Spring naar inhoud


De hardnekkige behoefte aan Sherlock Holmes-romantiek

Kan onderzoek naar de motieven van gezinsdoders ooit enig bevredigend resultaat opleveren? Na de slachting door oud-topbankier Schmittmann van zijn vrouw, zijn dochter en zichzelf las ik in de Volkskrant dat het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (het NIFP) een methode heeft ontwikkeld, de zogeheten psychiatrische autopsie, om de motieven van dit soort daders in kaart te brengen. Niet alleen van de gezinsdoders trouwens. Ook de beweegredenen van mensen die dood en verderf zaaien op scholen of in de openbare ruimte, of die bekende personen omleggen worden nader geanalyseerd. Alle gegevens gaan naar een databank.

Het doel van het onderzoek, waarbij zo veel mogelijk achtergrond van daders minutieus in kaart wordt gebracht, is om mythevorming en speculaties onder het publiek tegen te gaan en hopelijk levert het praktische kennis op voor professionals om potentiële daders eerder in de peiling te hebben. Hebben zij toch niet bepaalde signalen afgegeven, die achteraf gezien in een bepaalde richting wezen en die, indien opgemerkt en correct geïnterpreteerd, omstanders tot ingrijpen hadden kunnen aanzetten? Begrip en preventie – zo zou deze herculische onderneming samengevat kunnen worden, en het duizelt me, als ik nadenk over de onvoorstelbare hoeveelheid signalen die een mens zoal afgeeft en die in een of ander betekenisvol kader moeten passen. Of juist niet natuurlijk.

De daad zelf van het moorden overschaduwt altijd het motief.

Het probleem met moordpartijen, of die nu gericht zijn tegen intimi of tegen willekeurige slachtoffers, is dat er nooit een goede reden voor is, althans geen reden waarvan je zegt: ‘O, zit het zo, ja, nu begrijp ik het.’ De daad zelf van het moorden overschaduwt altijd het motief. Ook in geval van voorstelbare redenen (particulier gewin, haat, wraak voor aangedaan onrecht) is het begrip nooit zo groot, dat er een logische, voorspelbare sequentie ontstaat. Als de moordenaar van Pim Fortuyn zegt dat hij handelde om de maatschappij voor een groot gevaar te behoeden, is dat een duidelijke verklaring, zij het dat geschokte mensen er geen genoegen mee nemen. Terwijl diezelfde verklaring uitstekend voldoet om de moord op Julius Caesar of de mislukte aanslag op Hitler van een begrijpelijke achtergrond te voorzien.

Bij ontstentenis van nominaal rationele verklaringen blijven er voor de gezinsmoorden en de lukrake slachtpartijen in de openbare ruimte alleen verklaringen uit de irrationele sfeer over: de dader is geestesziek, psychisch labiel, lijdt aan wanen, heeft een stoornis uit het narcistisch spectrum, kortom heeft ze niet allemaal op een rijtje. Maar dat er sprake is van een serieuze psychische stoornis blijkt vooral uit het feit dat hij aan het moorden is geslagen. De verklaring is geen verklaring, en de waarom-vraag blijft levensgroot overeind.

Veel mensen lijden aan depressies, zitten in slechte huwelijken of worden geplaagd door gevoelens van troosteloosheid en erbuiten vallen. Bijna niemand gaat over tot moorden. Dat er, wanneer zich wél zoiets voordoet, in het verleden sprake zou zijn van een serie niet als zodanig opgemerkte signalen die tezamen een verdacht patroon vormen lijkt me een vorm van wensdenken. Er zijn te veel mensen die dezelfde verdachte signalen uitzenden en nooit in geweld exploderen.

Het concept ‘psychiatrische autopsie’ doet mij denken aan de psychoanalyse en aan de profiling-methode. De overeenkomst hiertussen is dat uit een enorme vergaarbak van informatie (herinneringen, feitjes, details) data worden gevist die in een bepaalde richting worden geïnterpreteerd. Bij Freud gaat het om het bewust maken van verdrongen trauma’s uit de jeugd. Bij profiling worden er met behulp van statistische verbanden verborgen patronen blootgelegd. Beide speurmethodes spelen in op een hardnekkige behoefte aan Sherlock Holmes-romantiek: de schoonheid van een opgelost mysterie. Ook al is de in een psychoanalyse opgespoorde causaliteitsketen boterzacht, een individuele patiënt kan nog wel baat ondervinden bij een verhaal dat betekenis geeft. Profiling lijkt een veel hardere tak van wetenschap, maar blijft hangen in steriele kansberekeningen.

Voor geen enkel geval van moord kan een sluitende oorzaak-gevolg-verklaring worden vastgesteld, want het had net zo goed níet kunnen gebeuren en dan had niemand vreemd opgekeken. Als iets achteraf al niet begrijpelijk kan worden gemaakt, valt er op preventiegebied nog veel minder uit te richten.

Artikelen in Column.


1 reactie

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.

  1. Ineke van Alphen schrijft

    We zouden natuurlijk al zeer geholpen zijn in preventief opzicht als duidelijke signalen worden opgepakt. Voor de schietpartij in Alphen aan den Rijn zijn er duidelijke signalen gegeven aan hulpverleners van de GGZ die deze hardnekkig genegeerd hebben. Als er meerdere waarschuwingen liggen bij het AMK – van verschillende hulpverleners – dan vindt de rechter het weer niet ernstig genoeg…
    Laten we dit soort zaken eerst maar eens beter regelen!



Sommige HTML is toegestaan