Spring naar inhoud


Sociale media

Alle smartphones hebben tegenwoordig een bepaalde app, Foursquare geheten, waarmee je aan je vrienden je locatie van dat moment kunt doorseinen en vice versa. Het is vergelijkbaar met de tomtomfunctie die je dirigeert naar de dichtstbijzijnde pinautomaat of benzinepomp. Als je op straat loopt, kun je op het scherm van je mobieltje zien dat vriend X een eindje verderop in het café zit en besluiten om daar even naar binnen te gaan en hem te begroeten. Verrast zal hij niet zijn, want op zijn eigen schermpje had hij je nabijheid waarschijnlijk zelf ook al opgemerkt. Je moet wel allebei als traceerbaar ingelogd zijn – iemand die met een geheime minnares in een achterafrestaurantje zit, zal de functie ongetwijfeld uitzetten.

De traceringsapp is zo’n soort vinding die tien jaar geleden voor onmogelijke en absurde sciencefiction gehouden zou worden, maar waar nu niemand meer van opkijkt. Je begeeft je in het uitgaansgewoel en je checkt even of er nog bekenden in de buurt zijn – handig toch? Toen ik hier voor het eerst van hoorde, kon ik geen enkele situatie bedenken waarin ik het handig of zelfs maar leuk zou vinden om de aanwezigheid van bekenden te kunnen detecteren. Stel ik loop in een museum en ik zie op mijn mobieltje dat een goede vriend daar ook rondloopt. Alleen al de informatie dat hij er ook is werkt lichtelijk verplichtend. Het zou bot zijn hem te negeren, dus stuur je een sms’je: ‘Jij ook hier?’, je doet een paar minuten moeite om hem ter plaatse op te sporen, houdt een kletspraatje en vervolgens scheiden de wegen zich weer.

De hele episode is omslachtig en niksig, vergeleken met een toevallige ontmoeting die juist wel leuk is vanwege de verrassing. Ik houd veel van mijn vrienden en zal ze altijd verheugd begroeten, maar als ik ergens mee bezig ben, ga ik niet speciaal een omweg maken voor een ‘Hé, hallo, tot ziens’- gesprekje. Wat heeft dat voor zin?

Een zelfde gevoel van zinloosheid weerhoudt mij van deelname aan de sociale media as such: Facebook, Hyves, LinkedIn. Ik begin me onderhand schuldig te voelen, omdat ik wel vijftien uitnodigingen heb gekregen van vage en minder vage kennissen om ‘vriend’ te worden, en ik ben best bereid om hun te vriend worden en af en toe hun profielen volgen, maar dat kan niet zonder dat ik zelf ook een profiel aanmaak met leuke dingetjes en foto’s. En als ik probeer te verzinnen wat voor info ik in zo’n profiel zou moeten zetten of wat voor dagelijkse gebeurtenissen in aanmerking komen voor deze vorm van broadcasting, wordt mijn geest blanco. Dat komt doordat ik niet in staat ben om een hele groep tegelijk aan te spreken. Me richten tot een anoniem publiek via de massamedia lukt nog wel, maar bij het optikken van persoonlijke wederwaardigheden ter informatie en vermaak van een groep van halve en hele bekenden kan ik me niets voorstellen.

Niets wat ik meemaak of bedenk is interessant genoeg om aan vijftig, laat staan honderd mensen tegelijk mee te delen, terwijl in een een-op-een-gesprek of e-mail de sufste details de moeite waard kunnen zijn om door te nemen. Facebookinfo is van hetzelfde kaliber als de vroeger in Amerika populaire Kerstmis-rondzendbrief, waarin de schrijver zijn vrienden en familie een overzicht geeft van het wel en wee van het afgelopen jaar. Doorgaans meedogenloos monter van toon en tegelijk vlak en algemeen, omdat de boodschap nu eenmaal geschikt voor allen moet zijn. Ik kan het niet over mijn hart verkrijgen om mijn vrienden lastig te vallen met een stroom van onbelangrijkheden uit mijn dagelijkse leven, althans niet in megafoonvorm. Ik zie niet wat iemand daarmee opschiet.

Volgens Arjen van Veelen, die in zijn essaybundel Over rusteloosheid een enthousiaste beschouwing wijdt aan de betekenis van Facebook in het moderne leven, draait het uiteindelijk om aandacht (dat zal geen verrassing zijn), maar hij signaleert ook een plicht tot leuk zijn. Je kunt, als in een dagboek, alles vermelden wat er maar in je opkomt, links doorgeven naar grappige filmpjes, maar het moet wel een beetje boeiend zijn met geestige aperçu’s, zodat je vrienden kunnen klikken op de knop ‘vind ik leuk’. Hoe meer ‘vind ik leuk’-reacties, hoe bevredigender voor de berichtjestikker. Facebook is een aaimachine, schrijft Van Veelen treffend. De moeite die je moet doen om leuk te zijn, daar zie ik tegenop.

Artikelen in Column.


3 reacties

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.

  1. Knipoogje schrijft

    Vertoef een tijdje op Facebook en consorten en je ziet allerlei aspecten die het midden houden tussen komisch en tragisch.

    Het aaien is inderdaad machinaal van aard. Er worden ‘Respects’ en dergelijke bij de vleet uitgedeeld omdat het geven & nemen is en soms betekent het niet meer dan: Ik was hier. Om veel aandacht te generen moet je je, tenzij je Wilders of Balkenende heet, inderdaad uitsloven. Dat betekent spammen, dramaqueen/king zijn, voor clown spelen en meer. Je moet er maar zin in hebben en wellicht is het iets dat botst met uw gevoel van eigenwaarde en uw prioriteiten. Daar geef ik u dan gelijk in. De taferelen zijn soms ook best treurig: sommige mensen wringen zich op genante wijze in allerlei bochten en verbuigen krakend de waarheid om maar een schijnwerper te kunnen kapen. Dan bekruipt je als toeschouwer het idee: “Ga jij eens lekker wat buitenwereldse lucht opsnuiven.”

    Dit soort sociale media hebben wel degelijk hun charmes zolang je maar niet vergeet ze met een flinke korrel zout te (blijven) nemen.

  2. anna a schrijft

    Jij hebt zelf natuurlijk al een podium, Beatrijs. In de krant en op deze site.Dat scheelt ook wel wat, denk ik.
    Het aantrekkelijke aan deze vormen van communicatie vind ik niet mijn vrienden uit het dagelijkse bestaan, maar juist anderen. Ik ben niet op Hyves en Facebook, maar wel op LinkedIn en Twitter en daardoor heb ik al interessante zakelijke contacten gekregen die concreet iets hebben opgeleverd. Wat ik bij LinkedIn aantrekkelijk vind is het gesprek in een groep. Groepen bij LinkedIn bestaan uit mensen die het leuk vinden met elkaar van gedachten te wisselen over een onderwerp waar allen belangstelling voor hebben. Of het nu gaat om oude muziekinstrumenten of de ontwikkelingen in het onderwijs. Het is wel zoals met alle andere dingen: houd de mate en de manier waarop je ermee bezig bent in eigen hand. Besteed er niet teveel tijd aan en kies je woorden met zorg.

  3. Ben schrijft

    Grappig, eerst dacht ik wat een lange inleiding en wat komt hier nu voor vraag uit? Maar toen zag ik dat het een column was.

    Wat dat Foursquare betreft ben ik het helemaal eens om de redenen die gegeven worden, zit ik er helemaal niet op te wachten en heb ik dan ook niet. Maar met Facebook is dat toch anders. Heel lang heb ik het buiten de deur gehouden om precies de redenen die genoemd worden. Toen heb ik het toch eens geprobeerd. Ik heb alle veiligheidsinstellingen op maximaal gezet, ik stuur geen enkel groepsbericht naar al mijn “vrienden”, omdat ik weinig te melden heb aan “iedereen”. Mijn profiel is op een paar algemene kiekjes na leeg. De enige tekst die ik erin gezet heb is dat mensen die contact zoeken of meer willen weten even een persoonlijk berichtje kunnen sturen.

    En dat laatste heeft al een hoop opgeleverd. Oude klasgenoten die mij hebben teruggevonden, familieleden voor mijn stamboomonderzoek, het leukste is misschien nog wel een echte vriendschap die ontstaan is via een Facebook contact. Ik lees groepen over onderwerpen die mijn speciale interesse hebben en vrienden waar ik interesses mee deel houden me soms op de hoogte van ontwikkelingen die ook voor mij interessant zijn. Nadelig vind ik wel de ongelooflijke hoop “zooi” die somige mensen posten. Ook moet je op Facebook erg uitkijken voor je privacy. Alles zie je meteen terug in zoekmachines ed. Mijn Wall heb ik dan ook afgeschermd zodat goedbedoelende “vrienden” niet meteen vanalles over mij kunnen schrijven wat niet iedereen hoeft te weten.



Sommige HTML is toegestaan