthanasie profileert.

Dat viel tegen. Behalve het consigne ‘geen reanimatie, geen beademing’ heeft hij zich voorgenomen om zo min mogelijk doktersbezoeken af te leggen, geen screenings (colonoscopie, prostaatonderzoek) te ondergaan, niet aan preventie te doen (griepprikken) en antibiotica te weigeren. Alleen palliatieve zorg en pijnbestrijding zal hij toestaan. Aldus hoopt hij op tijd of niet lang daarna te overlijden aan het weigeren van medisch handelen.

Dat gebeurt natuurlijk niet. Wie pijn heeft – en alle ouderdomskwalen gaan met pijn en ellende gepaard – vervoegt zich bij de medische stand, die vervolgens aan het vergeefse oplappen slaat. De taaiheid van het lichaam moet niet worden onderschat. Aan sukkeljaren valt niet te ontsnappen.

Artikelen in Column.


6 reacties

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.

  1. Suzanne schrijft

    Ik ben benieuwd of u er nog zo over denkt als u op 74-jarige leeftijd in blakende gezondheid verkeert…

  2. Ineke van Alphen schrijft

    Herken het gevoel helemaal niet dat je alsmaar in de schaduw van een ouder blijft staan. Mijn moeder is 87, zij doet het uiteraard rustig aan. Zelf ben ik in de vijftig en nog volop alive and kicking. De rollen zijn omgedraaid, ik help mijn moeder in plaats van andersom en zij zit mij totaal niet in de weg.

  3. marielle schrijft

    Mijn dochter is op jonge leeftijd overleden, haar kindje was toen nog geen twee jaar. Ik zorg vaak voor haar. Mijn dochter heeft mij, toen zij wist dat zij zou sterven, gevraagd om “moederlijke” dingen met haar kindje te doen. Als ik 75 ben is mijn kleindochter 17, mag ik dan nog even? Ik heb zo’n vermoeden dat mijn kleindochter mij dan nog heel erg nodig heeft!

  4. Ien schrijft

    Mijn moeder was 91 toen ze met spoed werd opgenomen met een anafylactische shock. De dokter vroeg mij of ze er nog wat aan moesten doen gezien haar leeftijd. Ik zei hem dat ze nog midden in het leven stond, en dat ik haar nog voor geen goud wou missen, dus ja. Na een poosje kwam hij terug en zei: ik snap wat u bedoelt. Ze was bijgekomen en had gezegd: dokter , u knapt me wel op he, want volgende week ga ik met mijn zussen (90 , 80 en 78 ) een weekje op vakantie. Ik bedoel maar…. Ik heb daarna nog een jaar van haar humor en liefde mogen genieten.

  5. Maxime schrijft

    Ik vind het ‘neerkijken op’ de oude dag zo tekenend voor Nederland en misschien wel het Westen. Tenminste, de Zuidelijken zijn toch nog een stuk respectvoller naar ouderen.
    Ouder worden is een proces waar niemand aan ontkomt en waar iedereen ook een eigen verantwoordelijkheid in heeft. Je kunt positief in het leven staan, genieten van wat je hebt, blijven bewegen, ook geestelijk. Je niet als tuttebol gaan kleden en waarderen dat je toch zo ver bent gekomen … Er zijn zoveel inspirerende ouderen alleen zijn ‘ze’ in Nederland zo ver gegaan om die vaak te portretteren als ‘op’ of dement. Mijn opa is 89 geworden en is volledig zelfstandig gebleven, hij heeft mijn moeder nog geholpen in haar rouwproces om mijn overleden vader, voordat hij zelf een paar jaar later stierf. Mijn opa was een vitale man tot het einde, zo kan het dus ook .

  6. Ellen schrijft

    “Ouder worden is een proces waar niemand aan ontkomt en waar iedereen ook een eigen verantwoordelijkheid in heeft.” Dat is een gevaarlijke uitspraak, van het soort “dat er mensen zijn die kanker gewoon ‘overwinnen’. ”
    Het kenmerk van ouder worden is, net zoals bij andere lichamelijke ongemakken, dat je er juist steeds minder eigen verantwoordelijkheid in hebt. Heel fijn voor u dat uw opa 89 is geworden en volledig zelfstandig is gebleven, maar voor een groot gedeelte van de mensen is dat dus niet mogelijk door infarcten, dementie of andere ellende. Zo wordt je dagelijkse leven op je oude dag een slepende, pijnlijke lijdensweg, met veel problemen die niet simpelweg op te lossen zijn door ‘je niet als tuttebol te gaan kleden.’
    Mijn oma was de laatste 10 jaar van haar leven zwaar dementerend, en toen thuis zelfstandig wonen hierdoor niet meer mogelijk was lag ze 2 jaar op een zaal met haar zuster (ook dement), zonder dat ze elkaar nog ooit hebben herkend. Zo kan het dus ook.



Sommige HTML is toegestaan