Spring naar inhoud


Alcohol en conceptie

Er waren maar een paar momenten gedurende mijn vijfjarig verblijf in Amerika, die mij niet bevielen. Een daarvan was in 1993 toen ik, ruim zeven maanden zwanger, na een wandeling met een vriendin door de hitte van New York, op het eind van de middag in een café ging zitten en een glas bier bestelde. De serveerster keek mij aan, alsof ze een terrorist ontwaarde. ‘But you’re pregnant!’ wierp ze tegen. Ik zei: ‘Well, yes, but I’m thirsty.’ Ik kreeg het bier, want tenslotte is de klant koning – zo zijn Amerikanen ook wel weer.

Ik had nooit gedacht dat de heersende obsessie met alcohol en zwangerschap (sommige vrouwen raakten in paniek als ze per ongeluk een rumboon hadden gegeten) de oceaan zou oversteken, wat natuurlijk dom van mij was, want alles uit Amerika komt uiteindelijk aan in Europa en vaak nog sneller dan je denkt.

Deze week heeft de Gezondheidsraad in Nederland een advies uitgebracht voor een totaalverbod op alcohol aan zwangeren. Totnutoe zeiden artsen en verloskundigen: af en toe een glaasje kan geen kwaad. Dat zeiden ze tien jaar geleden ook, een richtlijn waar ik me destijds braaf aan gehouden heb, hoewel ik er eigenlijk twijfelde aan het nut, want voor dat foetaal alcohol syndroom, moet je als vrouw toch wel gigantische hoeveelheden innemen.

Nu is alcohol niet alleen taboe voor de zwangere vrouw, maar ook voor vrouwen die zwanger wíllen worden én hun mannelijke partners. De kwalijke effecten werden in het NOS-journaal geadstrueerd door een wetenschapster die op een echo had waargenomen dat het ‘kindje’ was gaan liggen, nadat de moeder een glaasje had gedronken’, hiermee suggererend dat de foetus knock-out was geslagen. Tja, het zegt me niks. Wat doe je wanneer de foetus op z’n kop gaat staan, nadat de moeder een bordje boerenkool heeft genuttigd? Foetussen gaan nu eens liggen en dan bewegen ze er weer lustig op los. Betekent dat iets?

De belangrijkste reden waarom ik denk dat spaarzaam alcoholgebruik door zwangere vrouwen niet zo vreselijk kan zijn, is dat vrouwen altijd alcohol gedronken hebben. In de jaren zestig bijvoorbeeld wist de huisvrouw wel raad met de sherry en de pleegzuster-bloedwijn. Is er iets mis met al die veertigers van nu? In de onderzoeken is sprake van miskramen, vroeggeboortes en aangeboren afwijkingen als gevolg van alcoholgebruik. Hoe kunnen ze dat zo exact toeschrijven? Daar zijn hele grote steekproeven en precies in kaart gebrachte leefpatronen van de onderzochten voor nodig. En dan krijg je van die significanties in de trant van: in de groep van 10.000 vrouwen die weleens een glaasje drinken(1 à 6 glazen per week), komen vier gevallen van miskraam voor, tegenover één miskraam in de groep van 10.000 geheelonthouders. Het effect is er, toegegeven, maar het risico was al minimaal. Dit soort onderzoek heeft met zoveel variabelen te maken, daar komt zelden iets zinnigs uit.

Dat deert de onderzoekers niet, want hun uitkomst ligt al vast in hun vooronderstellingen: iets wat slecht is, moet wel slechte effecten hebben. Maar een foetus moet een zekere robuustheid hebben om ook na de geboorte te kunnen overleven. Van een miskraam kun je zeggen: ’t is jammer – die had een leuk leven kunnen leiden, maar miskramen hebben een functie: er is iets grondig mis met de foetus. Het is maar de vraag of ie zonder die paar alcoholische consumpties van de moeder wél levensvatbaar was.

Extra plan van de Gezondheidsraad: het verbieden van alcohol aan mensen met conceptiewensen. Want concipiëren in delorum schijnt nog veel gevaarlijker te zijn voor de vrucht – zo die er al komt, want alcohol dempt op een afschuwelijke manier de vruchtbaarheid. Ik geloof er niets van. Ik vermoed dat tachtig procent van de nu opgewekt rondlopende Nederlanders geconcipieerd zijn door ouders die een gezellig glaasje op hadden en in de stemming waren voor seksuele verstrengeling. Sommigen zelfs door ouders die regelrecht bezopen waren. Was er niet altijd een piek in geboortes negen maanden na Carnaval?

Afgelopen met de lol, als het aan de Gezondheidsraad ligt. Wie een kind wil zal zich ruim van tevoren moeten prepareren. Weg met de avondjes uit, zwieren in de disco en licht beneveld in elkaars armen vallen. ‘Wil je een glas wijn, schatje?’ ‘Niet als je vanavond nog van dattum wil, lieverd.’ Conceptie is een serieuze zaak, die zorgvuldig in de steigers moet worden gezet. En natuurlijk begeleid door de witgejaste gezondheidspolitie, die heus wel weet wat het beste is voor de immer tot het kwade geneigde burger.

Beatrijs Ritsema

Artikelen in NRC-column.


0 reacties

Blijf op de hoogte, abonneer je op de RSS feed voor reacties op dit artikel.



Sommige HTML is toegestaan