Spring naar inhoud


Medeplichtig aan verzekeringsfraude?

Beste Beatrijs,

Mijn zwager, beeldend kunstenaar, had een tentoonstelling in een galerie. Op een vrije middag liepen wij (mijn man, de kinderen en ik) binnen om even rond te kijken. Prompt stootte de jongste een geëxposeerde houtconstructie omver. In duizend stukken! Ik keek op de prijslijst op en zag dat het beeld ƒ 1200,- moest opbrengen. Dat werd een zaak voor de WA-verzekering. Later bij het invullen van het schadeformulier claimde mijn zwager een bedrag van ƒ 3500,-. Toen wij vroegen hoe dat zat, zei hij dat de emotionele waarde van het kunstwerk nu eenmaal hoger lag dan de galeriewaarde. We hebben zijn voorstelling van zaken geaccepteerd, maar het zit ons niet echt lekker. Hadden we iets anders moeten doen? Maar wat?

Medeplichtig

Beste Medeplichtig,

Mensen die er niet over zouden piekeren om bij de banketbakker een doos bonbons achterover te drukken of een zijden das te stelen uit een warenhuis, blijken er vaak heel wat lossere principes op na te houden, wanneer het om verzekeringen gaat. Diefstal van de gemeenschap (zwart werken) of gesjoemel met verzekeringen ziet men als een minder zwaar vergrijp ‘omdat er niemand persoonlijk wordt benadeeld’. De redenering is eigenlijk een variant op ‘Aan een boom zo volgeladen mist men een, twee pruimpjes niet.’ Uw zwager zal zich misschien nog verder schoongepleit hebben door te denken dat zo’n mazzeltje hem toekwam na jarenlang sappelen voor de kunst, zonder dat ie veel verkocht. Ook is er weinig mentale acrobatiek voor nodig om zichzelf ervan te overtuigen dat het gesneuvelde kunstwerk emotioneel tot zijn topstukken behoorde, waarvan de vernietiging een compensatie in de vorm van smartengeld rechtvaardigt.

Verzekeringsmaatschappijen lijden niet onder deze manoeuvres, want zij calculeren de fraude in en berekenen de kosten door in de vorm van hogere premies voor hun klanten. Eerlijke klanten betalen voor oneerlijke – dat is de geschiedenis van de verzekeringen in een notendop.

Uw rol in deze kwestie is zonder twijfel de neteligste. U wilde tegenover uw zwager niet het heilige boontje uithangen en zodoende de familiebanden verstoren, maar u had ook bezwaar tegen het plegen van fraude. Beide uiteinden van het dilemma zijn onaantrekkelijk voor degene die zowel het smalle pad van de morele rechtvaardigheid wil volgen als zijn familie niet voor het hoofd wil stoten. Toch denk ik dat u de minst slechte hebt gekozen. Het argument ligt een beetje in de sfeer dat mensen niet verplicht zijn tegen hun familie te getuigen. Hij was als kunstenaar de autoriteit en op zijn gezag is dat bedrag ingevuld en het formulier opgestuurd. Formeel is het niet uw taak te controleren of de gegevens wel kloppen. Dat moet de verzekeringsmaatschappij doen, door bijvoorbeeld de oorspronkelijke prijslijst op te vragen bij de galerie of een onafhankelijke taxateur erop af te sturen. Het zou me ook verbazen als dat niet alsnog gebeurt.

U en uw man hebben uw zwager niet laten vallen of dwars gezeten. Dat de verhouding na zo’n incident misschien toch een beetje koeler en afstandelijker wordt, kan u zo laten of er nog eens een goed gesprek aan wijden. Dat wijst zich vanzelf wel uit.

Nog een laatste tip: neem geen kleine kinderen mee, wanneer u weer eens een porseleinwinkel bezoekt.

Artikelen in Schoonfamilie.

Gelabeld met .


0 reacties

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.



Sommige HTML is toegestaan