Spring naar inhoud


Onbeleefde oudjes

Beste Beatrijs,

Ik ben opgevoed met het motto: ‘eerbied voor de grijsheid’. Nu zijn mij de laatste tijd een aantal gedragingen van bejaarden opgevallen die het lastig maken om dit motto te volgen. Voorbeelden: in de trein vraagt een oudere mevrouw aan een mede-passagier of ze even gebruik mag maken van haar mobiele telefoon. Dat wordt toegestaan. Mevrouw pleegt haar telefoontje en geeft het mobieltje met een ‘dank u wel’ weer terug zonder te vragen naar de kosten. In de Ratskeller van een nabije Duitse stad komt een gezelschap zelfbewuste, oudere Nederlanders binnen voor de lunch. Een keurige heer steekt onmiddellijk een pijp op, gevuld met zwaar aromatische tabak. In korte tijd ziet het lokaal, ook al door de lage zoldering, blauw van de rook die de neusgaten van alle aanwezige eters binnendringt. Een bekende, 70-plus, loopt constant kauwgom te malen waarbij hij af en toe de witte brij zichtbaar maakt voor wie het (niet) wil zien. In concertzaal, schouwburg en kerk neemt het aantal ouderen toe dat zich via de elleboog richting koffie dan wel uitgang dringt.

De vraag is: mag ik – anno 2004 – nog een kritische opmerking plaatsen bij dit soort gedrag of geldt ook hier dat andere motto: ‘vrijheid, blijheid’?

Geschokt door onbeleefde oudjes

Beste Geschokt,

Ouderen zitten niet wezenlijk anders in elkaar dan jongeren. In de loop van het leven blijven iemands karakter, voorkeuren, stijl van optreden grotendeels constant. Dus ook de mate van beleefdheid en rekening houden met anderen.

Eens een slecht opgevoede vlerk, altijd een slecht opgevoede vlerk, zou je kunnen zeggen. Het motto ‘eerbied voor de grijsheid’ heeft niet zozeer te maken met een nobeler inborst of verhoogd normbesef van ouderen (dat hebben ze niet), alswel met consideratie voor hun fysieke zwakte. Ze krijgen een zitplaats omdat ze meer moeite hebben met staan; ze mogen even voorgaan, omdat ze niet zo hard kunnen lopen. Of wijsheid met het klimmen der jaren komt, als een soort compensatie voor rimpels en het hinderlijke fenomeen van niet meer op namen kunnen komen, is twijfelachtig, maar wie langer op deze aarde heeft rondgelopen, heeft meer meegemaakt en kan uit ruimere ervaring putten om anderen wat wijzer te maken. Het kan dus de moeite lonen af en toe eens naar een oudere te luisteren.

Dit neemt allemaal niet weg dat ouderen zich aan dezelfde fatsoensregels moet houden als de rest. Om even uw rijtje voorbeelden af te lopen: Ja, wie andermans mobiele telefoon leent, moet aanbieden de (geschatte) kosten te voldoen. Nee, geen pijp of sigaren roken in restaurants. De meeste restaurants hebben hier regels voor en staan alleen sigaretten toe (in de rookafdeling). In dit geval moet de manager erbij geroepen worden. Die kan de pijproker verzoeken ermee op te houden. Kauwgom kauwende senioren zijn even irritant als kauwgom kauwende tieners. Als u de persoon in kwestie kent, kunt u er iets van zeggen. Anders kunt u het beter laten passeren. Wat kan u het schelen dat een onbekende er onsmakelijke gewoontes op nahoudt? Duwen in de rij voor versnaperingen is geen nieuw fenomeen. Wordt al eeuwen over geklaagd. Kleuters doen het, volwassenen doen het, oudjes doen het. Behalve meer personeel inzetten is er niets aan te doen.

In het algemeen raad ik u af om onbekenden op hun gedrag aan te spreken en te bekritiseren. Meestal komt daar ruzie van. Of betrokken fatsoensoverschrijder nu jong of oud is.

Artikelen in Het publieke domein, Verslavingen.

Gelabeld met .


1 reactie

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.

  1. Jan H. schrijft

    U stelt dat oudere mensen geen verhoogd normbesef hebben. Misschien niet alle ouderen, maar velen van hen toch wel (waaronder ik mijn vrouw en mezelf reken) vergeleken bij de jongere mensen.
    Wij hebben tenminste nog een gedegen opvoeding gehad, dat is juist waar het jongeren aan ontbreekt, ouders van nu hebben blijkbaar geen tijd meer hun kinderen op te voeden.
    Toen ik jong was vond ik het vanzelfsprekend in een bus of tram op te staan voor een ouder iemand, sprak oudere mensen ook netjes zoals mij geleerd was met u aan en liet ze ook netjes voorgaan. Niet omdat mijn ouders dat van mij verlangden, maar gewoon omdat ze mij duidelijk hadden gemaakt dat dit tot de beleefdere omgangsvormen behoorde.
    Maar tegenwoordig moeten kinderen dit blijkbaar zelf maar proberen zich dit te realiseren, ouders werken vaak allebei en hebben zodoende geen tijd meer voor hun kinderen.
    Ik neem als een kind zich onbetamelijk tegenover mij gedraagt dit dan ook niet het kind kwalijk, maar zijn ouders die in hun verantwoordelijkheid tekort geschoten zijn.
    Wat mij betreft mogen de moderne manieren wel weer plaats maken voor de ouderwetse manieren, toen had men nog het nodige respect voor ouderen, niet omdat men daar toe gedwongen werd maar eenvoudig weg omdat men ervan doordrongen was dat dit de samenleving alleen maar meer aimabel maakte.



Sommige HTML is toegestaan