Spring naar inhoud


Wat te doen tegen ‘Hun hebben’?

Beste Beatrijs,

Ik ben behept met een schier onbedwingbare aandrang om al degenen die ‘zij’ in hun uitlatingen vervangen door ‘hun’ (‘hun lopen’, ‘hun fietsen’, ‘hun eten’ enzovoort) onmiddellijk tijdens het gesprek, te verbeteren en te zeggen ‘Het is zíj’. Dat vindt niet iedereen leuk, maar hoe verbeter je sprekers die het Nederlands op deze wijze vernielen? Adviseert u alstublieft niet met: ‘Maak u niet druk, taal is een levend iets en accepteer het maar.’

Niet hun maar zíj!

Beste Niet hun, maar zíj,

U bent zich er ongetwijfeld van bewust dat er geen kruid is gewassen tegen hardnekkige, grammaticaal bekritiseerbare spraakpatronen in de informele sfeer. U weet ongetwijfeld ook dat het niet oké en vergeefse moeite is om personen met wie u niet in een ouder-kind of leerneester-leerling-verhouding staat op hun taalgebruik te corrigeren, omdat ze twee minuten later dezelfde fout weer maken. Ook zult u zich ervan bewust zijn dat dit soort corrigerende meta-opmerkingen die los staan van de inhoud van het gesprek, de stroom van de conversatie tot stilstand brengen, waarna het moeite kost de oorspronkelijke draad weer op te vatten. Ook zou u zich kunnen afvragen welke schade groter is (en dus prioriteit verdient om te worden aangepakt dan wel vermeden): uw verkrachte taalgevoel of de vernedering van uw gesprekspartner? Kortom: welk sop is welke kool wel of niet waard?

Wanneer u dit alles overwogen hebt en u besluit toch dat het uw taalgevoel is dat in deze omstandigheden gered moet worden, zou u tegen uw gesprekspartner kunnen zeggen: ‘Neem me niet kwalijk, ik heb een extreme gevoeligheid voor “hun hebben” – het doet pijn aan mijn oren en inwendig moet ik kermen van ellende. Zou je hier alsjeblieft rekening mee willen houden en “zij hebben/ lopen/ fietsen enzovoort” willen zeggen?’ Misschien krijgt u dan uw zin – voor twee minuten.

Artikelen in Taalgebruik.

Gelabeld met , .


4 reacties

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.

  1. Ton schrijft

    Puik antwoord van Beatrijs. Er zijn er maar weinig die echt Nederlands volgens het boekje spreken en schrijven. Waarom zou de ene fout meer waarde hebben dan de andere, vooral in informele spreektaal? Hoe vaak hoor je niet de constructie ‘als (..) zijnde’, of ‘hen’ waar het juist ‘hun’ moet zijn? Terwijl de mensen die deze taal bezigen zich weer zouden kunnen storen aan ‘groter als’ en ‘hun hebben’. Een brava voor Paulien Cornelisse, die zich niet stoort aan andermans taalgebruik, maar dat met humor beschouwt.

  2. G. Roettger schrijft

    Hunnie en zullie is ook zo iets . Laat die mensen zolang er geen groffe of hatelijke taal wordt uitgeslagen .

  3. Bart Smit schrijft

    Meestal laat ik taalfouten ook passeren, behalve als mensen mij vragen hun Nederlands te corrigeren, hetgeen nog wel eens voorkomt. Want ik ben lerares Nederlands, maar buiten de school staat mijn taalsysteem vaak op “uit” ofschoon ik fouten wel registreer.
    Ik vind goed Nederlands kunnen spreken/schrijven erg prettig.
    Ook slim, want je vergroot er je kansen mee in de maatschappij. Dat vertel ik de kinderen op school heel vaak en veel ouders zijn het met me eens.
    En zelf oefen ik elke dag spelling om mijn eigen niveau goed en soepel te houden Hierboven: het is grove taal (schrijfwijze).

  4. Bella Gerant schrijft

    Een familielid van mij zegt steed chloresterol i.p.v. Cholesterol.
    Ik vind het ook moeilijk om dat te verbeteren hoewel ik me in bedwang moet houden.
    Antwoord van Beatrijs heeft me wel geholpen: laat ik er maar niets van zeggen !



Sommige HTML is toegestaan