Spring naar inhoud


Het Nederlands Instituut voor Psychologen

Een deskundige die te hulp wordt geroepen, moet terughoudend te werk gaan. Zeker op het gebied van de kinderbescherming moeten de eigen emoties zoveel mogelijk op de achtergrond blijven, omdat deze de waarheidsvinding kunnen vertroebelen, waardoor onschuldigen afschuwelijk benadeeld kunnen worden. Het is altijd mogelijk om deskundigen die fouten hebben gemaakt aan te klagen, maar probleem bij het NIP (Nederlands Instituut voor Psychologen) is dat klachten die gegrond zijn verklaard niet openbaar gemaakt worden. Er is geen registratiesysteem, waarin instanties iemand kunnen nachecken, voordat ze besluiten van zijn diensten gebruik te maken. Zo onderworpen als sommige ‘objecten van onderzoek’ zijn, zo boven de wet staan sommige onderzoekers.

Vorige week gaf het College van Toezicht van het NIP Martin Huisman, vader van Rochelle en Rowena Rikkers (het meisje van Nulde), gedeeltelijk gelijk in zijn klacht tegen professor en forensisch psycholoog Wim Wolters. De Raad voor de Kinderbescherming had Wolters eind vorig jaar aangezocht om Rochelle psychologisch te onderzoeken nadat haar zusje was vermoord en zij in Spanje was teruggevonden in het dolende gezelschap van haar moeder en vriend. Aan Wolters werd advies gevraagd over hoe het met Rochelle nu verder moest. De voor de hand liggende optie – dat Rochelle door haar vader met hulp van haar opa en oma zou worden opgevoed – werd door Wolters verworpen. Nadat plaatsing in een pleeggezin was mislukt, adviseerde hij tijdelijke opname in een kinderpsychiatrische instelling. Volgens het College van Toezicht is Wolters ernstig tekortgeschoten in de uitvoering van zijn onderzoek. Voor zijn diagnose van de ernst van Rochelle’s trauma baseerde hij zich onder andere op mededelingen van haar tante/pleegmoeder – informatie die feitelijk niet kon kloppen. In de uitspraak van het College van Toezicht, een document dat formeel geheim is maar op Internet te vinden is op de website van SOS Papa (een organisatie die zich sterk maakt voor het contact tussen ouders en kinderen na een scheiding), staat dat Wolters’ tekortkoming ‘mogelijk is veroorzaakt doordat hij, zoals ter zitting bleek, is overweldigd door de ernst van de feiten die bij het onderzoek bleken en door de compassie met Rochelle en haar zusje.’ De emoties interfereerden dus met de professionele distantie.

Martin Huisman, die ook door Wolters werd onderzocht, kreeg zijn bevindingen niet te lezen en tastte in het duister over de redenen waarom hij zijn rol als vader en opvoeder niet zou mogen vervullen.

Volgende week dient een rechtszaak in Dordrecht, waarin Huisman beroep aantekent tegen het besluit van de Raad voor de Kinderbescherming om de voogdij over Rochelle niet aan hem toe te kennen. Deze uitspraak van het NIP-college komt Huisman goed uit, temeer omdat het al de derde keer blijkt dat Wolters een waarschuwing heeft gekregen. In 1992 kreeg hij een waarschuwing, gecombineerd met een voorwaardelijke schorsing als NIP-lid voor één jaar, omdat hij als deskundige in een zaak van seksueel misbruik van twee nichtjes door een oom onvoorwaardelijk geloof had gehecht aan de beweringen van de twee meisjes, hetgeen tot in hechtenisneming en gevangenisstraf van de oom had geleid. In hoger beroep werd de oom echter vrijgesproken, waarna deze een klacht indiende bij het NIP, omdat zijn reputatie was besmeurd.

Therapeutische deskundigen beschikken wel over heel veel macht op deze manier. Een prominente en van de televisie bekende psycholoog als Wolters heeft door onvoldoende wederhoor toe te passen of vanuit een blinde solidariteit met vermeende slachtoffers een onschuldige in de gevangenis doen belanden. Terwijl Huisman nog niets verkeerds had gedaan, ontzegde Wolters hem al de voogdij over zijn dochter vanwege twijfel over diens kwaliteiten als opvoeder.

Zo’n therapeutische overmacht kan wel wat tegenwicht gebruiken. Het is al erg genoeg om door de deskundigenmangel te worden gehaald. Openbaarmaking en registratie van gewaarschuwde, berispte en geschorste deskundigen is nuttig voor de consument. Zowel de instellingen die een beroep op hen doen als de mensen die gediagnosticeerd moeten worden hebben hier baat bij. En uiteindelijk de deskundigen zelf ook. Het tempert hun almachtsfantasie.

Beatrijs Ritsema

Artikelen in NRC-column.


0 reacties

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.



Sommige HTML is toegestaan